Rijksmuseum


PERSBERICHT

Aan de Amsterdamse grachten
Rijksmuseum toont schilderijen, prenten en tekeningen van de stadsuitbreiding uit de Gouden Eeuw

Het Rijksmuseum toont vanaf 1 juni schilderijen, prenten en tekeningen van de spectaculaire stadsuitbreiding van het 17de-eeuwse Amsterdam. Uit eigen collectie zijn een aantal plattegronden te zien met de uitbreiding waartoe in 1662 was besloten. Centraal in deze presentatie staan zes gezichten van Gerrit Berckheyde op het rijkste stuk van de nieuwe stad, de Gouden Bocht van de Herengracht.

De vier schilderijen en twee tekeningen van Berckheyde, uit eigen collectie en die van het Stadsarchief en de Collectie Six, geven een prachtig beeld van één van de mooiste gedeelten van de Amsterdamse grachtengordel. Drie keer legde Berckheyde de bocht vast vanaf de Leidsestraat en drie keer vanaf de Vijzelstraat. Rond 1672 waren een deel van de percelen nog onbebouwd, hetgeen leidt tot zonnige `doorkijkjes'. De schilder besteedde veel aandacht aan de huizen, maar storende zaken liet hij weg. Op een tekening heeft hij daarom alleen aan de noordzijde bomen getekend en aan de andere kant lantaarnpalen, toen een zeer recente uitvinding. Zo versterkte hij de indruk van een echte woongracht met standing.

De Herengracht kende tussen Vijzelstraat en Leidsestraat extra diepe percelen. Bovendien werd de mogelijkheid geboden om dubbel zo brede panden te bouwen door twee percelen naast elkaar te kopen. Vanaf 1663 werd de bouwgrond vrijgegeven. Rond 1685 waren alle terreinen bebouwd. Het was het meest chique stukje Amsterdam geworden, vandaar de naam `Gouden Bocht'.

De presentatie De Amsterdamse grachtengordel. De uitbreiding van Amsterdam in de Gouden Eeuw. toont ook een aantal mooie plattegronden van de grachtengordel, onder meer van Daniel Stalpaert uit 1662 die op zes losse vellen zijn gedrukt en die een groot overzicht geven van de stadsuitbreiding.

Lang was Amsterdam een stad als veel andere. Maar aan het einde van de 16de eeuw groeide de handel spectaculair. Steeds meer mensen wilden in Amsterdam wonen, uiteindelijk ruim 200.000 omstreeks 1672. Ook voor de havens en de talloze pakhuizen was voortdurend meer ruimte nodig. In 1585 en een paar jaar later breidde de stad al uit, maar tussen 1610 en 1620 verdubbelde de stad alweer inomvang. In 1662 werd besloten tot de laatste stadsuitbreiding. De drie reeds bestaande grachten werden toen doorgetrokken. Zo ontstond het beeld van een halve maan: de nu zo beroemde grachtengordel ­ kandidaat voor de UNESCO-werelderfgoedlijst.

Deze presentatie is mede mogelijk gemaakt door advocatenkantoor Hogan Lovells.

De Amsterdamse grachtengordel. De uitbreiding van Amsterdam in de Gouden Eeuw.
1 juni-6 september


Noot voor redacties