Universiteit van Tilburg

Persbericht 22 februari 2010

Verstandelijk beperkten en familie niet intensief betrokken bij besluiten in zorgtraject

26 februari promotie en symposium over kwaliteit van zorgtrajecten

Mensen met een verstandelijke beperking en hun familieleden vinden dat zorgorganisaties te weinig luisteren naar hun wensen bij het zoeken naar passende woonvormen, arbeidsplaatsen en zorg. Dat geldt vooral voor mensen die met meer dan vijf gezondheidsinstanties te maken krijgen. En hoger opgeleide familieleden voelen zich minder gehoord dan lager opgeleiden. Dat concludeert promovenda Janneke Barelds, die een uniek instrument ontwikkelde voor het meten van kwaliteitsaspecten van zorgtrajecten.

Tijdens zorgtrajecten krijgen mensen met een verstandelijke beperking en hun gezinsleden te maken met diverse organisaties op het gebied van dienstverlening. Deze trajecten zijn vaak langdurig en complex. Het instrument QUALITRA-ID(-P) meet of cliënten en hun families tevreden zijn over de kwaliteit van zorgtrajecten. Het bestaat uit een mondeling interview voor mensen met een verstandelijke beperking zelf en een schriftelijke vragenlijst voor ouders of verwanten. Zulke informatie is noodzakelijk gezien de huidige ontwikkelingen naar een meer vraaggerichte zorg en maatwerk door zorgaanbieders. En is dus van belang voor zowel cliënten en zorgaanbieders áls verzekeraars.

Uit de mondelinge interviews met cliënten kwam naar voren dat zij vinden dat de professionals te weinig met hen persoonlijk spreken. Ook worden ze te weinig betrokken bij besluitvormingsprocessen. Bovendien ontvangen zij te weinig informatie over mogelijke ondersteuningsvormen om bepaalde diensten uit te proberen.

Uit de schriftelijke vragenlijst bleek dat familieleden die hoger opgeleid zijn, vaker het gevoel hebben niet serieus genomen te worden, dan ouders en verwanten die een lagere opleiding hebben gehad. Mogelijk omdat de eersten kritischer, maar misschien ook veeleisender en mondiger zijn. Barelds beveelt zorginstanties aan daar in hun contacten meer rekening mee te houden.

Ook het aantal zorg- en dienstverlenende instanties waar mensen mee te maken krijgen heeft invloed op de beoordeling van de kwaliteit van zorgtrajecten: ouders en verwanten die met maximaal vijf instanties te maken hebben gehad tonen zich meer tevreden over het traject, dan mensen die afhankelijk zijn van nog meer organisaties.

Janneke Barelds (Monster, 1983) studeerde Organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Tilburg. Zij is werkzaam bij Tranzo (van de faculteit Sociale Wetenschappen van de UvT). Het onderzoek werd uitgevoerd bij Tranzo in opdracht van de Regionale Federatie van Ouderverenigingen Zuidoost Brabant. Het onderzoek werd gefinancierd door de Wetenschapswinkel van de UvT, de provincie Noord-Brabant en CZ-zorgkantoor.

Symposium
Voorafgaand aan de promotie van Barelds vindt er om 10.30 uur een symposium plaats rond het thema van haar proefschrift dat wordt georganiseerd door Tranzo en de Wetenschapswinkel: 'De kwaliteit van trajecten van zorg- en dienstverlening voor mensen met een beperking'. Vertegenwoordigers van zorgaanbieders, zorggebruikers en de wetenschap zullen spreken over het gebruik van de QUALITRA-ID(-P) in de zorg.