GroenLinks
Laat de crisis onze kunst niet verschralen
Zaterdag 27 februari 2010, 13:11u - Mariko Peters
Laat de crisis onze kunst niet verschralen
Zonder kunst en cultuur geen bezieling, laat staan vooruitgang.
Gemeenten met een rijke cultuur klimmen sneller uit een economische
recessie. Dat zeggen Mariko Peters (Tweede Kamerlid), Rick Grashoff
(wethouder in Rotterdam, zie foto) en 12 andere wethouders van
GroenLinks in een opiniestuk dat vandaag in de Volkskrant is
verschenen.
Veel gemeenten zien in cultuur een gemakkelijke prooi om te
bezuinigen de komende crisisjaren. Dat blijkt uit de lokale
verkiezingsprogramma's en uit onderzoek van de NOS. In Den Haag en
Almere, beide in de running voor culturele hoofdstad, wil de PVV het
cultuurbudget halveren. In Rotterdam zet Leefbaar Rotterdam de
kunstenaar weg als 'subsidieslurper'. Ook bij de meer gevestigde
partijen klinkt dit geluid steeds duidelijker. Ze zien kunst en
cultuur als de kers op de taart, een leuk extraatje voor als het goed
gaat.
Veel meer dan bij andere beleidsterreinen staat de legitimiteit van
het cultuurbeleid ter discussie. Het belang van kunst is niet uit
te drukken in zoveel meer gezondheid, zoveel minder criminaliteit of
een zo veel lager begrotingstekort. Maar een bloeiende democratische
beschaving kan niet zonder een cultureel aanbod waar een breed deel
van de bevolking van profiteert. Cultuurbeleid dient namelijk een
algemeen belang.
Een democratie kan niet zonder publieke ruimte voor bevraging,
weerwoord, nieuwe verhalen en inzichten. Kunstenaar Jonas Staal heeft
terecht gesteld dat begrippen als leefbaarheid en vrijheid van
meningsuiting leeg zijn zonder architecten, schrijvers en beeldend
kunstenaars.
Zonder kunst en cultuur geen bezieling, vernieuwing en vooruitgang.
Zonder kunstenaars geen krachtige publieke ruimte. In een crisistijd
waarin verwachtingen over vanzelfsprekende multiculturaliteit of
ongebreidelde groei aan het schuiven gaan, is het juist de kunstenaar
die vanwege zijn autonome positie de samenleving een spiegel kan
voorhouden. Dat is geen luxe, maar een basisvoorziening van een
beschaafde democratie.
Naar kunst kijken en luisteren moet je leren. Uit onderzoek blijkt dat
cultuureducatie op de basisschool effectief is. Ook de muziekschool,
de vereniging of kunst op school zijn geen extraatjes. Zij genereren
het publiek en de kunstenaars van de toekomst. Nu bezuinigen, levert
een cultuurloze generatie op en leidt tot een verdere elitisering van
de kunst.
Met het wegvallen van de muziekschool zal de culturele elite wel wegen
vinden zijn kinderen kunst mee te geven. Dat geldt niet voor
kinderen bij wie kunstbeleving thuis niet vanzelfsprekend is.
Bezuinigen op kunstonderwijs heeft grote gevolgen voor de toekomst van
de kunsten en de kwaliteit ervan.
In de culturele sector wordt met relatief weinig geld veel werk
verzet. Kunstenaars werken vaak voor (minder dan) een minimumloon.
Relatief kleine bezuinigingen hebben daarom een levensgroot effect.
Daar komt bij dat in veel gemeenten in goede jaren een goed werkende
culturele infrastructuur is opgebouwd: instellingen werken samen,
hebben samen programma's ontwikkeld, kunnen elkaars publiek
uitwisselen. Er zijn verbanden gelegd met andere sectoren als
onderwijs, citymarketing, en bedrijfsleven. Een ondoordachte
bezuiniging kan jaren van opbouwwerk met een pennenstreek vernietigen.
Gemeenschapsgeld wordt weggegooid.
De politiek treedt niet in het vrije scheppingsproces van de
kunstenaar, maar als opdrachtgever kan de overheid haar politieke
doelstellingen voluit botvieren. Belangrijke culturele instellingen en
waardevol erfgoed laat je niet verschralen. Veelbelovende componisten
en ontwerpers geef je opdrachten en podia. Musea van de hoofdstad gooi
je niet tegelijkertijd dicht in een eindeloze bouwput. De overheid als
verantwoordelijke voor de publieke ruimte moet de samenleving laten
profiteren van de rijkdom van kunstenaars en cultuurinstellingen.
Cultuurbeleid ter ondersteuning van autonome kunst dient dus een
publiek belang. Maar kunst heeft niet alleen intrinsieke waarde.
Onderzoek van econoom Gerard Marlet wijst uit dat een cultureel rijke
gemeente economisch sterker in zijn schoenen staat en sneller uit een
recessie kan klimmen. Niet alleen vestigen bedrijven zich makkelijker,
cultuur trekt ook een productieve, creatieve en hoog opgeleide
bevolking aan. Bovendien gaan theaterbezoekers uit eten en maken ze
gebruik van het openbaar vervoer. Om een voorbeeld te geven. Inwoners
van Utrecht geven gemiddeld per jaar 25 euro uit aan Muziekcentrum
Vredenburg. Het muziekcentrum levert de gemeente 250 euro per jaar
per inwoner op.
Bezuinigen op kunst en cultuur is vaak symbolisch: het maakt korte
metten met `linkse hobby's' maar zet financieel weinig zoden aan de
dijk. Tegelijk staat zo'n keuze wel symbool voor een verarmde visie op
de publieke ruimte. Een levendige, uitdagende en mooie publieke ruimte
is onmisbaar in tijden van economische en politieke hervorming.
Ondoordachte gemeentebesluiten hebben grote effecten die de kleine
bezuiniging niet waard zijn.
Mariko Peters is Tweede Kamerlid voor GroenLinks
Rik Grashoff is wethouder Rotterdam voor GroenLinks
Robbert van Heuven, Kunst en cultuurwerkgroep GroenLinks
Karen Bebelaar, stadsdeelbestuurder Rotterdam Delfshaven
Gerrit Berkelder, wethouder Deventer
Isabelle Diks, wethouder Leeuwarden
Johan Grijzen, stadsdeelbestuurder Rotterdam IJsselmonde
Ruud Grondel, wethouder Diemen
Raf Jansen, wethouder Peel en Maas
Marijke Kleijweg, wethouder Voorschoten
Jan Koudijs, wethouder Houten
Yvonne Lammers, stadsdeelbestuurder Amsterdam Oud West
Joke Leenders, wethouder Zeist
Herman Mittendorff, wethouder De Bilt
Mart van Poel. Wethouder Heusden
Mario Post, wethouder Menterwolde
Wilfried Romp, wethouder Zaltbommel
Peter Roos, wethouder Wormerland
Nelleke Schenkkan, wethouder Wijdemeren
Hetty Tindemans, wethouder Valkenswaard
Marcel Vissers, wethouder Noordwijkerhout
Wilbert Willems, wethouder Breda
Loes Ypma, wethouder Woerden
Maria Zaal, wethouder Papendrecht