Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Brief aan de Tweede Kamer met reactie op inspectierapport politiekorpsen 2010 door Arbeidsinspectie
19 april 2010
Recent heeft u het verslag ontvangen van de inspecties die de Arbeidsinspectie in
de periode van maart tot en met juni 2009 bij de sector politie heeft uitgevoerd.
Daarbij zijn dertien korpsen geïnspecteerd op de naleving van de Arbeidstijdenwet
en dertien andere regiokorpsen op de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet,
ten aanzien van agressie en geweld.
Ik hecht eraan op de resultaten van de inspecties naar uw Kamer te reageren.
A. Arbeidstijdenwet
De sector politie valt sinds 1997 onder de werking van de Arbeidstijdenwet. Sinds
die tijd worden de korpsen regelmatig onderzocht door de Arbeidsinspectie. Elke
twee tot drie jaar vindt door deze dienst een handhavingsonderzoek plaats.
In de eerste jaren na inwerkingtreding van de ATW werden bijna 1 miljoen
overtredingen geconstateerd. Hierop zijn verschillende maatregelen in gang gezet.
Zo is er een eind gekomen aan verschillende registratiesystemen binnen de politie,
en is er één uniform landelijk systeem voor de politie ingericht (sedert 1 januari
2010 is de Basisvoorziening Capaciteitsmanagement (BVCM) operationeel bij alle
korpsen). Hiermee kunnen de korpsen personeel inzetten naar gelang het
werkaanbod (capaciteitsmanagement). Met de vakorganisaties is één landelijke
arbeidstijdenregeling afgesproken die sedert 1 mei 2009 voor alle korpsen geldt. Er
is veel geïnvesteerd in voorlichting en kennis bij het management op de werkvloer.
Enkele jaren geleden heb ik een prestatie-afspraak gemaakt met korpsbeheerders
tot vermindering van het aantal ATW-overtredingen met 40%.
In de afgelopen jaren is het aantal ATW-overtredingen aanzienlijk gedaald.
Niettemin blijven overtredingen in deze sector voorkomen, in het bijzonder bij
speciale diensten zoals recherche, arrestatieteams, Dienst Koninklijke en
Diplomatieke Beveiliging zoals ook door de Arbeidsinspectie wordt opgemerkt. De
constatering van de Arbeidsinspectie dat dit vooral voorkomt bij te lange diensten
en te weinig rust is herkenbaar. Dit beeld werd ook door eigen monitoring herkend.
De Arbeidinspectie wijt de overtredingen aan sturing op de werkvloer en verwijst
naar korpsen die in staat zijn gebleken het beter te zijn gaan doen. Ik zal de
korpsleidingen blijven aanspreken op sturing vanaf de werkvloer op dit onderwerp.
Niettemin ben ik van mening dat overtredingen bij de politieorganisatie niet te
vermijden zijn. De politie is een 24 uurs-organisatie met doorgaans onvoorziene
activiteiten die zich door de aard van het werk en de onvoorspelbaarheid niet
volledig laat vangen in de regels van de Arbeidstijdenwet. Dit blijkt ook uit de
constatering van de Arbeidsinspectie dat overtredingen relatief het meest
voorkomen bij recherche, arrestatieteams en mobiele eenheid.
Hoewel in 2007 onderzoek is gedaan door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid
naar de mate van belemmering van de ATW op de bedrijfsvoering van de korpsen is
in 2009 een onderzoek verricht door TNO naar de mate van belemmering van de
ATW, uitsluitend op een aantal bijzondere politiediensten. De rapportage is aan uw
Kamer toegezegd en zal binnen afzienbare tijd aan uw Kamer worden gezonden.
De Arbeidsinspectie heeft aangekondigd in gesprek te willen gaan over de
uitkomsten van deze inspectie. Het rapport van TNO is een goede basis voor dit
gesprek.
B. Agressie en geweld tegen politieambtenaren
Naar aanleiding van inspecties, concludeert de Arbeidsinspectie dat twaalf van de
dertien bezochte korpsen nog onvoldoende maatregelen nemen om hun
werknemers tegen agressie en geweld te beschermen. In totaal constateert de
Arbeidsinspectie honderdachtentwintig overtredingen op de bepalingen rondom
agressie en geweld van de Arbeidsomstandighedenwet. Deze overtredingen hebben
betrekking op voorlichting en training aan werknemers en het treffen van
bouwkundige en technische maatregelen.
Dit zijn stevige conclusies en ik deel dan ook de zorg van de Arbeidsinspectie.
Aard en omvang agressie en geweld tegen politiefunctionarissen
Politiefunctionarissen worden in de uitoefening van hun vak veelvuldig
geconfronteerd met agressie en geweld. Uit onderzoek naar de aard en omvang van
agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak verricht in opdracht
van mijn Ministerie, blijkt dat in 2009 68 procent van de politiefunctionarissen te
maken heeft met agressie en geweld.1 In 2007 lag dit percentage vier procent
hoger: 72 procent. Het grootste risico lopen politieagenten in de nachtelijke uren
van het weekend en bij optreden tegen veelplegers.2
Maatregelen tegen agressie en geweld
In mijn brief van februari 2009 heb ik uw Kamer de resultaten van het onderzoek
«Bont en Blauw» aangeboden3. Dit betreft een onderzoek naar de behandeling van
en de bejegening bij geweldszaken tegen politiefunctionarissen door politie en
openbaar ministerie. Hierin is onder andere geëvalueerd in hoeverre de in
december 2005 in werking getreden handreiking «protocol
1 Aard en omvang van ongewenst gedrag tegen werknemers met een publieke taak. Een vervolgonderzoek. Ministerie van
Binnenlandse Zaken, 2009
2 Agressie en geweld tegen politieambtenaren, prof. H. Naye, 2008
3 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 28 684 en 29 628, nr. 204
geweld tegen de politie» binnen de sector is uitgevoerd. Deze handreiking besteedt
onder meer aandacht aan het voorkomen van geweld, de rol van de ketenpartners
en het bevat minimumnormen voor een geweldsprotocol binnen de politiekorpsen.
De onderzoekers concluderen dat:
* Er geen uniformiteit is in protocollen over geweld tegen de politie, waardoor
er verschil is in kwaliteit, reikwijdte, definitie en uitvoeringspraktijk;
* Er geen sprake is van eenduidige borging van het geweldsprotocol binnen
politiekorpsen;
* De zorg voor politiefunctionarissen die geconfronteerd zijn met geweld voldoende
is gewaarborgd;
* Alle korpsen over schadeafhandeling beschikken en hierin ondersteuning bieden;
Ook uit het eerder genoemde onderzoek naar de aard en omvang van agressie en
geweld, blijkt dat anno 2009 nazorg en schadeverhaal stevig verankerd zijn in de
aanpak door de politie. In vergelijking met andere werkgevers, investeert de politie
al lange tijd in de aanpak van agressie en geweld. Algemeen beeld is dat de aanpak
van de politie zich kenmerkt door een duidelijke reactie naar de dader. Zo zijn
politiefunctionarissen, in vergelijking met werknemers met een publieke taak, vaker
van mening dat hun werkgever ongewenst gedrag voldoende serieus neemt. Ook is
de actiegerichtheid na een incident volgens politiefunctionarissen hoog.
Tegelijkertijd blijkt uit dit onderzoek dat veel politiefunctionarissen onvoldoende
op de hoogte zijn van maatregelen die hun werkgever treft. Van het bestaan van
trainingen is 61 procent van de politiefunctionarissen op de hoogte en van een
registratiesysteem 57 procent. Wel zijn in vergelijking met 2007 meer
politiefunctionarissen in 2009 bekend met het feit dat hun werkgever een
geweldsprotocol heeft (68 procent in 2007, 81 procent in 2009).
Het rapport van de Arbeidsinspectie beschouw ik als een duidelijk signaal dat
aangeeft dat er weliswaar belangrijke eerste stappen zijn gezet, maar dat
daarnaast nog veel werk voor ons ligt. Een effectieve aanpak van agressie en
geweld vraagt om een stevige borging binnen de organisatie en intensieve
communicatie naar het eigen personeel. Uiteindelijk zijn het de
politiefunctionarissen zelf die het verschil moeten merken van een stevige aanpak
van agressie en geweld tegen de politie. In onderstaande paragraaf beschrijf ik de
maatregelen die ik tref om een dergelijke stevige aanpak neer te zetten.
Protocol Geweld tegen politieambtenaren
In de eerder genoemde brief van februari 2009, heb ik toegezegd dat er één
landelijke uitvoeringsregeling voor geweld tegen politie komt.4 Met het aanbieden
van het "Protocol Geweld tegen politieambtenaren" aan het korpsbeheerdersberaad
op 17 maart 2010, is de landelijke uniforme aanpak van agressie en geweld tegen
politiefunctionarissen een feit. Hiermee komt de sector politie tegemoet aan
eerdere afspraken in het "Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector politie 2005-2007"
om te komen tot één landelijke regeling voor de gehele sector politie.
Doel van de uitvoeringsregeling is een heldere vastlegging van de manier
waarop de politie in heel Nederland vervolg geeft aan geweld dat tegen
politiefunctionarissen wordt gebruikt. Door helderheid te verschaffen, laat de
regeling politiekorpsen nauwelijks ruimte om de afhandeling van geweld tegen hun
werknemers anders af te handelen. De regeling omvat de keten vanaf het moment
4 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 28 684 en 29 628, nr. 204
dat er sprake is van een geweldsincident tot aan het afsluiten van het dossier. In de
uitvoeringsregeling zijn strikt omschreven:
- inhoud (definities, uitgangspunten zoals een zware morele verplichting om
te melden, uitbreiding met protocol prik- en bijtincidenten en bedreigde
politieambtenaren)
- structuur (borging in formatie en beleid van korpsen) en
- proces (enkele processtap in de afhandeling is beschreven).
Met de portefeuillehouder van de Raad van Korpschefs heb ik afspraken gemaakt
over de prestaties die voor eind 2010 gerealiseerd dienen te zijn in alle
politiekorpsen in Nederland. Het Protocol Geweld tegen politieambtenaren past
binnen de Eenduidige Landelijke Afspraken opsporing en vervolging die gemaakt
zijn met politie en openbaar ministerie om de aanpak van agressie en geweld tegen
werknemers met een publieke taak te versterken door middel van lik-op-stuk beleid
en zwaardere straffen. In mijn brief van 3 maart 2010 heb ik uw Kamer daar
separaat over geïnformeerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,