Wageningen Universiteit en Researchcentrum stikstofkunstmest op zandgrond
Lagere grasopbrengst na injectie van stikstofkunstmest op zandgrond


1 mrt 2010

Injectie van vloeibare stikstofkunstmest met een spaakwielbemester op grasland gaf in 2009 op zandgrond een lagere drogestof- en eiwitopbrengst vergeleken met het strooien van KAS. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen UR Livestock Research, gefinancierd door Productschap Zuivel.

Bemesting met 190 kg stikstof per hectare (70, 50, 40 en 30 kg N/ha voor de 1e t/m de 4e snede) gaf voor korrelmeststof KAS (kalkammonsalpeter) op jaarbasis een drogestofopbrengst van 15,9 ton/ha, en voor de vloeibare meststoffen gemiddeld 15,3 ton/ha (-4%). De eiwitopbrengst was respectievelijk 2,37 en 2,15 ton/ha (-9%), en de schijnbare stikstofbenutting 81 en 63% (-22%).

In 2008 werd op kleigrond eveneens een lagere opbrengst gemeten. In 2007 werd op zandgrond een hogere opbrengst gemeten. De gecombineerde onderzoeksresultaten, evenals resultaten van derden, geven aan dat bij het injecteren van vloeibare kunstmest geen generiek hogere opbrengst verwacht mag worden. Behalve soms hoger kan de opbrengst ook lager zijn dan bij het strooien van KAS.

Voor de praktijk betekent dit niet meteen dat injecteren van kunstmest onaantrekkelijk is. Voor individuele melkveehouders spelen aspecten als de nauwkeurigheid van bemesten, arbeidsgemak (uitbesteding van de bemesting), gratis zwavel in de meststof, en kostprijs van bemesting ook een rol bij de keuze tussen strooien of injecteren.

Een verklaring van de verschillen lijkt, naast weeromstandigheden, vooral ook te liggen in biologische bodemprocessen. Injecteren in plaats van strooien lijkt te kunnen leiden tot vastlegging van meer stikstof in de bodem. Hetzelfde lijkt ook te gelden als meststoffen met een hoger ammonium/ureumgehalte dan in ammoniumnitraat (50% NH4-N) geïnjecteerd worden. Verdiepend onderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen in deze mechanismen, om zo stikstofbenutting te kunnen maximaliseren.

Een presentatie met de belangrijkste resultaten, en de randvoorwaarden van het onderzoek, is hier te downloaden.

Contact
Herman de Boer
Tel. 0320 - 293 445