Federale regering Belgie


Internationale overeenkomst

Overeenkomst met Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, VJRM, Moldavië, Montenegro, Servië en Kosovo

De ministerraad heeft zijn goedkeuring verleend aan het voorontwerp van wet houdende instemming met de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek Moldavië, Montenegro, de Republiek Servië en de United Nations Interim Administration Mission in Kosovo in naam van Kosovo in overeenstemming met resolutie 1244 van de VN-veiligheidsraad, betreffende de voorrechten en immuniteiten van het Secretariaat van het Central European Free Trade Agreement (Brussel, 26 juni 2008).

De overeenkomst verduidelijkt een aantal aspecten van de voorrechten en immuniteiten die België toekent met het oog op de goede werking van het secretariaat van het CEFTA.

Het Central European Free Trade Agreement (CEFTA) werd in 1992 ondertekend door de vier landen van de Visegràd-groep, namelijk Polen, Hongarije, de Tsjechische Republiek en Slovakije. Het was de bedoeling om via de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst, de nodige interne aanpassingen door te voeren met het oog op een toekomstig lidmaatschap van de EU.

In de daaropvolgende jaren traden ook Slovenië, Roemenië, Bulgarije, Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM) toe tot CEFTA. De toetreding in 2004 en 2007 tot de EU van de meeste van de oorspronkelijke CEFTA-landen maakte het overbodig om partij te blijven in de overeenkomst, zodat CEFTA beperkt bleef tot Kroatië en de VJRM.

Daarom werd in 2006 beslist CEFTA uit te breiden tot de overige landen van de Balkan die ondersteund door het stabiliteitspact voor Zuid-Oost-Europa onder elkaar al een aantal bilaterale vrijhandelsovereenkomsten hadden gesloten. Bedoeling is de betrokken landen voor te bereiden op het EU-lidmaatschap. Het secretariaat van CEFTA is gevestigd in Brussel.