beantwoording vragen van het lid Van der Staaij over Raketbeschietingen
op Israel vanuit Gaza
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Van der Staaij over
Raketbeschietingen op Israel vanuit Gaza
Kamerbrief | 27 april 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van der Staaij over Raketbeschietingen op Israel
vanuit Gaza. Deze vragen werden ingezonden op 7 april 2010 met kenmerk
2010Z06173.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Van der Staaij (SGP) over Raketbeschietingen op
Israel vanuit Gaza.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de opgelaaide vijandelijkheden tussen Israël
en de Gazastrook, waarbij inmiddels meerdere doden zijn gevallen? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Wat is de oorzaak van deze zorgelijke ontwikkeling? Om welke reden
nemen de aanvallen vanuit de Gazastrook op Israël weer toe en welke
groepering zit hier achter?
Antwoord
De laatste tijd is sprake van een toename van raketbeschietingen op
burgerdoelen in het zuiden van Israël en van Israëlische militaire
operaties in Gaza. Het NRC artikel van 26 maart jl. waarnaar u
verwijst, beschrijft een confrontatie tussen het Israëlische leger en
de Qassam Brigades van Hamas. Hamas heeft geen verantwoordelijkheid
opgeëist voor de toegenomen raketbeschietingen. Deze worden
toegeschreven aan kleinere militante groeperingen, waaronder de
Islamitische Jihad.
Het oplaaien van het geweld is toe te schrijven deels aan de strijd
tussen Palestijnse facties onderling en deels aan hernieuwde
Palestijnse pogingen om toegang te verkrijgen tot - en controle over -
de bufferzone die Israël aan de Gazaanse kant van de grens heeft
ingesteld. Daarnaast is het aannemelijk dat er een verband is tussen
het toegenomen geweld in Gaza en de Israëlisch-Palestijnse spanningen
op de Westelijke Jordaanoever.
Vraag 3
Wat onderneemt de internationale gemeenschap concreet om te voorkomen
dat de raketbeschietingen vanuit Gaza doorgaan? Krijgt dit in uw ogen
voldoende prioriteit?
Vraag 4
Wat is er vanuit de internationale gemeenschap ondernomen naar
aanleiding van de hernieuwde raketbeschietingen vanuit Gaza? Op welke
wijze wordt een nieuwe escalatie van dit conflict voorkomen? Welke
inspanningen verricht de EU ter zake?
Antwoord
In januari 2009 heeft de internationale gemeenschap zich in resolutie
1860 van de Veiligheidsraad reeds uitgesproken over de noodzaak van een
volledige wapenstilstand tussen Israël en Hamas, met voldoende
garanties voor stopzetting van wapensmokkel en opening van de
grensovergangen van Gaza voor regulier verkeer van goederen en
personen. Kwartetpartners, de EU en Nederland enerzijds en regionale
partners als de Arabische Liga en Egypte anderzijds zetten zich in om
de betrokken partijen ertoe te brengen daaraan mee te werken. Volledige
uitvoering van resolutie 1860 door de betrokken partijen is derhalve
gewenst om uitzicht te hebben op duurzame stopzetting van de
raketbeschietingen.
Op 26 maart 2010 heeft de Hoge Vertegenwoordiger Ashton namens de EU
haar grote zorg uitgesproken over het toegenomen geweld. Zij heeft
daarbij aangegeven dat spoedige hervatting van vredesbesprekingen
tussen Israël en de Palestijnen noodzakelijk is om escalatie te
voorkomen. Die visie deel ik. Zoals bekend, ondersteunt de EU de
Amerikaanse pogingen gericht op herstart van onderhandelingen, in
eerste instantie in de vorm van indirecte besprekingen. De EU doet dit
door de Palestijnen te ondersteunen in de opbouw van een toekomstige
Palestijnse staat, waarbij speciale aandacht uitgaat naar het verder
verbeteren van instituties op het gebied van veiligheid en justitie.
Daarnaast werkt de EU aan het formuleren van concrete bijdragen die het
zou kunnen leveren aan de totstandkoming en implementatie van een
vredesovereenkomst.
Om verdere escalatie in en rond Gaza te voorkomen is het van belang dat
een einde komt aan de bestuurlijke deling tussen Gaza en de Westelijke
Jordaanoever en dat de Israëlische militair Shalit wordt vrijgelaten.
Deze stappen zullen bijdragen aan de totstandkoming van een
duurzaam-staakt-het-vuren. De EU steunt de Egyptische
bemiddelingspogingen die hierop gericht zijn. Voorwaarde voor een
duurzaam staakt-het-vuren is beëindiging van de wapensmokkel naar Gaza.
Nederland neemt daartoe deel aan een gemeenschappelijk actieprogramma
in het kader van het Gaza Counter Arms smuggling initiative (GCASI),
opgesteld in samenwerking met verschillende landen en organisaties
(Canada, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, VK en VS;
waarnemers: EU, Israël, NAVO, Noorwegen) om de smokkel van wapens en
munitie naar Gaza tegen te gaan. Deze zomer zullen de deelnemende
landen bijeenkomen in Nederland.
Het is belangrijk dat niet alleen Egypte maar ook de andere Arabische
landen zich actief inzetten voor volledige uitvoering van resolutie
1860.
Vraag 5
Welke resultaten hebben de vanuit de internationale gemeenschap - na de
strijd van ruim een jaar geleden - afgekondigde concrete maatregelen
(grensbewakingsmissie e.d.) om de wapensmokkel naar Gaza te blokkeren
concreet opgeleverd? Blijkt uit deze raketbeschietingen, dat deze
inspanningen onvoldoende zijn? Op welke wijze kunnen deze maatregelen
verder worden verscherpt?
Antwoord
De initiatieven die door de internationale gemeenschap na Cast Lead
zijn ontplooid, hebben waarschijnlijk wel geleid tot vermindering van
de capaciteit van Hamas en andere Palestijnse strijders om
raketaanvallen uit te voeren met geavanceerd materiaal. De kans op
raketaanvallen zal evenwel niet tot nul gereduceerd kunnen worden,
aangezien de meeste projectielen in plaatselijke werkplaatsen zijn
geconstrueerd, met lokaal verkrijgbaar materiaal.
De EU speelt geen uitvoerende rol in de bewaking van de Gazaanse grens,
er is geen grensbewakingsmissie. De EU Border and Assistance Mission
bij Rafah heeft haar werkzaamheden gestaakt na de machtsovername door
Hamas in Gaza in de zomer van 2007. Deze missie was overigens niet
gericht op grensbewaking maar op het assisteren van de Palestijnen bij
de afhandeling van grensverkeer bij de Gazaans-Egyptische grensovergang
Rafah.
Binnen het eerdergenoemde samenwerkingsverband gericht op het tegengaan
van wapensmokkel naar Gaza, zal Nederland een actieve rol blijven
spelen, getuige ook de bijeenkomst die komende zomer in Nederland zal
plaatsvinden.
Vraag 6
Is het waar dat de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-moon, Israël
eind maart jl. heeft opgeroepen een einde te maken aan de blokkade? 2)
Wat behelsde deze oproep precies? Hoe beoordeelt u deze oproep? Wordt
bij dergelijke oproepen voldoende rekening gehouden met de legitieme
wens van Israël om de veiligheid van haar burgers te waarborgen?
Richtte de oproep van Ban Ki-Moon zich ook op de Egyptische blokkade
van de Gazastrook? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De secretaris-generaal van de VN heeft herhaaldelijk opgeroepen tot
opening van de Gazaanse grenzen voor normaal personen- en
goederenverkeer, zo ook in het kader van zijn bezoek in maart van dit
jaar. Tegelijkertijd heeft hij de raketbeschietingen op Israël
veroordeeld en opgeroepen tot een gevangenenruil waardoor de
Israëlische soldaat Shalit vrij zou kunnen komen. Ik ondersteun die
oproep.
In zijn verklaring voor de pers tijdens het bezoek aan Gaza heeft de
secretaris-generaal zich niet tot Egypte gericht. Welke overweging
daaraan ten grondslag heeft gelegen is mij niet bekend.
1) NOS, 2 april 2010
2) NRC Handelsblad, 26 maart 2010
Ministerie van Buitenlandse Zaken