Senternovem
13-04-2010 |
Bestaand bouwproces blokkeert energiebewuste woningbouw
Bewoners en bouwers kunnen samen voor doorbraak zorgen
Burgers en consumenten hebben verschillende opvattingen over
duurzaamheid. Producenten van ecologisch verantwoorde producten
onderkennen dit al langer. Bouwers van woningen hebben ook met deze
dubbelhartigheid van doen. Bij de gebiedsontwikkeling van bouwpercelen
zijn burgers gevoelig voor groene aspecten, bij de inrichting van de
eigen woning laten bewoners zich vooral leiden door budgettaire
overwegingen. Dit dilemma staat een doorbraak van duurzame en
energiebewuste woningbouw in de weg. Een vraaggestuurde dialoog tussen
bewoners en experts kan op dit gebied voor de nodige beweging zorgen.
Woonwensen als vertrekpunt.
De bouwsector wordt vanouds gekenmerkt door een aanbodgerichte en
technisch georiënteerde aanpak. Woningbouw heeft daarnaast te maken
met langlopende procedures, waarbij een groot aantal stakeholders
betrokken is. Na zo'n lange planfase volgt snelle realisatie. De
bouwfase leidt tot een oplevering, waarbij vaak via tussenkomst van
een makelaar aan de nieuwe koper/bewoner de sleutel overhandigd wordt.
Die bewoner heeft dan op dat moment nog weinig of geen inbreng gehad
in de inrichting van zijn nieuwe pied á terre. Momenteel wordt in de
bouwsector geëxperimenteerd met particulier opdrachtgeverschap, maar
langs die weg wordt nog maar zo'n 13% van de woningen gebouwd.
Het aanbodgerichte karakter van de woningbouw strekt zich ook uit naar
de installatietechniek. Zowel de elektrotechnische als de
watertechnische installateur worden veelal op basis van aanbesteding
door een opdrachtgever of aannemer bij een bouwproject betrokken.
Selectiecriteria daarbij worden meestal gedomineerd door een voorkeur
voor de laagste prijs. Als een bewoner in zo'n situatie een eigen
keuze wil maken voor duurzame energie, dan wordt dat meestal als
lastig en zeker als kostbaar ervaren. Wil er synergie tussen duurzame
energie en woningbouw komen, dan zal de veelgenoemde vraagsturing ook
op dit terrein consequent moeten worden doorgevoerd.
Vraaggestuurde dialoog
Inmiddels dient zich in de bouwsector het woonwensen-denken aan. Omdat
het woonwensen-denken nog in de kinderschoenen staat, vraagt dit van
veel marktpartijen een ingrijpende omslag in denken en doen.
Uitvoerende bouwondernemers zoeken in een eerdere fase van een
bouwproces intensief contact met de toekomstige bewoners. Aan die
bewoners wordt het toegestaan tot eigen keuzen te komen rond de aard
van het woongebied - stedelijk, landelijk of gemengd - en
daaropvolgend het woningtype (rijtjeshuis, twee onder een kap,
appartement, vrijstaand of hoogbouw). Creatieve architecten komen met
een ruim aanbod aan gevelvarianten. Opvallend is dat in deze
benadering de installatietechniek een vergeten hoofdstuk lijkt. Het
keuzemenu van de woonconsument wordt ingeperkt tot de aard van het
woongebied en het type van de woning. Een achterliggende oorzaak
hiervan is ongetwijfeld de bestaande desintegratie tussen
bouwbedrijven en installateurs. Wil hierin een positieve verandering
komen, dan is verdergaande integratie tussen bouwers en installateurs
nodig. Nog beter is het als alle betrokken uitvoerende partijen al in
de ontwerpfase met elkaar een gezamenlijke visie ontwikkelen. Een
daaraan voorafgaande dialoog tussen de toekomstige bewoners en de
bouwprofessionals geeft kleur en richting aan niet alleen de ligging
en het woningtype, maar ook aan het installatietechnische pakket van
de woning.
Kennisleemte overbruggen.
De geschetste dubbelhartigheid tussen burgers en bewoners kan geen
excuus zijn om toekomstige bewoners niet actief bij het energieconcept
van de woning te betrekken. De stereotype reactie van bouwers is vaak:
'Zo gaat dat nu eenmaal in de bouw, mevrouwtje!' Ook wordt door
behoudende installatiebedrijven nog te vaak afwijzend gereageerd op
vooruitstrevende installatiewensen van toekomstige bewoners. 'Daar zou
ik toch niet zo aan beginnen, dat heeft nog nooit gewerkt,' zo kan een
energiebewuste consument uit de mond van een traditionele vakman te
horen krijgen. Bouwers en installateurs moeten de bestaande
kenniskloof met hun opdrachtgevers nooit gebruiken als excuus om van
duurzame oplossingen af te zien. Juist architecten, bouwers en
installatieondernemers verkeren in een uitstekende positie om duurzame
oplossingen bespreekbaar te maken. De kenniskloof tussen bewoner en
bouwprofessional vraagt een stevige overbrugging, waarbij vooral de
bouwers en installateurs zich verantwoordelijk mogen weten voor de
kwaliteit van de oplossing. Grote marktpartijen zijn eerder in staat
om doordachte energieconcepten te integreren in de woningbouw dan
middelgrote en kleine bedrijven. Daarbij komt dat de huidige
activiteiten van het Platform Energietransitie gebouwde Omgeving
(PEgO) sterk gedomineerd worden door grote marktpartijen, waardoor de
uit die kring komende instrumenten en beleidsinitiatieven niet of
nauwelijks doorsijpelen naar het MKB. Het MKB in bouw en
installatietechniek vraagt eigen maatwerk-oplossingen, die passen bij
de aard en schaalgrootte van de bedrijven. Dat heeft het Centrum voor
Innovatie van de Bouwkolom (CIB) aangezet tot de ontwikkeling van een
Energieconcept Vitaal Bouwen® , waarmee een vraaggestuurde aanpak voor
duurzame woningbouw beschikbaar gekomen is. In het Energieconcept
Vitaal Bouwen© kunnen bouwprofessionals (architecten, bouwers en
installateurs) samen met toekomstige bewoners komen tot een
verantwoorde keuze uit een zestal doorontwikkelde
installatietechnische concepten. Op die manier wordt de keuzevrijheid
van bewoners niet beperkt tot de ligging en het woningtype, maar
consequent doorgevoerd naar alle facetten van de installatietechniek.
Met de koppeling tussen vraagsturing en duurzaamheid is een stevig
fundament weggelegd voor de noodzakelijke verduurzaming van de
gebouwde omgeving. Vernieuwing van het bouwproces en verduurzaming van
de woningbouw gaan daarbij hand in hand.
Piet M. Oskam, directeur Centrum voor Innovatie van de Bouwkolom (CIB)
in Zeist
Wijzigingsdatum |
13-04-2010