Ingezonden persbericht
Manifest van de
Amsterdamse
nacht
Voorstellen voor een beter
nachtleven
Inleiding
Het nachtleven is van groot belang voor Amsterdam: Het is een volwaardige
speler in de lokale economie. Goed nachtleven versterkt Amsterdam. Dat
komt ten goede aan het vestigingsklimaat voor studenten, expats, jonge
professionals en creatieve geesten. Het nachtleven is daarnaast een
verrijking voor Amsterdam als toeristische trekpleister en als dé broedplaats
voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van kunst, cultuur en industrial
design. Daarnaast zijn er succesvolle projecten opgezet op het NDSM terrein
en club 11, die publiek uit heel Nederland en Europa naar Amsterdam
haalden. Ook het gebied bij metrostation Overamstel wordt goed benut. Ook
op andere plekken in Amsterdam Noord, West en Oost zijn zulke gebieden te
vinden. Het zijn vruchtbare voedingsbodems voor creatief
nachtondernemerschap.
Maar het kan beter. Amsterdam moet zijn potentie als `Capital of Cool'
optimaal benutten. D66 presenteert daarom het Manifest van de
Amsterdamse nacht, met voorstellen voor een beter, veiliger en gezonder
nachtleven.
Het vestigingsklimaat van de stad
Amsterdam moet een aantrekkelijke plaats zijn om te wonen.
Basisvoorzieningen als goed onderwijs, een hoogwaardige gezondheidszorg,
een gezonde woningmarkt en een veilige en groene buurt zijn hierbij
essentieel. De aantrekkelijkheid wordt bovendien versterkt door een bruisend
uitgaansleven. Mensen willen in een stad gezellig in de kroeg kunnen zitten,
kunnen dansen en een goed feest kunnen geven. Naast het plezier dat een
aantrekkelijk nachtleven biedt het duizenden arbeidsplaatsen in de horeca,
en banen in creatieve beroepen op het gebied van licht- en geluidstechniek.
Tegelijkertijd levert het nachtleven als cultuursector een belangrijke bijdrage
aan de ontwikkeling van kunstdisciplines in onze hoofdstad. Ze fungeert
bovendien als aanjager en als facilitator van de creatieve klasse die van
levensbelang is voor het verder ontwikkelen van de kenniseconomie in
Amsterdam. Die zogenaamde creatieve klasse laat zich niet eenvoudig aan
een stad binden. Hoogwaardig nachtleven draagt in positieve zin bij aan het
vestigingsklimaat dat deze vaak hoger opgeleide arbeidskrachten voor
langere tijd kan binden aan de stad.
Nachtleven in kwaad daglicht
D66 constateert dat het nachtleven ondanks deze belangrijke bijdragen toch
vaak in een kwaad daglicht wordt gesteld. In de politiek is vooral aandacht
voor de minder fraaie kanten van het nachtleven, en niet voor de enorme
kansen en mogelijkheden. Ondernemers vechten tegen de publieke opinie en
worstelen met regelgeving en een wantrouwende overheid. De belangrijkste
clubs uit de jaren negentig zijn dicht. Amsterdam is inmiddels de toppositie
in Europa kwijtgeraakt aan Berlijn en Barcelona.
Waar in het buitenland jaloers wordt gekeken naar grote dansfeesten als
`Sensation' of `Dirty Dutch', wordt in Nederland ook in Amsterdam - ze met
argwaan bekeken. Dit terwijl deze feesten feitelijk bijzonder veilig zijn en aan
hoogwaardige eisen voldoen. Ook worden deze feesten vaak bezocht door
een heel uiteenlopend publiek. Op de dansvloer bestaan verschillen niet
meer. De dancescene is ook wat diversiteit betreft een succesverhaal. Veel
politici lijken dit echter niet te willen zien.
Ook is er te weinig aandacht voor de meer underground uitgaanswereld. De
gemeente steunt volop creatief ondernemerschap bij daglicht, maar steun
voor ondernemerschap in de nacht zijn die niet of nauwelijks voorhanden. De
Westergasfabriek is oorspronkelijk omgevormd tot nachtlocatie om deze
creativiteit te stimuleren, maar is inmiddels ten onder gegaan aan het
geweld van commerciële belangen. Organisatoren van feesten klagen steen
en been dat het nauwelijks mogelijk is innovatieve concepten toe te passen,
omdat er bargaranties moeten worden afgegeven die soms oplopen tot wel
40.000 euro. Daarnaast is het verplicht de beveiligingsorganisatie van de
Brouwerij 't IJ exploitant in te huren. Deze kosten
moeten eerst worden terugverdiend
Brouwerij 't IJ werd in de zomer van voordat er ruimte ontstaat voor
2009 als één van de twee cafés beboet ongeremde creativiteit. Deze
voor het aanwezig hebben van mensen verstikkende commerciële kaders zijn
die staand hun biertje nuttigen. De de doodsteek voor creativiteit: één
regel is ooit gemaakt om uitwaaiering geflopt feest kan de doodsteek zijn voor
van het terras bij Hoppe op het Spui te
kunnen tegengaan. Maar Brouwerij 't IJ een organisator. Risico's worden dus
heeft een eigen terras, op enige niet snel genomen en organisatoren zijn
afstand van de openbare weg. Er staat geneigd op safe te spelen. Deze reflex
bovendien een heg tussen. Daar komt zorgt voor vervlakking van het aanbod,
nog bij dat de brouwerij om 20:00 's en die vervlakking is op zichzelf al weer
avonds sluit. Er was dus op geen
enkele wijze sprake van overlast. Toch schadelijk voor het imago van
kreeg de brouwerij een officiële Amsterdam als innovatieve stad: een DJ
bestuurlijke waarschuwing. Er werd en een bar zijn in elke grote stad te
`handhavend opgetreden'. vinden.
Door de gemeente vastgestelde sluitingstijden passen niet bij Amsterdam.
Het leidt tot een rare paradox: Aan de ene kant is Amsterdam de stad die
zich muzikaal heeft ontwikkeld tot de `dance capital' van de wereld, maar
aan de andere kant kent de stad een strenger openingstijdenregime dan
Groningen. Door de vroege sluitingstijden ontstaan er sneller onveilige
situaties. Daarnaast biedt de politie te vaak weinig soepelheid bij de
`leegloop' van een feest. Zo zijn er voorbeelden waarbij politieagenten vijf
minuten na de reguliere sluitingstijd bij een club al controleren of alles ten
einde is.
Een ander probleem is het vinden van geschikte ruimte voor het organiseren
van feesten. De panden in het Centrum zijn enorm gewild. Maar nieuwe,
innovatieve ondernemers kunnen de huurprijs nauwelijks betalen. Daardoor
blijven concepten als alleen biertjes tappen en harde muziek draaien over
want snel winstgevend - maar zorgt ook voor vervlakking van het aanbod.
Dat doet Amsterdam geen goed. Een rijk uitgaansleven heeft ook aandacht
voor de grote diversiteit aan leeftijden, muzieksmaken en scenes.
Het beleid ten aanzien van het alcohol en drugsgebruik verdient ook
verbetering. Het repressieve beleid van de gemeente met preventief
fouilleren en gerichte zoekacties met honden is er deels verantwoordelijk
voor dat er op een onveilige wijze drugs wordt gebruikt. Kamikazegebruik,
het innemen van een (te) grote hoeveelheid drugs net voordat je naar een
feest gaat om het risico gepakt te worden kleiner te maken kan gevaarlijke
gevolgen hebben.
D66 vindt dat dit anders moet. Net als activiteiten in het daglicht moet de
overheid in de nacht zorgen voor duidelijke regels en goede
randvoorwaarden om te ondernemen. Maar net als bij daglicht - moet de
overheid ook zorgen voor een positief klimaat waarin ondernemerschap en
creativiteit wordt gewaardeerd en ruimte krijgt. In Amsterdam mag dat wel
met wat meer enthousiasme. Juist in de stad als Amsterdam, de kleinste
metropool ter wereld, moeten mensen van allerlei pluimage hun plek kunnen
vinden. Het hart van het tolerante, vrijzinnige en spannende Amsterdam
stopt niet met kloppen tussen 0:00 en 6:00.
Voorstellen voor een beter nachtleven
1. Vrije sluitingstijden
Een van de manieren om onveiligheid en overlast in en rondom
uitgaansgebieden te voorkomen is door het instellen van vrije sluitingstijden.
In horecaconcentratiegebieden is het een goed idee om de sluitingstijden vrij
te geven. Dit is gunstig voor onder andere de veiligheid en het terugdringen
van overlast in de directe omgeving van drukke uitgaanspleinen. Het
probleem met de huidige sluitingstijden is dat iedereen in een keer buiten
staat. Een geleidelijke uitstroom zorgt voor minder overlast op straat, een
geleidelijke en dus rustigere uittocht uit het centrum en de
horecaconcentratiegebieden. De stad en de stadsdelen moeten hierin
maatwerk leveren. Zo kan er verschil zijn tussen het Leidseplein en
Buitenveldert. Stadsdelen moeten ook de bevoegdheid hebben om bepaalde
clubs de sluitingstijden vrij te geven. Zo hoeven niet alle sluitingstijden in
West worden vrijgegeven, maar is het begrijpelijk om voor Club 8 een
uitzondering te maken.
Daarnaast moet er praktisch worden omgegaan met de regels rond de
`uitloop' van een feest. Dat betekent dat de overheid in ieder geval
handhavend optreedt in het geval van overlast, maar de uitloop van een
feest in een nachtclub met rust laat als er geen ordeverstoring plaatsvindt.
Bovendien kan een wat soepeler houding juist helpen bij het voorkomen van
overlast of opstootjes. De overheden moeten hier praktische afspraken over
maken met ondernemers.
2. Een loket voor nachtondernemers
Nachtondernemers moeten met al hun vragen over en aanvragen voor
vergunningen bij één gemeenteloket terecht kunnen.
In de meeste Amsterdamse stadsdelen zijn ondernemershuizen actief bij het
ondersteunen van ondernemers. Deze verenigingen helpen startende en
groeiende ondernemingen bij de uitdagingen waarvoor zij zich soms zien
gesteld. D66 wil dat er in de ondernemershuizen meer specialisme komt voor
ondernemerschap in de nacht, met alle informatie over vergunningen,
procedures en processen die nachtondernemers nodig hebben voor het
starten van hun onderneming.
3. Maandelijks overleg met nachtleven
De verhoudingen tussen de politiek, de politie en het nachtleven loopt vaak
te stroef. Vooroordelen, misverstanden en irritaties dragen niet bij aan een
dynamische stad. D66 wil dat er maandelijks overleg plaatsvindt tussen
vertegenwoordigers van het nachtleven met politie en politiek om een brug
te slaan tussen de dag en de nacht.
4. Underground en de stad
De gemeente heeft met haar project broedplaatsen plekken in de stad
gecreëerd waar creativiteit van bijvoorbeeld kunstenaars ongehinderd door
financiële overwegingen zijn plek kan vinden. D66 wil dat ook het nachtleven
een plek krijgt in het programma voor de broedplaatsen, met een eigen
broedplaats voor de nacht.
Met een speciale broedplaats voor het nachtleven kunnen ook gewaagde,
innovatieve nieuwe concepten worden uitgevoerd, zonder dat de financiële
lasten gelijk als een molensteen om de nek van de ondernemer hangen. De
gemeente moet hierin ondersteunen door een geschikte ruimte te vinden
waarin de ondernemer niet gelijk wordt geconfronteerd met de financiële
lasten die samenhangen met het afkopen van de baromzet.
Ook zou de gemeente ruimhartiger ontheffingen moeten geven voor tijdelijke
feesten in tijdelijk lege ruimtes. Juist in bedrijfspanden en parkeergarages
die zich vaak wat verder van woongebied bevinden, gecombineerd met een
regelluw klimaat, kan creativiteit zich ten volle ontwikkelen.
5. Een veilig uitgaansleven
Een goed nachtleven is ook een veilig nachtleven. Naast het tegengaan van
discriminatie en misdragingen tegen meisjes en vrouwen moet de politie
toezien op een veilig verloop van de nacht.
Het bewaken van de veiligheid op straat is 's nachts iets anders dan overdag.
Daar zijn goed getrainde agenten voor nodig. Dat zijn agenten die weten hoe
je omgaat met voor de nacht specifieke problematiek. Ervaren en getrainde
agenten kunnen opstootjes, en negatieve gevolgen van alcohol en
drugsgebruik op tijd helpen voorkomen. Dat is bevorderlijk voor de veiligheid
en de sfeer. Er moet dus een speciale nachtlevendivisie met ervaren agenten
die vooral 's nachts op de drukke uitgaanspleinen, of bij grote evenementen
overdag, ingezet kan worden komen. Binnen de veiligheidsdriehoek die de
burgemeester vormt samen met de korpschef en de officier van justitie
kunnen afspraken gemaakt worden over het extra opleiden van agenten in
het herkennen van en omgaan met verschillende soorten middelen.
Het Amsterdamse homo-uitgaansleven is de afgelopen jaren opgeschrikt
door een aantal geweldsmisdrijven tegen homo's. D66 vindt dat
onacceptabel. De politie moet homofoob geweld nauwkeurig registeren en
slachtoffers aanmoedigen om daadwerkelijk aangifte te doen van verbaal en
fysiek geweld. Daders moeten effectief worden opgespoord. Daarnaast wil
D66 intolerantie bij de kern aanpakken. Op de meeste Amsterdamse scholen
wordt geen les meer gegeven in seksuele diversiteit, zoals homoseksualiteit,
ookal zijn ze hiertoe verplicht. Door een voorstel van D66 in de Tweede
Kamer worden de eisen aan deze scholen nu verscherpt.
6. Nuchter in extase
Gebruik van alcohol en softdrugs gaat meestal goed. Overmatig drank- en
drugsgebruik kunnen echter ook tot problemen leiden, niet alleen voor de
gebruiker, maar ook voor de omgeving. Vooral overmatig alcoholgebruik leidt
dikwijls tot agressie en overlast. D66 zet in haar drugsbeleid in op het zo
klein mogelijk houden van de schade aan de volksgezondheid. Repressie is
daarbij vaak geen oplossing, maar juist onderdeel van het probleem.
De gevolgen van overmatig alcohol gebruik verdient het meeste aandacht.
Alcoholgebruik blijkt immers de belangrijkste bron van geweld en overlast.
Samen met de Amsterdamse horecaondermers moet een aanpak voor
drankmisbruik worden vastgesteld, om overlast te voorkomen.
Om goed zicht te houden op de markt van het drugsgebruik dient er een
kwalitatieve drugsmonitor te komen. Daarin moet worden onderzocht wat
het effect van repressie van de ene drug heeft op groeiende populariteit van
een andere drug. Zo kan het werkelijke effect van beleid beter worden
vastgesteld en mogelijk bijgesteld. Er moet ook aandacht worden besteed
aan de specifieke scenes waar specifieke drugs meer worden gebruikt. De
uitkomsten moeten leidend zijn in het beleid van de politie.
Voorlichting speelt een belangrijke rol. Bij grote feesten moet er worden
ingezet op informatievoorziening over de werking en de risico's van de
verschillende drugs. Combinatiegebruik met alcohol verdient daarbij extra
aandacht.
Een van de mogelijkheden daartoe is het ondersteunen van de organisatie
Unity voor het informeren van uitgaanspubliek bij feesten, in nachtclubs en
op de bekende uitgaanspleinen. Daarnaast moet het weer mogelijk worden
om met een eenvoudige test een snelle, grove scan te laten toen van Xtc-
pillen in het uitgaansleven. Dit kan de bulk aan vervuilde pillen eruit halen.
Daarnaast moet het volledig testen van Xtc-pillen bij het Jellinek worden
gestimuleerd.
Naar voorbeeld van het Londense `Safer Clubbing'-manifest wil D66 een
Amsterdamse variant met overzichtelijke informatie over het uitgaansleven
in Amsterdam, de do's en don'ts, en voorlichting over middelengebruik. D66
wil dat er met name aan toeristen goede voorlichting wordt gegeven over
drank- en drugsgebruik. Informatiefolders in meerdere talen, waaronder
Frans, Engels, Spaans en Duits moeten worden actief worden aangeboden op
plaatsen waar jonge toeristen vaak komen (zoals hotels en jeugdherbergen).
7. Zorg voor een divers uitgaansleven
Een bruisend uitgaansleven is per definitie divers. Er moet dus volop ruimte
zijn voor verschillende muziekscenes en leeftijdsgroepen. Het uitgaansleven
richt zich nu vooral op mensen tussen de 18 tot 35 jaar. Ook voor oudere
nachtbrakers moet het nachtleven aantrekkelijk blijven. Om meerdere
redenen is het van belang ook jongeren onder de 18 van een goed
uitgaansleven te voorzien. Met name voor de groep tussen 12 en 16 zijn er
vaak onvoldoende voorzieningen om uit te kunnen gaan, waardoor er sneller
gekozen wordt om op straat te gaan hangen. Levendige buurtcentra, school
en sportactiviteiten in de avond, frisfeesten maar ook de aanwezigheid van
een bioscoop in de buurt (bijvoorbeeld in Osdorp) kan een aantrekkelijker
avondleven voor jongere jongeren creëren.
8. Amsterdam en de wereld
Wie durft te zeggen dat het nachtleven belangrijk is voor Amsterdam moet
daar ook naar buiten toe voor staan. Het erkennen van de waarde van het
nachtleven als belangrijke toegevoegde kracht voor het vestigingsklimaat in
Amsterdam betekent veel voor ondernemers, bezoekers en toeristen. Het
Amsterdamse nachtleven is één van de kwaliteiten van Amsterdam. Jonge
mensen die in Amsterdam kunnen komen werken zullen daar mede voor
kiezen door het gevarieerde en kwalitatief goede aanbod van ontspanning in
de nacht.
Amsterdam moet dit uitdragen in haar beleid voor Citymarketing.
Amsterdam is meer dan alleen een museumstad met een mooie
grachtengordel. Amsterdam is een stad gebouwd op palen én de gedachte
dat vrijheid en creativiteit een groot goed is. Dat vertaalt zich in het
nachtleven. Ook Amsterdam als Gay Capital moet daarbij een belangrijke
positie innemen. Daarom wil D66 dat er in het beleid voor Citymarketing,
onder andere in het programma van I Amsterdam meer aandacht komt voor
het nachtleven in Amsterdam als een van de unique sellingpoints van onze
stad. Ook de landelijke overheid moet in de Holland Promotie Amsterdam
neerzetten als uitgaansstad van wereldklasse.
Ageeth Telleman, lijsttrekker D66 Amsterdam
Boris van der Ham, Tweede Kamerlid D66
Duncan Stutterheim, directeur/oprichter ID&T
---- --
Persbericht D66 Amsterdam
19 februari 2010
--
D66 presenteert Manifest van
de Amsterdamse nacht
D66 gaat voor bruisende stad
D66 Amsterdam presenteert vrijdagavond 19 februari het Manifest van de
Amsterdamse Nacht. De hoofdstedelijke D66-afdeling doet daarin acht voorstellen
voor een beter nachtleven. In het manifest pleiten D66-lijsttrekker Ageeth Telleman,
lijstduwer en Tweede Kamerlid Boris van der Ham en oprichter/directeur van ID&T
Duncan Stutterheim onder andere voor het vrijgeven van de sluitingstijden, het
oprichten van nachtbroedplaatsen en meer veiligheid in het nachtleven. "D66 zet in
op vrijere sluitingstijden. Dat zorgt voor meer veiligheid en minder overlast op
straat." De sociaal-liberalen maken zich ook sterk voor veilig drugsgebruik, een divers
nachtleven en het verbeteren van het nachtondernemingsklimaat. "D66 wil dat het
organiseren van een uniek feest of het oprichten van een tijdelijke nachtclub
eenvoudiger wordt", aldus Telleman.
D66 trapt met de presentatie van het Nachtmanifest haar Nachtleven-campagne af.
D66 maakt zich sterk voor beter nachtleven in de hoofdstad. Duncan Stutterheim,
organisator van feesten zoals Sensation ondersteunt D66 daarbij. Stutterheim is zelf
kandidaat voor de verkiezingen van de Nachtburgemeester, die in de nacht van 19
februari wordt gekozen in poptempel De Melkweg.
--