Ingezonden persbericht
17 februari 2010
Persbericht
SGB breidt treindiensten uit
Motorwagens voor nieuwe treindiensten arriveren donderdag in Goes
Op donderdag 18 februari arriveert nieuw materieel bij de Stoomtrein Goes - Borsele (SGB). Het gaat om zogeheten diesel-motorwagens van Duitse origine, waarmee de SGB al in 2010 de museale treindiensten wil uitbreiden. Het materieel is nog in optie, maar komt alvast naar Goes zodat de vrijwilligers van de SGB-werkplaats kunnen inventariseren welke werkzaamheden nodig zijn om het rijvaardig te maken. De SGB heeft subsidies aangevraagd om de treinen definitief te kunnen verwerven.
Het nieuwe treintype zal op geselecteerde dagen tussen de stoomtreinen door gaan rijden. Bijzonder is dat de motorwagen niet alleen zal stoppen op de bekende stoomtreinstations Goes, Kwadendamme en Hoedekenskerke, maar ook op de stations die door de stoomtrein worden overgeslagen. Het gaat daarbij om de stations van 's-Gravenpolder/'s-Heer Abtskerke, Nisse en Baarland.
Motorwagen
Een motorwagen is een soort bus op rails: een spoorrijtuig met eigen aandrijving en cabines voor de machinist. De motorwagen kan dus op eigen kracht rijden zonder hulp van een locomotief. Bij de opening van de spoorlijntjes door Zuid-Beveland in 1927 introduceerde de NS hier de motorwagen als modern en economisch alternatief voor de dure stoomtreinen. De SGB wil deze tijden laten herleven en zal daarom een replica bouwen van deze NS-motorwagens. De bouw hiervan zal enige jaren in beslag nemen en daarom wil de SGB eerst starten met de al genoemde Duitse motorwagens welke uit de jaren '50 stammen. Dankzij deze zogeheten "Schienenbus" kan de motorwagendienst dit jaar reeds van start gaan.
Nieuwe oude stationnetjes
De SGB-lijn is het laatste restant van het Zuid-Bevelandse spoornet dat in 1927 in gebruik werd genomen. Langs deze lijntjes lagen talloze stationnetjes, en ook de SGB-lijn kent meerdere van deze oude NS-stationnetjes. Met de introductie van de motorwagendienst worden ook de tot nu toe ongebruikte stations weer in ere hersteld. Via het op de trein aansluitende fiets- en wandelnetwerk worden het landschap en de kleinschalige attracties in het Nationale Landschap de 'Zak van Zuid-Beveland' voor de toerist bereikbaar zonder dat dit leidt tot een toename van het autoverkeer.
Context
De motorwagendienst is onderdeel van het SGB-project Toeristische Hoofdas, waarin de museumtreinen worden gezien als verbindende schakel tussen de talrijke kleine en grotere attracties in de regio. Het moet de samenwerking tussen de diverse attracties versterken. De geplande dagen waarop de motorwagen zal gaan rijden in 2010 zijn daarom nog maar het begin. De bedoeling is dat het aantal rijdagen in de volgende jaren gestaag wordt uitgebreid. Het project Toeristische Hoofdas is op zijn beurt een belangrijk onderdeel van het SGB-beleidsplan dat in 2008 werd gepresenteerd.
De komst van de motorwagens is het eerste zichtbare onderdeel van de uitwerking van het project. Het project omvat echter ook infrastructurele werken, zoals de aanleg van nieuwe perrons en de verbetering van spoorlijn. De eerste werkzaamheden zullen reeds op korte termijn starten in de vorm van spoorvernieuwing op station Hoedekenskerke en de uitbreiding en vernieuwing van de sporen op station 's-Gravenpolder/'s-Heer Abtskerke. Beide stations spelen een belangrijke rol in de nieuwe dienstregeling, omdat de motorwagens en de stoomtreinen elkaar hier zullen passeren.
Ondersteuning
Voor het project Toeristische Hoofdas is ondersteuning aangevraagd bij diverse landelijke en regionale overheden. Naast morele steun hoopt de SGB ook op financiële steun: De Rijksoverheid kan bijdragen via het ILG omdat het project uitgevoerd wordt in het Nationaal Landschap de 'Zak van Zuid-Beveland'. Ook bij de gemeente Borsele en de provincie Zeeland zijn subsidies aangevraagd voor de realisatie van de motorwagendienst, het verbeteren van de spoorlijn en de aanleg van nieuwe perrons. Tenslotte is ook het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling kandidaat voor de financiële ondersteuning van het project.