Datum 23 februari 2010 -
Onderwerp Beleidsvoornemen tot onderhandse gunning vervoerconcessie
2
hoofdrailnet
Geachte voorzitter,
Op 12 oktober 2009 hebben wij nota-overleg gevoerd over het kabinetsstandpunt
inzake de evaluatie van de spoorwetgeving. Een meerderheid van de Kamer heeft
in dat overleg de wens uitgesproken de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet
ook vanaf 2015 onderhands aan NS te gunnen, mits de eisen aan NS worden
aangescherpt. Met deze brief bied ik u aan het beleidsvoornemen tot onderhandse
gunning dat conform artikel 66 van de Wet personenvervoer 2000 dient te
worden opgesteld. Dit beleidsvoornemen gaat vooraf aan de procedure tot
concessieverlening en het daadwerkelijke besluit over de vervoerconcessie vanaf
2015.
In de formele procedure van concessieverlening zijn verschillende waarborgen
ingebouwd die ervoor zorgen dat de concessieverplichtingen voor NS worden
aangescherpt. De consumentenorganisaties worden betrokken bij de vormgeving
van de aanscherping en worden om advies gevraagd over de aan de concessie te
verbinden voorwaarden. Ook dient het ontwerp van de concessie aan beide
Kamers der Staten Generaal te worden overgelegd. De omschrijving van de
procedure van concessieverlening maakt (op grond van artikel 66 van de Wet
personenvervoer 2000) onderdeel uit van het bijgevoegde beleidsvoornemen. Ook
zal ik de decentrale overheden betrekken bij de opzet van de nieuwe concessie.
Eerst na het doorlopen van al deze stappen, neem ik een besluit over de verlening
van de vervoerconcessie.
Het hoofdrailnet waarop de vervoerconcessie vanaf 2015 betrekking heeft vormt
nog onderwerp van onderzoek. Om te bezien of aan de randen van het
hoofdrailnet de grenzen goed zijn gelegd, wordt in dit onderzoek naar alternatieve
modellen voor de reikwijdte gekeken. Meer specifiek onderzoek ik wat de
mogelijkheden en de effecten zijn van het afknippen en decentraliseren van
losliggende delen van het hoofdrailnet en van het scheiden van de Sprinters van
de Intercity's buiten de brede Randstad (zoals ook vermeld in mijn brief van 29
september 2009 (Tweede Kamer, 2009-2010, 31987, nr. 2)). De uitkomsten van
het onderzoek zend ik aan de Tweede Kamer, zodat deze samen met de
a
agina 1 van 3
P
vernieuwde afspraken in de concessie kunnen worden bezien en de basis vormen
Datum
voor besluitvorming over de onderhandse gunning/concessieverlening.
Ons kenmerk
Conform de Wet personenvervoer 2000 (artikel 66) heb ik de VENW/DGMO-2010/158
consumentenorganisaties in het Locov om advies over het beleidsvoornemen
gevraagd. Zij hebben positief geadviseerd over het voornemen tot onderhandse
gunning aan NS, onder de voorwaarde van het stevig aanscherpen van de
concessievoorwaarden. De onderwerpen die de consumentenorganisaties voor de
aanscherping benoemen, betrek ik in mijn afwegingen ten aanzien van de
concessie. Het advies van de consumentenorganisaties treft u bijgevoegd aan.
Tijdens de begrotingsbehandeling op 26 november 2009 heb ik uw Kamer, naar
aanleiding van vragen van het lid Mastwijk, toegezegd met een procedurevoorstel
te komen over de vraag hoe het signaal tot onderhandse gunning aan NS zich
verhoudt tot het behoud van prikkels, het afdwingen van marktconform werken
en de brede heroverwegingen. In deze brief ga ik daar nader op in.
Prikkels
Het signaal van uw Kamer als ook de consumentenorganisaties te komen tot het
aanscherpen van de concessie, onderschrijf ik en vormt voor mij een belangrijke
randvoorwaarde voor het nemen van het uiteindelijke besluit over de
onderhandse gunning van de concessie aan NS. Het is mijn inzet in de nieuwe
vervoerconcessie te regelen wat nodig is om de reizigers ook vanaf 2015 een
kwalitatief en kwantitatief goed product te bieden. De publieke belangen moeten
geborgd zijn, de afspraken moeten passen in de toekomstvisie die het kabinet
voor het spoor heeft, en de juiste handhavingsinstrumenten en prikkels moeten
onderdeel zijn van het systeem. Daarnaast vind ik de transparantie van NS naar
partijen en een goede focus van NS op de wensen en belangen van de reiziger en
op haar maatschappelijke taak belangrijke elementen.
Zoals bovenstaand vermeld, zijn ook in de procedure van concessieverlening
waarborgen ingebouwd die ervoor zorgen dat de concessieverplichtingen voor NS
worden aangescherpt.
Markconformiteit en brede heroverwegingen
De PSO-verordening (Vo. 1370/2007) kent bepalingen die gericht zijn op het
voorkomen van overcompensatie bij openbare dienstcontracten. De compensatie
mag niet hoger zijn dan het netto financiële effect van de som van de positieve of
negatieve effecten van de nakoming van de verplichtingen op de kosten en
ontvangsten van de exploitant. Vooraf dient op objectieve en transparante wijze
te worden vastgesteld op basis van welke parameters de eventuele compensatie
wordt berekend. Dit slaat neer in de financiële afspraken in de nieuwe concessie,
zoals de afspraken over de concessieprijs. Dit loopt dan ook mee in de procedure
van concessieverlening.
Besluitvorming naar aanleiding van de brede heroverwegingen kan invloed
hebben op het beleid zoals in het beleidsvoornemen beschreven. Ik heb dit ook in
het beleidsvoornemen aangeduid.
agina 2 van 3
P
Datum
Ons kenmerk
Tot slot VENW/DGMO-2010/158
Vanwege de vereisten van transparantie wordt informatie over het voornemen tot
onderhandse gunning ingevolge de PSO-verordening gepubliceerd in het
Publicatieblad van de Europese Unie.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 3 van 3
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat