Gerechtshof Arnhem


Uitspraak in mensensmokkelzaak

Arnhem, 2 april 2010 â De rechtbank Arnhem heeft vandaag uitspraak gedaan in de strafzaken van negen personen die verdacht werden van de smokkel in crimineel verband van Iraniërs uit Iran naar Groot-Brittannië en Canada, van het vervalsen van reisdocumenten en het in bezit hebben ervan, en van drugshandel (opium en cocaïne).

De hoofdverdachte is voor de smokkel van 13 Iraniërs in de periode september 2008 tot juni 2009 en het vervalsen van reisdocumenten veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en zes maanden.

Eén van de medeverdachten krijgt een gevangenisstraf van 12 maanden omdat hij de hoofdverdachte geholpen heeft bij de smokkel van Iraniërs en omdat hij voor zichzelf is begonnen en zelf tenminste twee personen heeft gesmokkeld.

Een andere medeverdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf net zolang als hij al had vastgezeten met een proeftijd van twee jaar (403 dagen waarvan 240 dagen voorwaardelijk) en een werkstraf van 240 uur. De rechtbank heeft deze verdachte een kans willen geven, aangezien zijn handelen was ingegeven door zijn verslaving aan opium en hij zich uit eigen beweging met succes laat behandelen voor die verslaving. Deze verdachten vormden, tezamen met mededaders in Iran en Canada, twee criminele organisaties die zich bezig hielden met mensensmokkel. Dat deze organisaties zich daarnaast ook bezig hielden met de voorbereiding voor drugssmokkel, acht de rechtbank niet bewezen.

De andere medeverdachten waren personen die in de sociale kring van de hoofdverdachte verkeerden. Enkelen hebben op verzoek van de hoofdverdachte onderdak verschaft aan de gesmokkelden. Zij deden dit niet uit winstbejag; reden waarom zij zijn vrijgesproken. Twee anderen zijn veroordeeld tot werkstraffen van 40 en 120 uur waarbij één naast de werkstraf ook een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden opgelegd heeft gekregen met een proeftijd van twee jaar, omdat zij een zeer ondergeschikte rol hebben gehad.

Ten slotte is een verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstaf van 40 uur met een proeftijd van twee jaar. Hij had zijn stiefzoon geholpen naar Nederland te komen.

Bron: Rechtbank Arnhem
Datum actualiteit: 2 april 2010 Naar boven