Politieacademie
Gebiedsgebonden politiewerk voorkomt etnische rellen
Etnische spanningen en incidenten zijn in Nederland niet uitgegroeid
tot grootschalige rellen vanwege de gebiedsgebonden werkwijze van de
politie. Dat concluderen lector Otto Adang en andere onderzoekers van
het lectoraat Openbare Orde & Gevaarbeheersing van de Politieacademie.
Zij onderzochten de vraag waarom Nederland geen grootschalige etnische
rellen heeft gehad ondanks het feit dat Nederland de afgelopen decennia
is getransformeerd tot een multiculturele samenleving en er wel
incidenten met een etnische component zijn geweest. Ongeregeldheden
zoals die na de jaarwisseling in de Culemborgse wijk Terweijde
uitbraken, en die door sommigen als rassenrel werden betiteld, hebben
in Nederland niet geleid tot over een groter geografisch gebied
verspreide met elkaar verbonden geweldsuitbarstingen of meerdaagse
rellen op etnische grondslag zoals bijvoorbeeld in de Franse banlieues
of de binnensteden van Groot-Brittannië. De onderzoekers concluderen
dat escalatie wordt voorkomen door een politieaanpak die zich kenmerkt
door een balans tussen preventie en repressie en een combinatie van
handhaven en empathie. Om deze strategie succesvol te kunnen toepassen
zijn nauwe samenwerking met ketenpartners en goede lokale verankering
cruciaal. Samenwerking met ketenpartners en lokale verankering zijn
wezenskenmerken van de gebiedsgebonden werkwijze van de Nederlandse
politie.
Geen voedingsbodem door sociaal beleid
Het al dan niet uitbreken van grootschalige etnische rellen wordt
bepaald door structurele, relationele en operationele factoren.
Structureel is de uitgangspositie in Nederland in verschillende
opzichten beter dan in andere landen zo concluderen de onderzoekers op
basis van onder meer literatuurstudie. Zo is in Nederland de
achterstand van minderheden relatief klein, evenals de aanhang van
extreem rechts. Ook relationele factoren spelen een rol bij de kans op
het uitbreken van grootschalige etnische rellen. De wijze waarop in
Nederland overheid, maatschappelijke partners en politie
gebiedsgebonden op sociale cohesie gericht beleid voeren en
achterstanden proberen weg te werken draagt bij aan relaties die minder
conflictueus zijn en meer op samenwerken gericht.
Handhaven én empathie
Desondanks kent ook Nederland wel degelijk etnische spanningen en
conflicten. Het lectoraat onderzocht vijf van dergelijke incidenten om
goede werkwijzen en verbeterpunten in het operationele politieoptreden
in kaart te brengen. De maatregelen van de politie blijken er steeds op
gericht om met inschakeling van ketenpartners (gemeente, jongerenwerk)
en een netwerk van sleutelpersonen te voorkomen dat bewoners
solidariseren of sympathiseren met geweldplegers of zelfs steun
verlenen. Empathie en intensief informeren zijn daarbij cruciaal.
Anderzijds voorkomt de politie nieuwe incidenten door duidelijke
grenzen te stellen en repressieve maatregelen te nemen zodat geweld
niet zonder gevolgen blijft. Gericht handhaven op de doorgaans relatief
kleine groep geweldplegers is daarbij de sleutel.
Gebiedsgebonden politiewerk
Deze aanpak wordt in Nederland getuige de onderzochte casussen met
succes toegepast om een escalatieproces te voorkomen. Zo'n
operationele aanpak kan alleen werken in een context waarin geen sprake
is van uitsluitend of voornamelijk conflictueuze relaties en waarin de
structurele factoren geen situatie hebben gecreëerd waarin gevoelens
van achterstelling of uitsluiting de overhand hebben. Van belang
daarbij is dat zo snel mogelijk na het ontstaan van een incident dat
tot verontwaardiging geleid heeft - onafhankelijk van de aard van het
incident - gereageerd wordt, voordat de dynamiek van het
escalatieproces zijn eigen gang gaat. Dat kan alleen maar slagen
wanneer er sprake is van een goede lokale verankering van de politie en
andere betrokken instanties.
###
Voor de redactie:
Het onderzoek `Zijn wij anders? Waarom Nederland geen grootschalige
etnische rellen heeft' is in zijn geheel te downloaden op
www.politieacademie.nl. Daarnaast is het te bestellen bij Reed Business
(ISBN 978 9035 244 634). De onderzoekers, lector Otto Adang en
collega's Hani Quint en Ronald van der Wal, bieden 26 april hun
onderzoeksrapport `Zijn wij anders? Waarom Nederland geen grootschalige
etnische rellen heeft' aan aan dr. E.M.H. Hirsch Ballin, minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Minister Hirsch Ballin zal
reageren op deze uitkomsten. Vervolgens reageren ook de heer J. van der
Tak, voorzitter commissie Bestuur en Veiligheid, VNG, H. van Essen,
portefeuillehouder Conflict en Crisisbeheersing in de Raad van
Korpschefs i.o. en prof. dr. B. Hoogenboom, hoogleraar politiestudie
en veiligheidsvraagstukken aan de Vrije Universiteit.
Vertegenwoordigers van de pers zijn - op vertoon van hun accreditatie -
van harte uitgenodigd de presentatie bij te wonen. Direct na afloop
zijn zij in de gelegenheid om apart (ongeveer 10 minuten) met lector
Otto Adang te spreken. De bijeenkomst begint om 13.10 uur in
Nieuwspoort, Den Haag, F. v.d. Poelzaal en duurt ongeveer een uur.