Landbouw- en Visserijraad 22 februari 2010
"Etikettering dierenwelzijn zinvol instrument"
Nieuwsbericht | 23-02-2010
"Etikettering en informatiecampagnes kunnen consumenten stimuleren tot
het kopen van diervriendelijke producten." Aldus minister Verburg van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Etikettering van
dierenwelzijn was één van de onderwerpen waarover de Landbouw- en
Visserijraad heeft gesproken.
Etikettering dierenwelzijn
De Europese ministers van landbouw hebben een debat gevoerd over
etikettering van dierenwelzijn naar aanleiding van een rapport dat de
Europese Commissie in oktober 2009 hierover had uitgebracht Minister
Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) zei in
haar bijdrage dat etikettering en informatiecampagnes zinvolle
instrumenten kunnen zijn om dierenwelzijn via het marktspoor te
verbeteren. Verburg: "Etikettering en informatiecampagnes kunnen
consumenten stimuleren tot het kopen van diervriendelijke producten.
Het gaat daarbij om producten die tot stand zijn gekomen volgens
niveaus die verder gaan dan de minimale Europese wettelijke eisen voor
dierenwelzijn. Veehouders kunnen op deze manier marktkansen benutten
en hun meerkosten terugverdienen".
Verburg zei in de Raad dat Nederland het laatste jaar ervaring heeft
opgedaan met etikettering van diervriendelijke producten. De
Dierenbescherming heeft een sterrensysteem ontwikkeld. Producten die
tot stand zijn gekomen volgens bovenwettelijke eisen voor
dierenwelzijn krijgen op de verpakking een of meer sterren met het
logo van de Dierenbescherming. Dit initiatief is een succes. De
verkoop van deze producten stijgt fors. De grootste supermarktketen
van Nederland heeft besloten dat vanaf 2011 alleen nog maar vers
varkensvlees in de schappen ligt met een positieve waardering van de
Dierenbescherming. "Deze trend is belangrijk voor dierenwelzijn en
biedt eerlijke en goede marktkansen voor de veehouder", aldus Verburg.
Verder vindt Verburg het belangrijk dat niet alleen wordt gekeken naar
primaire producten, maar ook naar samenwerking in de gehele
voedselketen.
Toekomst van het Europees landbouwbeleid; marktmaatregelen na 2013
De discussie over de toekomst van de marktmaatregelen is een
belangrijk onderwerp van het Spaanse voorzitterschap. De Raad van
landbouwministers heeft gediscussieerd over marktinstrumenten van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2013.
In de visie van Nederland op de toekomst van het Europees
landbouwbeleid ligt de nadruk op ondernemerschap, concurrentiekracht,
innovatie en verduurzaming. Het toekomstig beleid moet in dienst staan
van de versterking van de concurrentiekracht en marktoriëntatie van de
agrarische sector. Verder marktoriëntatie moet gestimuleerd worden, in
combinatie met verdere verduurzaming van de productie. Via vernieuwing
en verduurzaming moet de agrarische sector een krachtige
concurrentiepositie behouden.
Door de overeengekomen afbouw van marktmaatregelen ontstaan echter
grotere fluctuaties in het agrarisch bedrijfsinkomen. Nederland vindt
dat de Europese Unie voor de toekomst na 2013 een publieke
noodvoorziening - een vangnet - moet hebben om in geval van ernstige
marktverstoringen in te kunnen grijpen.
Als het gaat om marktinstrumenten is Nederland voorstander van nieuwe,
creatieve instrumenten die passen bij het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid van de toekomst. Bij crises, bijvoorbeeld op het gebied
van klimaat, plagen of dierziekten, moeten er goede instrumenten zijn
voor risicobeheer. De rol van de overheid is daarbij volgens Nederland
die van aanjager, stimulator en facilitator. Een voorbeeld hiervan is
het geven van premiesubsidies voor brede verzekeringen zoals
weersverzekeringen. Nederland is terughoudend wat betreft financiële
mechanismen in de vorm van een 'crisispotje' en vindt dat instrumenten
gericht moeten worden ingezet. Timing en maatwerk zijn daarbij
belangrijk. Nederland wil een dynamisch instrumentarium, met als motto
'zo kort als mogelijk en zo lang als nodig'.
Illegale handel in ivoor
Nederland heeft tijdens de Landbouw- en Visserijraad zorgen geuit over
de toename van de illegale handel in ivoor. Dit had minister Verburg
de Tweede Kamer toegezegd.
Na een daling in de afgelopen jaren is de toename van de illegale
handel in ivoor in 2009 verdubbeld ten opzichte van 2008. Vooral de
situatie in West en Centraal Afrika is zorgwekkend. Dit lijkt samen te
hangen met de gebrekkige capaciteit van de overheden en voorkomende
corruptie. Ook habitatverlies is in deze regio een groot probleem.
Gelukkig lijken doorvoerlanden en landen van bestemming de ernst van
de situatie meer en meer in te zien en adequate maatregelen te
treffen.
Het is van groot belang om in internationaal verband, bijvoorbeeld via
Interpol, informatie uit te wisselen en op te treden. Landen van
oorsprong hebben ook een eigen verantwoordelijkheid om orde op zaken
te stellen en olifanten goed te beschermen. Het Olifantenfonds waar op
dit moment in CITES-verband (Convention on the International Trade in
Endangered Species) aan wordt gewerkt kan hier een goede bijdrage aan
leveren.
Europees Landbouwcommissaris Ciolos gaf aan dat de Europese Commissie
zich ook zorgen maakt over de toename van illegale handel in ivoor.
Hij brengt de zorgen van Nederland over aan Milieucommissaris
Potocnik. Tijdens de CITES-conferentie in maart in Qatar zal ook over
de illegale handel in ivoor ook gesproken worden.
Legbatterijverbod
Polen heeft verzocht om uitstel van het legbatterijverbod omdat
overschakeling naar andere huisvestingssystemen niet voortvarend
verloopt. Het verbod op het gebruik van de legbatterij vanaf 2012 is
vastgelegd in de welzijnsrichtlijn voor leghennen uit 1999.
Landbouwcommissaris Ciolos wil van geen uitstel weten. Verbod is
verbod en uitstel zou een stap terug betekenen op het gebied van
dierenwelzijn. Het zou ook een slecht signaal zijn richting
consumenten en richting bedrijven die al geïnvesteerd hebben.
Nederland sprak steun uit voor de Commissie in dit standpunt.
Staatssteun voor de aankoop van landbouwgrond
Italie verzocht de raad van landbouwministers om het mogelijk te maken
om staatssteun te verlenen aan kleine familiebedrijven voor de aankoop
van landbouwgrond. Volgens Italie verhindert de ongunstige
bedrijfsstructuur veel boerenfamilies om hun levensomstandigheden te
verbeteren. Door tegenstemmen van Denemarken, Zweden, Nederland en
Duitsland is het verzoek afgewezen. Nederland is geen voorstander van
verzoeken om staatssteun die in strijd zijn met de geldende
staatssteunregels. Volgens de Europese verordening is staatssteun
alleen mogelijk in buitengewone omstandigheden. Hier is volgens een
aantal EU-lidstaten waaronder Nederland geen sprake van.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit