Rekenkamer Rotterdam

Rapport plannen die wijken

voorwoord

Er zijn weinig vraagstukken die zo dicht bij de burger staan als wijkveilgheid. Veiligheid vormt zo blijkt uit vele enquêtes voor veel burgers een van de belangrijkste politieke aandachtspunten. In het krachtig gegroeide Barendrecht ligt dit niet heel veel anders. Ook voor college en raad is het duidelijk dat de recente groeistuipen gepaard zijn gegaan met steeds complexere
veiligheidsvraagstukken.Vraagstukken die zowel betrekking hebben op verkeersveiligheid, op de sociale veiligheid (overlast, vernielingen) en op (zware) riminaliteit (wietplantages en mensenhandel).

Behalve de traditionele opsporingsdiensten zoals politie en justitie vormen in toenemende mate ook organisaties als woningbouwcorporaties, energiebedrijven en bewonersorganisaties een belangrijke rol in de bestrijding van overlast en het oprollen van wietplantages.Veelal onder regie van de gemeentelijke autoriteiten.

In de wijkveiligheidsplannen en nadien in de gebiedsplannen is deze aanpak goed zichtbaar. Als gevolg van de bestuurlijke complexiteit veroorzaakt door de vele betrokken partijen, is het echter erg lastig om snel resultaat te boeken. Dit vergt een grote en wellicht langdurige inzet van de gemeente, zowel op ambtelijk als op politiekbestuurlijk niveau.

In het onderhavige onderzoek heeft de rekenkamer ondermeer geconstateerd dat aan die inzet ondanks alle ambities nogal het nodige schort. Een meer intensieve ambtelijke inzet is noodzakelijk om de ambities inzake de gebiedsplannen te kunnen realiseren.

Hoewel de bestuurlijke behandeling van de wijkveiligheidsplannen en gebiedsplannen op een correcte wijze heeft plaatsgevonden, zou naar de mening van de rekenkamer een intensievere dialoog mogen plaatsvinden tussen raad en college over een onderwerp dat zo dicht bij de Barendrechtse burger staat.

In meer algemene zin kan worden gesteld dat de (snelle) ontwikkeling van Barendrecht van dorp naar grootstedelijk gebied een grotere mate van dualiteit vereist dan thans gewoon is, zonder overigens de positieve kanten van de bestaande bestuurscultuur uit het oog te verliezen.

Voor haar onderzoek heeft de rekenkamer veel informatie verzameld. De rekenkamer is de contactpersonen en geïnterviewden erkentelijk voor hun medewerking. Het onderzoek werd verricht door Esther Doodkorte, Shona Dickson en Ed Elferink.

Paul Hofstra

Directeur Rekenkamer Barendrecht
Minervahuis II, Meent 94 Postbus 70012 3000 KP Rotterdam telefoon: 010- 4172242