Unicef


'Bezuinigingen mogen niet ten koste gaan van kinderen'

Den Haag, 1 maart 2010 - De Nederlandse regering vindt dat de aankomende bezuinigingen niet ten koste mogen gaan van kinderen. Het jeugdbeleid moet hoog op de agenda blijven. Daarbij kunnen gemeenten de resultaten van het Kinderen in Tel-rapport heel goed gebruiken. Dat zei minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin vanochtend, toen hij dit rapport in ontvangst nam.

Het Kinderen in Tel-rapport concludeert dat het de afgelopen vijf jaar gestaag beter is gegaan met de kinderen in Nederland. Maar deze verbeteringen komen niet ten goede aan alle kinderen. De tweedeling tussen kinderen die in goede en slechte omstandigheden opgroeien neemt zelfs toe.

Sjoera Dikkers, woordvoerder van Kinderen in Tel: 'Hoewel we blij zijn dat de minister het rapport omarmt, hebben we van hem onvoldoende antwoord gehoord op de vraag hoe we het beste die tweedeling kunnen aanpakken.' Rouvoet zei verder dat de sleutel voor de verbetering van de leefsituatie van jongeren bij de gemeenten ligt; zij kennen die situatie ter plekke het beste.

Het onderzoek van Kinderen in Tel brengt de leefsituatie van de Nederlandse jeugd in beeld per provincie, gemeente en wijk. Ook geeft het boek aan welke gemeente de meeste vooruitgang heeft geboekt per onderzocht thema (indicator). Die indicatoren zijn bijvoorbeeld het aantal tienermoeders, speelruimte, achterstandsleerlingen, zuigelingensterfte, jeugdwerkloosheid en kindermishandeling. Ze zijn gebaseerd op het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind, dat de VN aannam in 1989.

Al vanaf 2006 onderzoekt Kinderen in Tel de leefsituatie van de Nederlandse jeugd. De algehele tendens over vijf jaar is dat er voor de meeste indicatoren sprake is van een verbetering voor kinderen. Dit is mede het gevolg van een aantal veranderingen in het jeugdbeleid waarvoor vanuit Kinderen in Tel is gepleit: er is een minister Jeugd en Gezin, er zijn steeds meer wethouders jeugd aangesteld en in het lokale jeugdbeleid is meer aandacht voor kinderrechten. Zo is het aantal tienermoeders in Rotterdam over de afgelopen 5 jaar gehalveerd. Datzelfde geldt voor het aantal voortijdige schoolverlaters in de gemeente Sluis.

Het onderzoek maakt ook zichtbaar dat, ondanks de verbeteringen, de verschillen binnen gemeenten soms groter worden. Zo is in de slechtste wijken van Nederland de situatie juist verslechterd; kinderen in gemeenten in Noord-Nederland en bepaalde wijken in de grote steden profiteren niet van de verbeteringen; in Nederland leven nog steeds bijna 200.000 kinderen in een achterstandspositie; vanwege de kredietcrisis zal de jeugdwerkeloosheid in Nederland de aankomende jaren alleen maar stijgen. Kortom, de verbeteringen komen vooral ten goede aan kinderen in de best scorende wijken, in de minst scorende wijken gaat het nog steeds slecht.

Kinderen in Tel maakt zich zorgen dat de kinderen die nu al in armoede leven het nog moeilijker gaan krijgen. Met de gemeenteraadsverkiezingen en de geplande bezuinigingen in het verschiet, moeten gemeenten daarom goed in de gaten houden dat ze met hun bezuinigingsplannen de meest kwetsbare kinderen ontzien. Want als kansen voor kinderen ongelijk verdeeld zijn kost het veel meer tijd, geld en inspanning om de daardoor ontstane problemen als schooluitval en criminaliteit, later op te lossen.

Kinderen in Tel is een samenwerkingsverband van verschillende organisaties in Nederland die zich met kinderrechten bezighouden, zoals Jantje Beton, UNICEF Nederland, Defence for Children, Stichting Kinderpostzegels Nederland, Johanna Kinderfonds, Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind in samenwerking met Stichting Alexander, Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS), Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB), Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg, Platform Ruimte voor de Jeugd, NUSO, Collegio en Scouting Nederland. Het Verwey-Jonker Instituut is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek.