Ga naar de homepage (Alt h)
Centraal Planbureau
Persbericht 5
Datum: 23 februari 2010
Hogere kinderopvangsubsidie heeft slechts klein effect op werkgelegenheid
De overheidsuitgaven aan kinderopvang zijn sinds de invoering van de
Wet kinderopvang in 2005 sterk gestegen. De hogere
kinderopvangsubsidies hebben de werkgelegenheid verhoogd. Maar bij de
huidige subsidievoet van gemiddeld bijna 80% is het effect van een
verdere verhoging op de werkgelegenheid klein. Een verdere verhoging
leidt met name tot het vervangen van informele door formele opvang.
Dit zijn de belangrijkste conclusies die onderzoeker Egbert Jongen van
het Centraal Planbureau trekt in het vandaag gepubliceerde CPB
Document Child care subsidies revisited.
Sterke groei overheidsuitgaven aan kinderopvang
Sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 is de formele
kinderopvang sterk gegroeid, zie figuur 1 (KDV = kinderdagopvang, BSO
= buitenschoolse opvang en GOO = gastouderopvang). Over dezelfde
periode groeiden de overheidsuitgaven aan kinderopvang van een kleine
700 miljoen euro tot bijna 3 miljard euro, door een hoger gebruik en
door een hogere subsidie per opvanguur. Recentelijk is de subsidiëring
enigszins beperkt, maar deze aanpassing is relatief klein ten opzichte
van de intensiveringen in de jaren daarvoor.
Groei arbeidsparticipatie jonge moeders sinds Wet kinderopvang niet
uitzonderlijk
Na de invoering van de Wet kinderopvang is de groei in de participatie
van jonge moeders niet opmerkelijk hoog geweest, zie figuur 2. De
groei is vergelijkbaar met die van het begin van de eeuw en stukken
lager dan de groei in de jaren negentig. De wat hogere groei na 2005
ten opzichte van de jaren daarvoor lijkt grotendeels conjunctureel: de
participatie van vrouwen zonder kinderen kende na 2005 dezelfde hogere
groei ten opzichte van de jaren daarvoor.
Aandeel informele opvang sterk geslonken
Hoe valt de sterke stijging van de formele opvang te rijmen met een
niet uitzonderlijke groei in de participatie van jonge moeders? De
missing link is de verschuiving die heeft plaatsgevonden van informele
naar formele opvang. Data uit een recente studie van Caroline Berden
en Lucy Kok van SEO laat dit zien, zie Figuur 1. Volgens de enquête
van SEO steeg het aandeel formele opvang in het totaal van formele en
informele opvang voor 0- tot 3-jarigen tussen 2004 en 2008 van 60 naar
80%. Voor 4- tot 12-jarigen steeg het aandeel over dezelfde periode
van 20 naar 50%.
Effect op de werkgelegenheid bij het huidige subsidieniveau is klein
De analyse in het CPB Document laat zien dat bij het huidige
subsidieniveau de effecten van een hogere kinderopvangsubsidie op de
arbeidsparticipatie klein zijn. Een verlaging van de formele
ouderbijdrage met 25% kost de overheid een kleine 400 miljoen euro,
maar levert minder dan 0,1% extra werkgelegenheid op.
Effectiviteit neemt af met de subsidiehoogte
Dat betekent echter niet dat de huidige overheidsuitgaven aan
kinderopvang geen effectieve bijdrage hebben geleverd aan de
arbeidsparticipatie. Wanneer we de subsidie verhogen dan neemt de
substitutie van informele door formele opvang echter meer dan
evenredig toe, er lekt steeds meer weg. Oftewel, de eerste euro's
subsidie zijn voor de participatie het meest effectief. Bij een
relatief kleine bezuiniging (zoals in 2009) is het verlies aan
werkgelegenheid per euro subsidie die wordt weggenomen nog klein, maar
bij een grote bezuiniging loopt het verlies aan werkgelegenheid per
euro subsidie aanzienlijk op.
Figuur 1
Figuur 2
Bron: CBS, OCW en SEO, bewerking CPB.
Bron: EBB, bewerking CPB.
Centraal Planbureau