Partij van de Arbeid

Persverklaring Wouter Bos

Vanochtend heeft de Partij van de Arbeid besloten niet langer op een geloofwaardige manier deel uit te kunnen maken van het vierde kabinet Balkenende.

Dat was een beslissing die ons niet licht viel. Wij hebben dag en een nacht lang gevochten om dit kabinet in stand te houden en een geloofwaardig besluit over Uruzgan te nemen maar zijn daarin niet geslaagd. Uitgangspunt was dat de PvdA achter het kabinetsbesluit uit 2007 wilde blijven staan om de Nederlandse bijdrage aan de militaire missie in Uruzgan in december 2010 hoe dan ook te beëindigen.

Voor dit standpunt bestaat in de samenleving en in het parlement brede steun.

In de discussies van vandaag is geen enkele geloofwaardige reden op tafel gekomen waarom dit kabinetsbesluit niet langer leidend zou moeten zijn voor het kabinet. Ook vinden wij het ongeloofwaardig dat uit het ontbreken van een parlementaire meerderheid voor een langer militair verblijf in Uruzgan, nu niet geconcludeerd zou mogen worden dat we vast moeten houden aan het vertrek uit Uruzgan zoals eind 2007 door het hele kabinet besloten. Tot op het laatst weigerden de collega's van CDA en CU deze politieke realiteit te aanvaarden.

De PvdA heeft altijd haar verantwoordelijkheid genomen bij steun voor internationale missies. Dat geldt ook Afghanistan. Tot twee maal toe hebben wij een missie van twee jaar in Uruzgan gesteund. In alle overleggen van de laatste maanden hebben wij de bereidheid getoond om ook na het vertrek van de militairen uit Uruzgan, op een intensieve manier betrokken te blijven bij de opbouw van Afghanistan. Bijvoorbeeld door de inzet van onze F16's voort te zetten en door middel van opleidingen en ontwikkelingssamenwerking de Afghanen in staat te stellen zelf hun lot in eigen handen te nemen. Maar ook deze voorstellen zijn vandaag niet geaccepteerd.

Daarmee is duidelijk geworden dat er een onoverbrugbaar verschil van inzicht is ontstaan over het voorzetten van onze militaire bijdrage aan Afghanistan. Dat onze alternatieven niet aan de orde mochten komen. En dat we als lid van het kabinet zelfs niet mochten uitspreken dat een voortzetting van de missie in Uruzgan niet op voldoende steun in het parlement kan rekenen.

Onder die omstandigheden kon de Partij van de Arbeid niet meer geloofwaardig deel uit maken van het kabinet. Om die reden besloten wij vandaag ons ontslag aan te bieden.