Gemeente Utrecht


| |
|Datum 24 februari 2010                                                |
|                                                                      |
|Oude Houtensepad en Weg naar Rhijnauwen herleven als tolweg           |
|Het Oude Houtensepad in Lunetten krijgt een informatiebord over zijn  |
|geschiedenis. Het Oude Houtenspad was in het het verleden een         |
|belangrijke ontsluitingsweg van Utrecht en lange tijd een tolweg.     |
|Eenzelfde bord staat aan de Weg naar Rhijnauwen, bij de oude          |
|tolwachterswoning, nu Restaurant Het Oude Tolhuys. Daar staan ook een |
|kopie van een tolboom en een tolhuisje. Vrijdag 26 februari onthullen |
|wethouder Marka Spit en een buurtbewoner het informatiebord over de   |
|tolroute aan het Oude Houtensepad. Op de borden staan ook de          |
|toltarieven en oude foto's.                                           |
|                                                                      |
|Rondom Utrecht waren in het verleden diverse tolwegen. Het Oude       |
|Houtensepad, dat eerder Houtense  Zandweg heette, en de Weg naar      |
|Rhijnauwen waren in de negentiende eeuw belangrijke ontsluitingswegen |
|van Utrecht. De één liep naar Houten en Schalkwijk, de ander richting |
|Bunnik en Zeist. Langs beide wegen herinneren karakteristieke         |
|tolwachterswoningen nog aan het verleden als tolweg.                  |
|                                                                      |
|In de tweede helft van de negentiende eeuw werd Het Oude Houtensepad  |
|doorsneden door een dubbele spoorweg, de trajecten Utrecht-Arnhem     |
|(1864) en Utrecht-Den Bosch (1870). Er kwamen meer toegangswegen naar |
|Utrecht vanuit het Zuiden en het Houtensepad werd minder aantrekkelijk|
|als doorgangsroute. De spoorwegovergangen werden daardoor overbodig en|
|in de jaren zeventig van de vorige eeuw definitief opgeheven. Het Oude|
|Houtensepad werd een doodlopende weg. Ook de Weg naar Rhijnauwen werd |
|steeds minder belangrijk als doorgangsweg.                            |
|                                                                      |
|Een cent voor een koe                                                 |
|In de Romeinse tijd werd in Nederland al tol geheven om het onderhoud |
|en de verbetering van de wegen te financieren. Om wildgroei van       |
|tarieven te voorkomen, stelde de Raad van State in 1831 een landelijk |
|tariefstelsel in. Om de stad in te komen moest een passant met een    |
|paard f 0,05 tol betalen. Een koe invoeren kostte f 0,01 en voor      |
|doortocht met een rijtuig met twee wielen en aangespand paard was     |
|iemand f 0, 08 kwijt. In 1899 werden de tolheffingen op de rijkswegen |
|afgeschaft. Op de provinciale wegen verdwenen de laatst               |
|overgebleven tollen pas in 1953. De invoering van de wegen- en        |
|motorrijtuigenbelasting betekende het definitieve einde van het innen |
|van tolgelden.                                                        |
|                                                                      |
|Werkgroep Directe Voorzieningen                                       |
|Het initiatief voor het informatiebord is afkomstig van de Werkgroep  |
|Directe Voorzieningen van de gemeente Utrecht. De Werkgroep zet zich  |
|in voor herstel van historische en karakteristieke elementen in het   |
|Utrechtse straatbeeld.                                                |