Europa's welvaart: gemengde resultaten sinds de Lissabon Agenda
Europese Unie boekte vooruitgang op gebied van economische groei en
arbeidsparticipatie, maar overige resultaten blijven uit
De Lissabon Agenda uit 2000 moest de Europese Unie in 2010 tot de meest
competitieve en productieve economie in de wereld maken via economische
groei, kennisintensivering en innovatie. Hogere arbeidsparticipatie en
milieumaatregelen zouden verder moeten zorgen voor sociale cohesie en
voor duurzame groei.
* De participatie in betaalde banen nam toe; dit droeg bij aan de
1,5% groei van het reële inkomen per hoofd in de EU15-landen.
* De Lissabon-doelen om de onderwijs- en onderzoeksuitgaven te
verhogen, zijn niet gehaald in de EU15.
* Bij de onderzochte indicatoren voor milieu en sociale cohesie doet
de EU15 het nu gemiddeld genomen slechter dan vóór de Lissabon
Agenda.
Nederlanders pragmatisch-positief over de Europese Unie
* Nederland tevreden met eigen situatie en matig betrokken bij
Europa.
* Lageropgeleiden in Nederland ontevredener over EU dan
hogeropgeleiden.
* Subjectief welbevinden van Europese burger hangt vooral samen met
persoonlijkheid en sociale netwerken.
Dit zijn enkele conclusies uit de Europese Verkenning 8: Europa's
welvaart. De Lissabon Agenda in een breder welvaartsperspectief en de
publieke opinie over de Europese Unie, die vandaag is verschenen. De
Europese Verkenning komt jaarlijks tot stand in opdracht van het
ministerie van Buitenlandse Zaken. Het SCP behandelt in deel A de
publieke opinie en het subjectieve welbevinden in de lidstaten. Het CPB
onderzoekt in deel B van de studie hoe de Europese welvaart in brede
zin is veranderd sinds de Lissabon Agenda.
Deel A: De publieke opinie en subjectief welbevinden in Europa (SCP)
Nederland: tevreden met eigen situatie en matig betrokken bij Europa
Bij vergelijking met andere lidstaten van de Europese Unie komt
Nederland naar voren als een over de hele linie tevreden land: na
Denemarken zijn de mensen er het meest tevreden met het eigen leven en
ze hebben relatief veel vertrouwen in maatschappelijke instellingen,
inclusief de politiek. Als lidstaat van de Europese Unie is Nederland
nogal doorsnee met een gemiddelde identificatie met Europa, gemiddelde
kennis en gemiddelde steun voor gemeenschappelijk Europees beleid. De
steun voor het lidmaatschap van de Europese Unie is echter zeer groot:
74% van de Nederlanders vindt dat eind 2009 een goede zaak. Samen met
Luxemburg en Ierland zit Nederland daarmee aan de top, boven het
gemiddelde van de 15 oude lidstaten (58%) en van de 12 nieuwe lidstaten
(51%), en op grote afstand van de hekkensluiters Verenigd Koninkrijk
(30%) en Letland (24%). Nederlanders zijn niet enthousiast over Europa,
maar onderkennen in grote meerderheid de economische wenselijkheid of
onvermijdelijkheid van het lidmaatschap van de Unie.
Vooral lageropgeleiden ontevreden over Europa
Ook volgens eigen kwartaalmetingen van het SCP zijn Nederlanders in
meerderheid voor het EU-lidmaatschap, maar de belangstelling voor de
Europese politiek is gering (begin 2010 zegt 47% nieuws daarover te
volgen tegen 62% lokaal en 81% landelijk politiek nieuws). Ook de
waardering voor de Europese politiek is beperkt: 49% geeft er een
voldoende voor, nauwelijks minder dan voor de Haagse politiek (52%),
maar veel minder dan voor het gemeentebestuur (74%). Hogeropgeleiden,
lezers van NRC, Volkskrant en Trouw en mensen die ontevreden zijn over
hun financiële situatie en over hoe het gaat met Nederland, zijn
positiever over Europa dan lageropgeleiden, lezers van de Telegraaf en
mensen die tevreden zijn over hun financiën. De opleidingsverschillen
zijn groot: van de lageropgeleiden volgt 42% het nieuws, geeft 40% een
voldoende en steunt 35% het EU-lidmaatschap van Nederland, bij de
hogeropgeleiden zijn deze percentages 60, 59 en 70.
Subjectief welbevinden van Europese burger hangt vooral samen met
persoonlijkheid en sociale netwerken
Europese burgers zijn relatief tevreden en gelukkig met hun leven. Er
zijn wel grote verschillen tussen landen. De Scandinavische landen,
Oostenrijk en Zwitserland staan aan de top en enkele voormalige
Oostbloklanden, maar ook Portugal staan onderaan. Tevreden landen laten
ook een hoger vertrouwen in de medemens en politieke instituties zien,
een geringer sociaal isolement en een grotere bereidheid om sociale
steun te geven (vrijwilligerswerk, informele hulp en helpen met
activiteiten in de buurt).
Verschillen in welbevinden tussen individuen hangen vooral samen met
persoonlijkheidskenmerken en sociale factoren. In een selectie van zes
Europese landen blijkt het belangrijkste te zijn of men optimistisch in
het leven staat en eigenwaarde heeft. Vervolgens of men onderdeel
uitmaakt van een sociaal netwerk, vrijwilligerswerk verricht en
informele hulp verleent, of men anderen vertrouwt en geen stressvolle
tijd met familie doorbrengt. Ook de ervaren gezondheid, het inkomen,
niet werkloos zijn, en religiositeit zijn van belang. Politiek
vertrouwen vertoont op landniveau wel een duidelijke samenhang met
gemiddeld welbevinden, maar speelt nauwelijks een rol bij het verklaren
van verschillen tussen individuen.
Deel B: De Lissabon Agenda in een breed welvaartsperspectief (CPB)
De Lissabon Agenda: kompas voor de EU tot 2010
De Europese regeringsleiders spraken in het voorjaar van 2000 met
elkaar de zogenaamde Lissabon Agenda af, een economische
intentieverklaring die tot 2010 richting zou moeten geven aan de
structurele economische hervormingen in de EU. Het is nu 2010, het
toetsjaar. Tijd om te kijken wat er gerealiseerd is van de doelen uit
de Lissabon Agenda. Deze Europese Verkenning maakt een tussenstand op,
gebaseerd op data tot 2008.
Nodig: brede welvaartsanalyse
De groei van het bruto binnenlands product (bbp) is een belangrijke
indicator van economische groei, maar niet een perfecte
welvaartsindicator. Zo leidt arbeidsparticipatie weliswaar tot meer
inkomen, maar ook tot een verlies aan vrije tijd die ook waarde
vertegenwoordigt. Ook worden zaken als milieu, veiligheid en kwaliteit
van de samenleving niet in het bbp meegenomen. Economische groei en
arbeidsparticipatie zijn slechts middelen om de welvaart van de
Europese burgers te vergroten. Uit dit onderzoek blijkt dat in de
rijkere EU-landen de inkomensgroei sinds de Lissabon Agenda gemiddeld
slechts tot een zeer beperkte toename in levenstevredenheid leidde.
Om de welvaartseffecten na de totstandkoming van de Lissabon-strategie
in kaart te brengen, hanteert het onderzoek een breed
welvaartsperspectief. Naast het bbp worden nog elf andere indicatoren
gehanteerd om zo een vollediger spectrum van welvaartsbepalende
ontwikkelingen te meten. De extra indicatoren omvatten de
welvaartsgroei in de marktsector (onder andere participatie in betaalde
banen), in de niet-marktsector (milieufactoren), maar ook de waarde die
door burgers wordt toegekend aan hun sociale en politieke omgeving. Wat
dit laatste aspect betreft kijkt het onderzoek naar indicatoren voor de
kwaliteit en integriteit van het publieke bestuur, het gerapporteerde
onderlinge vertrouwen tussen burgers en enkele aspecten van sociale
cohesie. Het onderzoek past dit brede analysekader vervolgens toe op de
15 EU-landen die in 2000 aan de wieg van de Lissabon Agenda stonden.
Welvaartsontwikkeling na de Lissabon Agenda
De welvaart in Europa wordt niet alleen bepaald door de Europese
beleidsagenda, maar ook door nationaal beleid, externe schokken en
mondiale conjuncturele en structurele ontwikkelingen. Of de Lissabon
Agenda de enige of belangrijkste oorzaak is van de geregistreerde
veranderingen, valt niet met zekerheid vast te stellen. Wel kan worden
vastgesteld of de ontwikkelingen in de EU15-landen na 2000
overeenstemmen met de doelen in de Lissabon Agenda.
De welvaartsindicatoren laten na 2000 geen eclatant succes zien,
hooguit gemengde resultaten. Vooruitgang is te zien bij twee
Lissabon-doelen, namelijk economische groei en arbeidsparticipatie. De
EU was daar echter niet uniek in; buiten de EU was eveneens sprake van
inkomensgroei en meer arbeidsparticipatie. De vraag is dus of deze
resultaten op het conto van de Lissanbon-strategie kunnen worden
geschreven. De bereikte resultaten bij twee andere Lissabon-doelen,
namelijk uitgaven aan onderwijs en onderzoek (R&D), zijn allerminst
overtuigend te noemen. Voor de EU15 als geheel kunnen op deze
indicatoren weinig of geen verschillen met de periode vóór 2001 worden
geregistreerd.
Bij de milieu-indicatoren, met name huishoudelijk afval per hoofd,
luchtvervuiling door fijnstof en uitstoot van CO2 , deed de EU15 het
gemiddeld genomen slechter dan vóór 2001. De ambities op het vlak van
milieu zijn dus nog niet bewaarheid. De resultaten rond sociale
cohesie, een ander nevendoel van de Lissabon Agenda, zijn eveneens
teleurstellend. Het zelf gerapporteerd onderling vertrouwen tussen
burgers, een belangrijk onderdeel van sociaal kapitaal, is afgenomen in
de EU15. De licht toegenomen arbeidsparticipatie kon niet verhinderen
dat een additionele 0,3% van de bevolking onder de nationale
armoedegrens zakte, zodat deze groep nu 15% van de EU15-bevolking
vormt, zelfs na uitkeringen en andere inkomensoverdrachten. Nederland
presteerde op dit punt beter dan gemiddeld. De groep onder de
armoedegrens is in Nederland kleiner (11%) en nam bovendien in de
Lissabon-periode licht af (-0,1%). In de EU15 groeit nog steeds 9.8%
van de kinderen op in gezinnen waar niemand een betaalde baan heeft;
dat aandeel is vrijwel gelijk gebleven na 2000.
Europa-2020
De Europese Commissie richt zich sterk op bbp-groei, zowel in de
Lissabon Agenda als waarschijnlijk ook weer in de komende beleidsagenda
(Europe-2020). Deze groeistrategie is uitstekend voor de welvaart en
voor de economische inhaalrace van de nieuwe EU-landen. Voor de
welvaart in de rijkere EU-landen worden andere welvaartsfactoren steeds
meer van belang, zoals milieu en sociale cohesie. Dat vraagt om breder
geformuleerde welvaartsdoelen, juist in de rijkere EU-landen. De nieuwe
Europa-2020 strategie heeft als kernwoorden slim, groen en
sociaal-inclusief. De bevindingen van dit onderzoek tonen dat op het
terrein van milieu, sociale cohesie, kenniseconomie en innovatie nog
heel wat vooruitgang kan worden geboekt.
De publicatie Europese Verkenning 8: Europa's welvaart. De Lissabon
Agenda in een breder welvaartsperspectief en de publieke opinie over de
Europese Unie, ISBN: 978-90-377-0492-1, is te bestellen via de website
van het SCP (www.scp.nl), verkrijgbaar bij de boekhandel en vanaf
vandaag, (gratis) digitaal beschikbaar via de website van het CPB, als
Bijzondere Publicatie 87
Centraal Planbureau