Vrije Universiteit Amsterdam
`Gerichte therapieën' bij de behandeling van hoofd-halskanker
* Startdatum: 19-02-2010
* Tijd: 13.45
* Locatie: Aula
* Titel: `Gerichte therapieën' bij de behandeling van hoofd-halskanker
* Spreker: B.M. Tijink
* Promotor: prof.dr. G.A.M.S. van Dongen prof.dr. C.R. Leemans
* Onderdeel: VU medisch centrum
* Wetenschapsgebied: Medisch
* Evenementtype: Promotie
Bernard Tijink beschrijft in zijn promotieonderzoek verschillende
nieuwe therapieën voor de behandeling van hoofd-halskanker die zijn
ontwikkeld en getest. Zijn bemoedigende resultaten geven aanleiding
tot verdere ontwikkeling van deze `targeted therapies' bij de
behandeling van hoofd-halskanker.
De behandeling van hoofd-halskanker (kanker in de mond, keel en
strottenhoofd) wordt steeds beter waardoor patiënten minder nare
gevolgen ondervinden van de therapie. Toch overlijden er nog veel
patiënten aan hoofd-halskanker door terugkerende ziekte in het lokale
gebied en uitzaaiingen. Ook krijgen veel patiënten een zogenaamde
tweede primaire tumor.
De behandeling van teruggekeerde ziekte in het hoofd-halsgebied na
eerdere uitgebreide therapieën is niet altijd mogelijk en daarom zocht
Tijink naar specifieke `gerichte' therapieën (`targeted therapies').
De nadruk ligt daarbij op effectieve vernietiging van tumoren en nog
niet gedetecteerde uitzaaiingen, waarbij het gezonde weefsel gespaard
blijft. Verschillende nieuwe therapieën werden in onderzoeken
beschreven in dit proefschrift ontwikkeld en getest.
Bij bleomycine elektroporatietherapie wordt het cytostaticum
bleomycine rechtstreeks in de tumor geïnjecteerd, waarna door
elektrische impulsen via naaldelektrodes het cytostaticum beter in de
tumorcellen wordt opgenomen. Deze locoregionale therapie bleek in
staat om selectief kankercellen te vernietigen en is effectief bij
geselecteerde groepen patiënten.
Het antilichaam-cytostaticumconjugaat bivatuzumab mertansine bleek in
staat om selectief hoofd-halstumoren aan te vallen, ongeacht de
lokalisatie in het lichaam. Om bijwerkingen te voorkomen, blijkt een
zeer strikte tumorselectiviteit echter vereist.
Remming van bloedvatvorming (angiogenese) kan tumorprogressie en
metastasering verhinderen. Het antilichaamfragment L19-SIP gekoppeld
aan een radioactieve stof bleek selectief tumorbloedvaten te kunnen
vernietigen, en gecombineerd met het anti-EGFR antilichaam cetuximab
resulteerde dit in complete tumorresponsen in proefdiermodellen.
Tijink ontwikkelde een beeldvormingprocedure, waarbij
tumorbloedvaatjes zichtbaar gemaakt kunnen worden door middel van
124I-immunoPET-scanning. Zo wordt selectie van patiënten die voor
L19-SIP therapie in aanmerking komen mogelijk.
Nanobodies zijn afkomstig van lama-antilichamen, en kunnen als
kralensnoeren achter elkaar geplaatst worden waardoor meerdere
kritische tumortargets tegelijkertijd geblokkeerd kunnen worden. Het
geteste nanobody liet een snelle, hoge en selectieve tumorophoping
zien, vergelijkbaar met die van conventionele antilichamen, maar met
een gelijkmatigere verdeling binnen de tumor.
Het volledige proefschrift is te downloaden via VU-dare.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam