Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Ministerie van VROM
Rapport MKBA Parkstad Limburg
Toespraak minister Van Middelkoop bij het in ontvangst nemen van het
rapport MKBA Parkstad Limburg, 28 april in Den Haag
Dames en heren,
Hartelijk dank voor dit onderzoek over krimp. Mijn ambtsvoorganger
heeft dit onderwerp goed op de kaart gezet. In bijna alle
verkiezingsprogramma's komt dit nu voor het eerst terug. Er zijn al
veel acties in gang gezet, waaronder regionale plannen van aanpak. De
eerste experimenten zijn gestart, onder andere in Groningen. En nu is
er dan deze eerste Kosten en Baten Analyse voor een krimpregio.
Investeren in krimpregio's heeft zin. Dat is jullie conclusie. En die
conclusie deel ik. Het vergroot de leefbaarheid in die gebieden. We
kunnen krimp niet bestrijden. Maar de negatieve gevolgen van krimp
kunnen we wel bestrijden. Dat is de belangrijkste boodschap. Bij die
negatieve gevolgen kun je denken aan leegstaande en dichtgetimmerde
huizen, minder contact met je buren, minder voorzieningen zoals
scholen, ziekenhuizen, openbaar vervoer en winkels en een toename van
overlast en criminaliteit. Als gevolg van dit alles dalen de
huizenprijzen. Het is echt een drama als je huis je pensioen is en je
raakt het niet kwijt.
Gelukkig wordt er nu veel aan gedaan om deze negatieve gevolgen te
bestrijden. Zo pakken steeds meer steden in de krimpgebieden hun `rotte
kiezen' aan. Dat wil zeggen dat ze verpauperde huizen opknappen of
slopen. Daarmee verbetert de leefbaarheid aanzienlijk en wordt de
terugval tegengegaan,
We willen dat iedereen in Nederland prettig en comfortabel kan wonen.
Ook in steden en dorpen met krimp. Daarom is het zinvol om in deze
gebieden te investeren. Met dit rapport is er een methode ontwikkeld,
waarmee we de leefbaarheid kunnen uitrekenen. Dat is beleidsmatige
winst.
Wie hebben daar belang bij? Allereerst natuurlijk de bewoners van de
krimpgebieden. Zij zijn de eersten die hun omgeving achteruit zien
gaan. Maar ook de gemeente en de corporaties. Zij hebben direct belang
bij een prettige leefomgeving en moeten hier dan ook zelf in
investeren. Maar krimp is een nationaal onderwerp. Ook het Rijk heeft
er belang bij dat Nederland als geheel leefbaar blijft. Daarom steunt
het Rijk gemeenten en corporaties die er zelf niet uitkomen. Het
ministerie van BZK heeft het geld uit het Gemeentefonds anders
verdeeld. Krimpgebieden ontvangen daardoor jaarlijks 20 miljoen. En met
het actieplan bevolkingsdaling heeft WWI 31 miljoen voor de
krimpgebieden uitgetrokken. Deze bedragen zijn een voorzet, om de
herstructurering in gang te zetten. De grootste investering moet van de
gemeenten en de corporaties komen.
We hebben er allemaal belang bij om de bebouwing en bewoning weer
aantrekkelijk te maken. We moeten nú spijkers met koppen slaan. Aan het
einde van het jaar moet de investering gedaan kunnen worden. Hoe langer
je wacht, hoe hoger de kosten. Overigens heb ik begrepen dat er in
Parkstad Limburg vragen zijn over de verdeling van het geld. De
definitieve verdeling moet nog plaatsvinden, maar ik kan nu alvast
zeggen dat dit een eerlijke verdeling zal zijn. Voor die tijd hebben we
nog overleg over de principes die daarbij worden gehanteerd. Daarbij
zal recht gedaan worden aan de ontwikkeling van de huishoudens in zowel
Limburg als Groningen.
Dames en heren,
De bekostiging van de aanpak van krimp is onze grootste uitdaging. Daar
moeten we vol op inzetten. Wat kunnen we doen om onze leefomgeving weer
aantrekkelijk te maken? In elk geval kunnen we oude flats en
leegstaande woningen afbreken. Op sommige plekken kan nieuwbouw komen,
om de hogere inkomens vast te houden. We kunnen de openbare ruimte
verbeteren met mooiere straten, plantsoenen, speeltuintjes en zoveel
mogelijk groen. Verder moeten we zorgen voor kwalitatief goede
voorzieningen zoals scholen, winkels en openbaar vervoer. En we moeten
met elkaar afspreken waar we die laten staan en waar de die slopen.
Door slimme oplossingen te bedenken, kunnen we kosten besparen. Dit
rapport doet een aantal suggesties, zoals het samenvoegen van kleine
woningen, het realiseren van twee-onder-een-kap woningen door huizen
uit een rij te slopen en het opheffen van bouwplannen die niet meer
nodig zijn.
Zoals ik al zei: dit is de eerste maatschappelijke Kosten en Baten
Analyse gericht op bevolkingsdaling. Daarmee heeft Parkstad Limburg een
voortrekkersrol. Zij zijn de eerste steden en dorpen die met krimp te
maken kregen, en zij zijn ook de eerste die er wat mee doen. Het is de
proeftuin voor krimp. Maar ook andere krimpgebieden moeten nu na gaan
denken. Niemand heeft er iets aan om voor leegstand te bouwen.
Krimp is niet te vermijden. Maar krimp biedt ook kansen. Door slim
samen te werken en elkaar te helpen, kunnen we ervoor zorgen dat de
inwoners van krimpgebieden daar ook over dertig jaar nog prettig en
comfortabel kunnen wonen.
Dank u wel.
Eimert van Middelkoop