Ministerie van Buitenlandse Zaken

dertiende zitting van de VN-Mensenrechtenraad

Kemerbrief inzake dertiende zitting van de VN-Mensenrechtenraad

Kamerbrief | 1 maart 2010

In vervolg op mijn brief van 29 oktober 2009 betreffende het verslag van de twaalfde reguliere zitting van de VN-Mensenrechtenraad (Kamerstuk 2009-2010, 26 150, nr. 81, Tweede Kamer) informeer ik u hierbij over de Nederlandse inzet voor de dertiende reguliere zitting van de Raad. De zitting vindt plaats in Genève, van 1 tot en met 26 maart 2010. Op 3 maart a.s. zal ik in Genève zijn om deel te nemen aan het jaarlijkse high level segment van de Raad.

Tijdens de dertiende reguliere zitting zal Nederland er zoals gebruikelijk op toezien dat de Europese Unie alle mogelijkheden benut om in de diverse geagendeerde debatten ernstige mensenrechtenschendingen aan de orde te stellen. Nederland zal waar nodig aandacht vragen voor de onafhankelijkheid en effectiviteit van zowel het OHCHR als de speciale procedures, alsmede de mogelijkheid van het maatschappelijk middenveld om te participeren in het werk van de Mensenrechtenraad.

Landensituaties

De mensenrechtensituatie in de DRC is in het afgelopen jaar verslechterd. Hoewel de DRC zich in december jl. constructief opstelde tijdens het landenexamen in de Raad, wordt betwijfeld of de regering in staat is om serieus gevolg te geven aan de meer dan honderd aanbevelingen die naar aanleiding van dat examen zijn gedaan. Nederland zal het belang onderstrepen van implementatie van een aantal aanbevelingen die de DRC niet wilde overnemen, waaronder uitlevering van de door de ICC gezochte rebel Bosco Ntaganda. Verder zal Nederland zich actief inzetten voor een nieuw landenmandaat voor de DRC. De onafhankelijke expert die aan een dergelijk mandaat uitvoering zal moeten geven, kan de regering helpen om de meest belangrijke aanbevelingen te implementeren.

In Guinee vonden tijdens en in de nasleep van protesten op 28 september 2009 grove mensenrechtenschendingen plaats, waaronder buitenrechtelijke executies, martelingen, verkrachtingen en arbitraire detentie. Nederland zal actieve steun geven aan een resolutie met betrekking tot Guinee, die moet leiden tot monitoring van de mensenrechtensituatie in het land door een missie van OHCHR, danwel een nieuw in te stellen onafhankelijke deskundige voor dat land.

Nederland zal zich inzetten voor effectieve aandacht van de Raad voor de uiterst zorgelijke mensenrechtensituatie in Somalië, inclusief de situatie van ontheemden, vrouwen, kinderen en minderheden.

Naar aanleiding van een resolutie die werd aangenomen tijdens de Speciale Zitting over de mensenrechtensituatie in Gaza n.a.v. het verschijnen van het Goldstone-rapport (oktober 2009) zal tijdens deze zitting een inhoudelijke discussie plaatsvinden over de opvolging die partijen hebben gegeven aan de aanbevelingen uit de resolutie. Deze discussie zal gevoed worden door rapportages van HCHR Pillay en SGVN over de wijze waarop partijen onderzoek hebben verricht naar in het Goldstone-rapport genoemde incidenten. Nederland verwelkomt een inhoudelijke discussie tijdens de komende zitting en zet in op een correcte en evenwichtige behandeling van de rol van de betrokken partijen. Indien een resolutie ter tafel komt, zal Nederland inzetten op een evenwichtige tekst die bijdraagt aan de voortgang van het Midden-Oostenvredesproces en derhalve gericht is op een spoedige afronding van de discussies over het Goldstone-rapport.

Nederland zal aandacht vragen voor de algemene verslechtering van de mensenrechtensituatie in Iran, waarbij de nasleep van de verkiezingen op 12 juni 2009 centraal zal staan. De arrestaties en vervolging van onder meer oppositieleden, journalisten en religieuze minderheden baren grote zorgen, net als de ingrijpende censuur van internet en andere media die de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting in Iran ernstig beperkt. De opstelling van Iran tijdens het recente landenexamen in de Raad was teleurstellend; het land legde een groot aantal aanbevelingen op het gebied van mensenrechten naast zich neer. Thans vindt overleg plaats met een aantal gelijkgezinde landen over de wijze waarop de mensenrechtensituatie in Iran het beste in de Mensenrechtenraad aan de orde gesteld kan worden. Nederland zet hierbij in op de aanname van een resolutie over de mensenrechtensituatie in Iran waarmee mogelijk een speciaal rapporteur voor dat land wordt aangesteld.

Hoewel in Birma verkiezingen zijn gepland en wordt samengewerkt met de ILO in de strijd tegen gedwongen arbeid en er in die zin sprake is van enige hoopvolle signalen, blijft de mensenrechtensituatie in dat land voorwerp van voortdurende zorg. Van vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en mediavrijheid is geen sprake. Nederland veroordeelt de recente rechtszaak, veroordeling en verlenging van het huisarrest van Aung San Suu Kyi, alsook de verwerping van haar beroep tegen deze veroordeling. Ook de ruim 2.100 politieke gevangenen, de situatie in gevangenissen en de behandeling van etnische minderheden vormen een voortdurende bron van zorg. Nederland zal daarom inzetten op verlenging van het mandaat van de Speciaal Rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Birma en de door de Europese Unie voorbereide resolutie terzake steunen.

Noord-Korea is partij bij het IVBPR, het ICESCR, CEDAW en het Kinderrechtenverdrag, maar desondanks blijft de mensenrechtensituatie in dat land uiterst zorgelijk, waarbij ondermeer kan worden gerefereerd aan het ontbreken van vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering en persvrijheid. Economische en sociale rechten worden eveneens met voeten getreden. De regering weigert medewerking met het OHCHR en de speciale VN-rapporteurs. Nederland zal er dan ook op aandringen dat het mandaat van de Speciale Rapporteur verlengd wordt, en dat de Noordkoreaanse autoriteiten aan de die Speciale Rapporteur alle medewerking verlenen. Nederland zal zich daarom inzetten om de door de Europese Unie voorbereide resolutie te doen aannemen.

Thematische kwesties

Vier speciale procedures (Speciale Rapporteur inzake de Bescherming van Mensenrechten in de Strijd tegen het Terrorisme, Speciale Rapporteur inzake foltering, alsmede de Werkgroepen `arbitraire detentie' en `gedwongen verdwijningen') hebben gezamenlijk het onderzoek uitgevoerd inzake geheime detentie in de context van terrorismebestrijding. In totaal worden in het rapport 70 landen besproken. Landen als Egypte en Pakistan proberen de bespreking van dit rapport in de Mensenrechtenraad op procedurele gronden tegen te houden, terwijl Westerse landen als het VK en de VS de discussie met de betrokken speciale procedures juist willen aangaan. Nederland zal zich in deze kwestie verzetten tegen elke poging om de onafhankelijkheid van de speciale procedures verder in te perken met een beroep op de voor hen door de Mensenrechtenraad in 2007 opgestelde Code of Conduct. Verder zal Nederland waardering uitspreken voor de samenwerking tussen de speciale procedures.

Mexico zal zijn jaarlijkse resolutie over terrorismebestrijding en mensenrechten indienen. Nederland waardeert de Mexicaanse inzet; aandacht voor mensenrechten is cruciaal bij de bestrijding van terrorisme. Nederland zal het belang van de transparante procedures inzake listing/delisting onderstrepen en overlegt thans met een aantal gelijkgezinde landen over een gezamenlijke af te leggen verklaring terzake.

Naar verwachting zal Pakistan, namens de landen van de OIC, net als vorig jaar een resolutie indienen over godsdienstlastering. Nederland zal zich opnieuw tegen dit initiatief verzetten vanuit de overtuiging dat het mensenrechtenacquis bedoeld is om individuen te beschermen en niet godsdiensten, ideologieën of ander gedachtegoed. Nederland zal, met gelijkgezinde landen, verdedigen dat in naam van religie geen beperkingen mogen worden gesteld aan individuele vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting. Hoewel het waarschijnlijk is dat de resolutie ook dit jaar bij stemming zal worden aangenomen, zal de EU actief lobbyen om ervoor te zorgen dat de trend die het afgelopen jaar in de AVVN zichtbaar werd dat steeds minder landen resoluties inzake godsdienstlastering steunen, zich ook in de Mensenrechtenraad voortzet.

In juli is Asma Jahangir zes jaar Speciaal Rapporteur inzake de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging geweest en zal zij daarom haar functie neerleggen 1 . Zij heeft in die functie steeds nauwgezet en zonder een blad voor de mond te nemen gerapporteerd over wereldwijde schendingen van die vrijheid. Nederland zal tijdens de interactieve dialoog die zij met de Mensenrechtenraad op 11 maart voert, mevrouw Jahangir danken voor haar tomeloze inzet en haar vragen haar meest recente aanbevelingen op het gebied van preventie van religieuze onverdraagzaamheid toe te lichten.

Zoals ik uw Kamer heb toegezegd tijdens een AO in juni 2009, heb ik in november 2009 het onderwerp discriminatie op basis van werk en afkomst (en de situatie van de Dalits in het bijzonder) doen opbrengen bij Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Pillay. Nederland zal tijdens de komende zitting in overleg met EU-partners en het kantoor van de Hoge Commissaris bezien op welke wijze aandacht gevraagd kan worden voor discriminatie op basis van werk en afkomst.

Nederland zal tijdens de komende zitting uiteraard aandacht besteden aan de rechten van het kind. Via de EU wordt op dit gebied actief samengewerkt met de GRULAC. De GRULAC heeft een voorstel gedaan voor de jaarlijkse kinderresolutie met dit keer als thema seksueel geweld tegen kinderen. De resolutie sluit goed aan op de aandacht die Nederland afgelopen jaar heeft gevraagd voor het thema van geweld tegen meisjes, waarbij seksueel geweld een aandachtspunt was. Seksueel geweld tegen kinderen is tevens het onderwerp van de jaarlijkse kinderrechtendag van de Raad (10 maart a.s.). Voorts staat voor de eerste maal een interactieve dialoog gepland met de onlangs benoemde Speciaal Vertegenwoordiger Geweld tegen Kinderen, Marta Santos Pais. Nederland heeft zich actief ingezet voor haar benoeming en geeft financiële ondersteuning. Nederland zal in de Interactieve Dialoog steun uitspreken aan de SV en haar mandaat en zal lidstaten oproepen tot actieve samenwerking. Tijdens de zitting zal de Speciale Vertegenwoordiger haar eerste rapport presenteren. Nederland zal dat rapport verwelkomen en met name ook het voornemen van de SV te komen tot versterkte samenwerking met de ILO ter bestrijding van kinderarbeid. Nederland ziet een belangrijke rol weggelegd voor de SV op het gebied van kinderarbeid omdat de ergste vormen van kinderarbeid (zoals gedefinieerd in ILO-conventie 182) kwalificeren als 'geweld tegen kinderen' en dus binnen het mandaat van de SV vallen.

Nederland ondersteunt de traditioneel door Noorwegen ingediende resolutie over mensenrechtenverdedigers en zal in de interactieve dialoog met de Speciale Rapporteur voor Mensenrechtenverdedigers, Margaret Sekkaggya, zorg uitspreken voor de toenemende risico's die mensenrechtenverdedigers lopen omdat ze door autoriteiten of media worden gekarakteriseerd als terroristen of misdadigers. Nederland zal in de Raad melding maken van zijn voornemen om op 19 en 20 april aanstaande, een conferentie over mensenrechtenverdedigers en de nieuwe media te organiseren.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen


1 Het mandaat van Speciaal Rapporteur inzake de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging daarentegen hoeft echter pas in december verlengd te worden. Tijdens de 14e zitting van de MRR in juni zal worden onderhandeld over de verlenging van dit maandaat. Ook zal de President van de Mensenrechtenraad dan de opvolger van mevrouw Jahangir benoemen.