Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


Datum 18 februari 2010
Betreft Toezegging eigen kleuring programma's publieke omroep

Op 21 januari 2010 heeft u mij verzocht vervolg te geven aan toezegging T01076 over eigen kleuring van programma's door de publieke omroepen.

Het onderwerp kwam ter sprake tijdens de behandeling van de wijziging van de Mediawet 2008 in verband met onder meer de erkenning en de financiering van de publieke omroep (Erkenningswet) op 30 juni 2009 in uw Kamer. De heer Slager (SP) vroeg naar de ruimte voor duiding door omroepen, onder meer in actualiteitenrubrieken. Ik kan niet het toegezegde "expliciete" antwoord geven wat de bron was van de mededeling dat de TROS geen eigen kleuring zou mogen geven aan programma's. In Hilversum en in Den Haag circuleert veel informatie over het reilen en zeilen van de publieke omroep. Vooral de discussie over de toekomst van actualiteiten en opiniërend aanbod hield de gemoederen bezig. In dat verband meld ik u dat vergelijkbare informatie eerder in de Tweede Kamer is ingebracht door de heer Atsma (CDA). Ik kan echter niet (meer) specifiek achterhalen wie zich baseerde op welke bronnen. Het is wel mijn taak u te informeren over de feiten en over het kabinetsbeleid. Ik heb dat gedaan in een brief aan uw kamer van 18 december 2009. In aanvulling op deze brief het volgende:

Ik stel nogmaals voorop dat omroepen zelf verantwoordelijk zijn voor de vorm en inhoud van hun programma's (Mediawet art. 2.88 lid 1). De overheid dient gepaste afstand te bewaren, zeker tot discussie over de ideologische kleuring van programma's. Dit was op 18 januari 2010 ook mijn antwoord op een motie van de Tweede Kamer waarin de regering is verzocht om via de prestatieovereenkomst a
na 1 van 2 Pagi





te bevorderen dat er binnen het aanbodsdomein opinie van de publieke omroep, sprake is van pluriformiteit.1

In mijn brief van 18 december 2009 heb ik gesignaleerd dat er binnen de publieke omroep discussie werd gevoerd over de toekomst van actualiteiten en opiniërende aanbod. Daarbij moest men tevens rekening houden met nieuwkomers WNL en Powned en met de herverdeling van budgetten tussen bestaande omroepen vanwege ledengroei of ­krimp. Inmiddels zijn de Nederlandse Publieke Omroep en de omroepen het eens geworden en zijn de plannen voor het nieuwe seizoen naar buiten gebracht. Volgens het persbericht is de inzet drieledig:
1) Meer kwaliteit: De publieke omroep gaat extra investeren in onderzoeksjournalistiek, nieuws uit Brussel en Den Haag, buitenlands en financieel-economisch nieuws. Dit gebeurt door intensievere samenwerking tussen de NPS en de NOS, die vanaf de zomer dagelijks een onafhankelijk nieuwsuur op Nederland 2 zullen verzorgen in plaats van NOVA. Op zondagavond komt er meer ruimte voor onderzoeksjournalistiek verzorgd door de KRO. 1Vandaag blijft een vaste waarde, maar wordt door de TROS en de AVRO wel nadrukkelijker toegesneden op het publiek van Nederland 1.
2) Meer pluriformiteit: Elke werkdag begint Nederland 1 met een nieuw programma van WNL op de plek van Goedemorgen Nederland. De NCRV start met een nieuw programma op de vrijdagavond (`een opinieblad op tv'). Op werkdagen komt om 20.25 uur ruimte voor drie omroepen (EO, VARA en WNL) die ieder op hun eigen onderscheidende wijze het nieuws zullen duiden en becommentariëren. Door de week heen ontstaat nu, met ook programma's als Tegenlicht, Buitenhof en Zembla een evenwichtig palet van verschillende politiek-maatschappelijke invalshoeken.

1) Beter bereiken van jongeren: Op Nederland 3 krijgt Powned de kans om in eigen stijl een dagelijks journalistiek programma te gaan maken voor een jonger publiek. Het NOS-bulletin op 3 wordt verlengd tot 10 minuten.

Ik hoop met deze brief voldoende uitvoering te geven aan toezegging T01076.

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk


1 Brief aan TK over uitvoering moties en amendementen begroting OCW d.d. 18 januari
2010. Kamerstukken II, 2009-2010, 32123 VIII, nr 106

Pagina 2 van 2