Rechtbank Zutphen
Asielzoekster en baby belanden niet op straat
Zutphen, 29 april 2010 - Een uitgeprocedeerde Chinese asielzoekster en
haar eenjarige dochter hoeven het asielzoekerscentrum te Aalten niet te
verlaten. Moeder en kind dreigden op straat te belanden om ruimte te
maken voor nieuwe asielzoekers. De rechter was het daar niet mee eens.
De belangen van het jonge kind wegen in dit geval zwaarder.
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) spande een kort geding
aan om de moeder en kind uit het asielzoekerscentrum te zetten. De
moeder is een uitgeprocedeerde asielzoekster en het COA heeft de
opvangplaats nodig voor andere asielzoekers.
De rechter oordeelt dat de belangen van het jonge kind, dat mogelijk
ook nog kampt met gezondheidsproblemen, hier zwaarder wegen dan de
belangen van het COA om op korte termijn kunnen beschikken over de
opvangcapaciteit. De moeder kan niet lezen en schrijven en spreekt geen
andere talen. Zij is niet in staat om voor onderdak voor haar en haar
dochtertje te zorgen. De rechter kwam ook tot deze beslissing omdat de
Chinese op dit moment meewerkt aan het verkrijgen van de benodigde
documenten voor de terugkeer naar haar geboorteland.
Rechten van het kind
In het tussenvonnis van 18 februari 2010 (LJN: BL5725) oordeelde de
rechter al dat het op straat belanden van een baby niet alleen vanuit
humanitair oogpunt volstrekt onacceptabel is, maar dat dit zich ook
niet verdraagt met de internationale verplichtingen die de Nederlandse
overheid op zich heeft genomen door zich te binden aan het Verdrag van
de rechten van het kind.
Hoewel dit verdrag geen rechtstreekse werking heeft, laten dit verdrag
en ook het Europees Sociaal Handvest hun invloed wel gelden bij de
beoordeling van de rechtmatigheid van het handelen van de Nederlandse
overheid en de interpretatie van de Nederlandse regelgeving.
LJ Nummers
BL5725
BM2856
Zie het origineel
Bron: Rechtbank Zutphen
Datum actualiteit: 29 april 2010 Naar boven