Ministerie van Algemene Zaken

Afschrift brief aan H.M. de Koningin houdende ontslag ministers

Kamerstuk | 20-02-2010

Hierbij doe ik u toekomen een afschrift van mijn brief van heden aan H.M. de Koningin, houdende de ontslagaanvraag van de ministers en staatssecretarissen van PvdA-huize en de terbeschikkingstelling door de minister-president en de overige ministers en staatssecretarissen van hun portefeuilles, ambten, resp. functies.

Op 9 februari jongstleden hebben de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking aan de Tweede Kamer bekend gemaakt dat Nederland een verzoek van de Secretaris-Generaal van de NAVO ontvangen heeft om een kleinere en in de tijd begrensde bijdrage aan de ISAF-missie in Afghanistan te leveren specifiek gericht op training van Afghaanse veiligheidstroepen en op overdracht aan de Afghaanse autoriteiten. Met die brief is de Kamer geïnformeerd dat het kabinet, gelet op het Toetsingskader, thans de mogelijkheid en wenselijkheid hiertoe onderzoekt, naast andere opties (de zogenoemde kennisgevingsbrief). De ministerraad heeft in zijn vergadering van 5 februari jl. voornoemde ministers gemachtigd deze kennisgeving aan de Kamer te zenden. Vervolgens heeft de ministerraad van 9 februari ingestemd met de daadwerkelijke verzending van die brief. Een kennisgevingsbrief impliceert overigens niet dat al een committering is aangegaan over of vooruitgelopen wordt op een kabinetsbesluit over de te onderzoeken opties.

In publieke uitspraken in de week volgend op de ministerraad van 5 februari heeft viceminister-president Bos aangegeven dat de ministers van PvdA-huize niet konden instemmen met het onderzoek van voornoemde optie.
In de vergadering van de ministerraad van 12 februari is vervolgens een verklaring vastgesteld die bevestigt dat de regering thans de mogelijkheid en wenselijkheid van de door de NAVO verzochte missie in Uruzgan onderzoekt, evenals die van andere opties. Op 18 februari heeft een debat in de Tweede Kamer plaatsgevonden over uitingen van ministers over het in de kennisgevingsbrief verwoorde. In dit debat heeft viceminister-president Bos niettemin herhaald dat de ministers van PvdA-huize niet instemmen met het onderzoek naar de door de SG NAVO genoemde optie.

Als voorzitter van de ministerraad heb ik moeten constateren dat zulks strijdig is met het bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid. Derhalve heb ik in de ministerraad van 19 februari indringend alle ministers verzocht zich te houden aan de eerdere besluiten van de ministerraad van 5 februari, 9 februari en 12 februari.
De ministerraad heeft zich langdurig gebogen over de vraag hoe de eenheid van beleid kon worden hersteld. Dit beraad in de ministerraad heeft geresulteerd in een voorstel van mijn kant om op basis van de besluiten van de ministerraden van 5, 9 en 12 februari, waarin geen enkele optie is uitgesloten, de verantwoordelijke ministers te vragen op zo kort mogelijke termijn, zo mogelijk 1 maart, een voor het kabinet bevredigende optie voor te stellen. De ministers van CDA-huize en van ChristenUnie-huize hebben verklaard dit voorstel te kunnen steunen; de ministers van PvdA-huize hebben daarentegen aangegeven dit voorstel niet te kunnen dragen.

Het voorgaande heeft de ministers en de staatssecretarissen van PvdA-huize aanleiding gegeven Uwe Majesteit hun ontslag aan te bieden. De minister-president en de overige ministers en staatssecretarissen hebben hierin aanleiding gevonden hun portefeuille of ambt respectievelijk functie ter beschikking van Uwe Majesteit te stellen.

DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken