Fiscale nieuwsflits 17 februari 2010
Nieuwsbericht | 24-02-2010 | Inkomstenbelasting
In deze fiscale nieuwsflits licht de staatssecretaris toe waarom hij
zijn cassatieberoep heeft ingetrokken. Hij is het oneens met de
hofuitspraak over de gevolgen van een niet marktconforme huur voor een
aan een derde verhuurd bedrijfspand.
IB: niet markt-conforme huurprijs nog vanuit onderneming genoten?
De staatssecretaris laat weten het oneens te zijn met de hofuitspraak
over de gevolgen van een niet marktconforme huur voor een aan een
derde verhuurd bedrijfspand. Hij licht toe waarom hij zijn
cassatieberoep desondanks heeft ingetrokken.
B dreef met zijn echtgenote in de vorm van een firma een onderneming
waarvan de activiteiten onder meer bestonden uit de verkoop en revisie
van (onderdelen) van remsystemen voor auto's. Per 31 december 2001 is
de onderneming en met ingang van 1 januari 2002 is de onderneming
overgenomen door X bv.
De activiteiten van de onderneming vonden plaats in een bedrijfspand.
In verband met de staking is dit pand overgebracht naar privé. B en
zijn echtgenote hebben het pand na de staking verhuurd aan X bv. In
geschil is onder meer of de inspecteur terecht heeft nagevorderd nu
hij van oordeel is dat het bedrijfspand voor een te lage waarde is
overgegaan naar het privé-vermogen.
Nadat het hof had overwogen hoe die waarde naar zijn oordeel moest
worden bepaald, stelde het verder vast dat de overeengekomen huur van
het bedrijfspand niet marktconform was, doch hoger. Het hof oordeelde
dat de verhuur heeft plaatsgevonden na de staking van de onderneming
en dat de onroerende zaak dan dus tot het privévermogen behoort. De
verhuur geschiedt volgens het hof niet vanuit de onderneming. Daarom
wordt geoordeeld dat het voordeel uit de hoge huur geheel tot de
privésfeer behoort.
In zijn cassatieberoepschrift stelt de staatssecretaris dat hij het
oneens met het hof dat de verhuur plaatsvond na de staking en de
onroerende zaak dus tot het privévermogen behoort. De staatssecretaris
gaat in zijn toelichting in op het hofoordeel en concludeert dat dit
onbegrijpelijk is. Volgens hem behoort het voordeel uit de hoge huur
wel degelijk tot de stakingswinst. Toch ziet hij af van het doorzetten
van deze zaak omdat er geen belang aanwezig is.
Toelichting staatssecretaris van 2 februari 2010 nr. DGB 2009-6706 op
intrekking cassatieberoep inzake lopende procedure Hoge Raad nr.
2009/05121 n.a.v. uitspraak Hof Den Haag van 3 november 2009 ,
2007/00471, 2001, Ib 1964 7 en 8
Meer informatie
* Toelichting staatssecretaris 2 februari 2010, nr. DGB2009-6706
02-02-2010 | PDF bestand, 14 Kb
* Uitspraak Hof 's-Gravenhage van 3 november 2009, 2007/00471 is tot
op heden niet gepubliceerd.
Zie het origineel
Ministerie van Financiën