Provincie Noord-Brabant


|Dit is een gezamenlijk bericht van de provincie   |
|Noord-Brabant en het Samenwerkingsverband Regio   |
|Eindhoven (SRE).                                  |
|Datum         |
|26 februari   |
|2010          |
|Nummer        |
|38            |

Wilhelmina-alternatief verder onderzocht:
Voorlopig advies over Ruit Eindhoven
De toekomstige oost-westverbinding van de Ruit Eindhoven komt waarschijnlijk in de buurt van het Wilhelminakanaal te liggen. Dit blijkt uit het plan-MER waarin verschillende alternatieven onderzocht zijn op natuur, water, leefmilieu, de economische, verkeerskundige en ruimtelijke effecten.
De stuurgroep Noordoostcorridor wil de nieuwe oost-westverbinding tussen A50/A58 en de N279 in de buurt van het Wilhelminakanaal, gekoppeld aan een opgewaardeerde N279 tussen Veghel en de A67, verder uitwerken. De stuurgroep beschouwt dit voorkeursalternatief als een voorlopig bestuurlijk advies aan de provincie.
Dit bevestigt het bestuurlijk voorkeursalternatief uit het Bereikbaarheidsakkoord van 2007.
Een aantal knelpunten wil men de komende maanden nader onderzoeken. Dit is onder andere de situatie nabij Dierdonk (Helmond), Veghel en Laarbeek. Tevens is de afspraak met Laarbeek gemaakt om het noordelijk alternatief vanaf de A58 richting Mariahout en Beek en Donk hierbij te betrekken. Ook worden de kosten verder uitgewerkt bijvoorbeeld van tunnels. Het is de bedoeling om daarna te komen tot een definitief advies aan de provincie.

Resultaten
Uit de eerste resultaten van het plan-MER blijkt dat het alleen verdubbelen van de N279 onvoldoende perspectief biedt. Ook het noordelijke alternatief vanaf de A50 is simpelweg te ver gelegen om een volwaardige oplossing te kunnen zijn voor het bewoonde middengebied van de regio.
Het Wilhelmina-alternatief kent een volledig zuidelijke ligging of een verbinding die ten zuiden van het kanaal ligt, een oversteek maakt en weer ten zuiden van het kanaal uitkomt.

Proces
De provincie Noord-Brabant is het bevoegde gezag dat de procedures voor haar rekening neemt. Het voorkeursalternatief wordt uitgewerkt in een ontwerp partiële herziening van de provinciale structuurvisie, met de resultaten van de plan-m.e.r als bijlage en een startnotitie voor de volgende (besluitMER) fase. Deze procedure wordt rond de zomer ingezet. Hierop is inspraak mogelijk. Dit betekent dat niet eerder dan in 2011 duidelijk is waar de nieuwe weg exact komt te liggen en in welke vorm.

De voltooiing van de Ruit Eindhoven staat niet op zichzelf maar is een onderdeel van de gebiedsontwikkeling van Brainport. De samenhang bepaalt het resultaat voor een goede bereikbaarheid, de kwaliteit van leven en wonen, de robuustheid van het wegennetwerk en ruimtelijk-economische en de ontwikkeling van natuur en water. Naast verbetering van de bereikbaarheid wordt er ook fors geïnvesteerd in het groene middengebied tussen Eindhoven en Helmond. Daarom worden de stuurgroepen voor de noordoostcorridor en het middengebied samengevoegd.
Het rijk heeft inmiddels E 254 miljoen ter beschikking gesteld voor nieuwe infrastructuur.


Einde persbericht