geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse
Zaken van 22 februari 2010
Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad
Buitenlandse Zaken van 22 februari 2010
Kamerbrief | 8 februari 2010
Gaarne bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad
Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse Zaken van 22 februari 2010.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Geannoteerde agenda 's van de Raad Algemene Zaken en de Raad
Buitenlandse Zaken van 22 februari 2010
I. Raad Algemene zaken
Presentatie agenda van de Europese Raad d.d. 25-26 maart
De Raad zal de agenda vaststellen van de Europese Raad van 25-26 maart
aanstaande. Het voorzitterschap heeft de agenda nog niet verspreid.
Het betreft voor deze Raadsbijeenkomst een procedureel agendapunt; de
inhoudelijke voorbereiding van de Europese Raad vindt plaats tijdens
de RAZ van 22 maart as.
Klimaat
De inhoudelijke focus van dit agendapunt dient nog nader bepaald te
worden. De verwachting is dat het Voorzitterschap op korte termijn
meer duidelijkheid zal verschaffen over hoe de Raad Algemene Zaken
(RAZ) dit onderwerp zal behandelen, mede in het licht van eerdere
bespreking in de informele Milieu- en Energieraad van 16-17 januari
jl. en de informele Europese Raad van 11 februari.
Kroatië
Op 19 februari (drie dagen voor de Raad) vindt een (periodieke)
toetredingsconferentie met Kroatië plaats. Deze bijeenkomst geeft
mogelijk aanleiding voor vervolgbesprekingen in de Raad. Het
voorzitterschap heeft daarom tentatief de stand van zaken in de
toetredingsonderhandelingen tussen de EU en Kroatië op de agenda van
de Raad geplaatst.
II. Raad Buitenlandse Zaken
Haïti
In vervolg op de bespreking tijdens de informele Europese Raad van 11
februari a.s. zal de Raad bezien op welke wijze de EU optimaal kan
bijdragen aan de hulpverlening aan Haïti. Tijdens de Raad Buitenlandse
Zaken (RBZ) van 25 januari jl. is besloten om op de kortere termijn de
hulpinspanningen van de EU en van de verschillende lidstaten vanuit
Brussel te coördineren met het oog op een goede afstemming op de
lokale behoeften op Haïti.
Nederland onderzoekt momenteel de mogelijkheden om marechaussees in te
zetten in een samen met andere lidstaten te vormen Formed Police Unit.
Dit zou bij voorkeur geschieden in het kader van de European
Gendarmerie Force(EGF). Indien Nederlandse marechaussees worden
ingezet, zal de logistieke ondersteuning door een ander land moeten
worden verschaft.
De ministers zullen verder aandacht besteden aan de langere termijn
strategie voor de wederopbouw van Haïti. Eind maart zal in New York
een internationale donorconferentie gehouden worden, die zal
voortbouwen op de afspraken die tijdens de bijeenkomst van meest
betrokken landen op 25 januari jl. zijn gemaakt. De wederopbouw zal
plaatsvinden op basis van een `roadmap' voor herstel die momenteel
wordt opgesteld door een `post disaster needs assessment'missie. De
coördinatie van de wederopbouw zal door de VN ter hand worden genomen,
in samenwerking met de Haïtiaanse overheid die de leiding over de
wederopbouw zal hebben.
De EU heeft in dit proces volgens Nederland een ondersteunende functie
te vervullen. Nederland zal benadrukken dat de inspanningen van de EU
en haar lidstaten nauw moeten worden afgestemd op de behoeften zoals
aangegeven door Haïti en de VN. Nederland zal pleiten voor een
zorgvuldige opzet van de steun, waarbij transparantie en
verantwoording van de ter beschikking gestelde middelen centraal
moeten staan. De regering zal nog bezien op welke wijze Nederland kan
bijdragen aan de wederopbouw van Haïti.
Midden-Oosten Vredesproces
De ministers zullen mogelijk spreken over de stand van zaken in het
Midden-Oosten Vredesproces (MOVP). VS Speciale Gezant Mitchell bezocht
onlangs de regio en sprak met alle relevante spelers. Daarbij werden
geen doorbraken bewerkstelligd. Voordat hij naar de regio afreisde
deed hij Brussel aan, om de Amerikaanse inzet, gericht op het
hervatten van de vredesbesprekingen tussen de partijen, met de EU te
bespreken. De EU zal de VS-inspanningen blijven steunen, en partijen
aanmoedigen weer aan de onderhandelingstafel plaats te nemen.
Mogelijk zal de Raad eveneens spreken over de behandeling van het
rapport Goldstone in VN-kader, naar aanleiding van het rapport dat de
secretaris-generaal van de VN presenteerde over de mate waarin Israël
en de Palestijnen onafhankelijk onderzoek hebben gedaan naar de
bevindingen van Goldstone die op hen betrekking hadden. Nederland
vindt het belangrijk dat de EU met één stem spreekt bij de behandeling
van het rapport in VN-kader. De behandeling van het rapport moet niet
in de weg staan van het zo spoedig mogelijk hervatten van de
vredesonderhandelingen.
Iran
De Raad zal mogelijk spreken over de situatie in Iran. Afgelopen week
stelde president Ahmadinejad dat Iran bereid zou zijn laag-verrijkt
uranium voor verdere bewerking voor medische doeleinden naar het
buitenland te zenden. Op het moment van schrijven heeft Iran dit
echter nog niet officieel aan het IAEA kenbaar gemaakt. Evenmin is
bekend of Iran een eventuele verzending conform de voorwaarden van het
IAEA-voorstel van oktober jl. wil laten verlopen.
Nederland zou bereidheid van Iran om laag-verrijkt uranium naar het
buitenland te sturen verwelkomen, maar is waakzaam voor pogingen van
Iran om tijd te rekken. De wens van Iran om uranium te verrijken tot
20% is buitengewoon zorgelijk. Een dergelijke verrijkinggraad is
immers niet nodig voor vreedzaam civiel gebruik. Iran dient een
betekenisvolle dialoog aan te gaan met de E3+3 over de nucleaire
ambities en aan eerdere VN en IAEA-resoluties te voldoen. Zolang
hiervan geen sprake is, dienen de voorbereidingen voor mogelijke
additionele sanctiemaatregelen -- bij voorkeur te nemen in
VNVR-verband, maar zo nodig door de EU met gelijkgezinde partners --
onverminderd voortgezet te worden.
Voorts blijft de mensenrechtensituatie in Iran uiterst zorgelijk. Op
28 januari jl. kondigde Iran de executie aan van twee personen die
zouden behoren tot de monarchistische oppositie. Betrokkenen stonden
terecht in massaprocessen die waren ingesteld na de onlusten volgend
op de presidentsverkiezingen van 12 juni jl. De EU heeft zich krachtig
uitgesproken tegen de executies en Iran opgeroepen geen uitvoering te
geven aan het voornemen negen andere demonstranten ter dood te
brengen. Oppositieleiders hebben opgeroepen massaal te protesteren
tegen de regering van Ahmadinejad op de jaarlijkse viering van de
Islamitische Republiek op 11 februari a.s. Toenemende confrontatie,
intimidatie en repressie moet niet worden uitgesloten. Nederland is
van mening dat de EU krachtig en zichtbaar moet blijven protesteren
tegen mensenrechtenschendingen.
Oekraïne
De Raad zal ook spreken over de implicaties van de uitslag van de
presidentsverkiezingen in Oekraïne waarvan de tweede ronde op 7
februari jl. plaatsvond. Beide rondes van de presidentsverkiezingen --
de eerste ronde vond plaats op 17 januari jl. -- zijn naar het oordeel
van de waarnemingsmissie onder leiding van ODIHR redelijk goed
verlopen. De verkiezingen voldeden aan de meeste voorwaarden die op
dit gebied in OVSE-verband en door de Raad van Europa zijn gesteld.
De EU verwacht van de nieuw gekozen president dat deze haar of zijn
mandaat zal gebruiken om de nodige politieke en economische
hervormingen door te voeren. Deze hervormingen zijn onder andere
noodzakelijk voor de continuering van het economisch hulpprogramma
(`Stand-by Arrangement') van het IMF voor Oekraïne, voor de
totstandkoming van een Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne
en voor de modernisering van de Oekraïense gassector. Daarnaast gaat
de EU ervan uit dat de nieuw gekozen president eraan bijdraagt dat de
Oekraïne onverkort uitvoering geeft aan alle internationale
verplichtingen op het gebied van bescherming van mensenrechten en
democratisering.
Pagina 4 van 4
Ministerie van Buitenlandse Zaken