Vereniging Nederlandse Gemeenten

VNG boos over korting van 200 miljoen euro op Wmo


01.06.2010

Het rijk wil maar liefst 200 miljoen euro bij gemeenten weghalen, geld dat bestemd is voor de huishoudelijke hulp. De argumentatie waarom gemeenten opeens deze taken voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) met 200 miljoen minder zouden kunnen uitvoeren ontbreekt volstrekt. Daarbij is deze maatregel in strijd met eerder gemaakte afspraken. Voor de VNG is bezuinigen op de Wmo dan ook onacceptabel en deze handelswijze schaadt het vertrouwen van de gemeenten in het rijk.

Het ministerie van VWS is als gevolg van tekorten op de begroting op zoek naar geld. De tekorten worden veroorzaakt door overschrijdingen bij de Zorgverzekeringswet, de AWBZ en de medisch specialisten. Wetten die gemeenten niet uitvoeren, maar het rijk zelf. Het is opmerkelijk dat VWS ervoor kiest om over de rug van gemeenten en dus de burgers 200 miljoen euro te willen bezuinigen op de huishoudelijke hulp. Omgekeerd, als gemeenten te kort komen is het rijk niet bereid bij te springen. Het rijk gaat er van uit dat de gemeenten dezelfde taken blijven uitvoeren en dat nog efficiënter zullen kunnen en moeten doen. Gemeenten zijn voor de Wmo verantwoordelijk en dat betekent ook dat tekorten op de Wmo door de gemeenten zelf moeten worden gedragen. Veel gemeenten komen tekort op de Wmo en hebben dat uit eigen middelen bijgelegd. Het rijk schendt daar bovenop nog een bestaande afspraak over de uitvoeringskosten. In plaats van die per 2010 geheel te vergoeden, zoals was afgesproken, geeft het rijk nu aan de vergoeding pas in 2011 te willen voldoen en met een lager bedrag. Bij de invoering van de Wmo zijn tussen het rijk en de gemeenten afspraken gemaakt over de financiën en beleid. Wij constateren dat het rijk zich bij voortduring niet of beperkt aan deze afspraken heeft gehouden.

Terwijl gemeenten volgens de evaluatie van de Wmo door het SCP de afgelopen jaren goed hebben gepresteerd, worden ze nu afgestraft. Gemeenten hebben aangetoond efficiënter en kostenbewuster dan het rijk maatschappelijke ondersteuning te kunnen verzorgen. Maar het idee dat gemeenten het voortdurend nog goedkoper kunnen blijven doen, is een fictie. De jaren van kostendalingen zijn echt voorbij, er valt geen 'vet' meer weg te snijden. Allerlei ontwikkelingen leiden nu juist tot kostenverhogingen. Zo interpreteren beroepsrechters in hun uitspraken de compensatieplicht van gemeenten steeds breder. Viel bijvoorbeeld het vervoer naar een huisarts of ziekenhuis voorheen nooit onder de Wet voorzieningen gehandicapten of de Wmo, de rechter oordeelt tegenwoordig dat het tot de compensatieplicht van gemeenten behoort. Ook de meest recente initiatieven van de Tweede Kamer rondom de aanbesteding van de thuiszorg (de basistarieven, de specifieke uitkering) leiden tot hogere kosten voor de gemeenten zonder dat het rijk deze compenseert. Tel daarbij de toekomstige vergrijzing en de financiële risico's die de gemeenten daarbij lopen. Als het rijk volhardt met welke korting dan ook, schiet het rijk zichzelf in de voet en is het voor gemeenten onmogelijk de Wmo zodanig uit te voeren dat een beroep op de veel duurdere zorgverzekeringswet en AWBZ door burgers wordt voorkomen of uitgesteld.

Het komend jaar worden cruciale beslissingen genomen over de houdbaarheid van ons zorgstelsel. Iedereen is het erover eens dat grote veranderingen in hoe we de zorg georganiseerd hebben onvermijdelijk zijn. We kunnen als burgers en overheid niet langer uitgaan van individuele verzekerde rechten zoals bij de oude AWBZ. Om de zorg betaalbaar te houden, moeten we toe naar het oplossen en compenseren van beperkingen via algemeen beleid en collectieve voorzieningen. Volgens het SCP zijn de mensen die deze compensatie krijgen via de gemeenten over het algemeen tevreden. Gemeenten zijn samen met cliënten en aanbieders bezig deze omslag te maken. In het verlengde daarvan hebben gemeenten aangegeven grote delen van de AWBZ over te kunnen nemen mits er voldoende middelen en handelingsvrijheid aan de gemeenten geboden worden. Gemeenten moeten daarbij echter kunnen rekenen en vertouwen op het Rijk. Dat vertrouwen wordt niet bevorderd door welke korting dan ook. Als gemeenten op voorhand worden gekort worden zij in een lekke roeiboot de zee op gestuurd.