Tweehonderd schapenkadavers bij Zuid-Hollandse veehouder
07 april 2010
Medewerkers van de Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit troffen op dinsdag 6 april
tenminste tweehonderd kadavers van schapen en lammeren aan bij een
veehouder in Zuid-Holland. Tijdens een gerichte inspectie werden
enkele kadavers van pasgeboren lammeren in een stal aangetroffen, maar
het grootste deel lag verstopt op het terrein ingepakt in
landbouwplastic. Er is vastgesteld dat de dieren niet zijn gestorven
door verwaarlozing. De 700 schapen, 400 lammeren en 22 runderen die
nog op het bedrijf staan, verkeren in goede gezondheid.
De veehouder heeft een proces-verbaal gekregen voor het belemmeren van
de AID controleurs en het opzettelijk onttrekken van de kadavers aan
verwerking door het destructiebedrijf. De dode dieren zijn alsnog op
kosten van de veehouder afgevoerd naar het destructiebedrijf.
Binnenkort krijgt het bedrijf een nieuwe controle om vast te stellen
of de afvoer van de kadavers dan wel volgens de regels gebeurt. De man
wilde geen verklaring afgeven waarom hij de dieren aan destructie had
onttrokken. De Regeling dierlijke bijproducten schrijft voor dat dode
dieren zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk de eerstvolgende werkdag
bij het destructiebedrijf moeten worden aangemeld voor afvoer.
Algemene Inspectiedienst (AID)