Wetenschappelijke ondersteuning van het federale gezondheidsbeleid

18/02/2010 09:40

COUR DES COMPTES - REKENHOF

In zijn audit naar de wetenschappelijke ondersteuning van het federale gezondheidsbeleid, stelt het Rekenhof vast dat een samenhangend systeem ontbreekt om het gezondheidsbeleid te ondersteunen. Het verwerven van wetenschappelijke kennis is versnipperd over veel organisaties die bij gebrek aan een centrale visie en strategie hun opdrachten uitvoeren naar eigen inzicht en vermogen, zonder veel onderling overleg en coördinatie. De onderzochte organisaties proberen kwaliteitsvolle rapporten en adviezen te leveren. Toch zijn, afhankelijk van de organisatie, verbeteringen mogelijk op vlak van planning, toewijzing, uitbesteding, uitvoering en opvolging van onderzoek. Door het ontbreken van feedback en weinig doorzichtige besluitvorming in de gezondheidszorg is het vaak onduidelijk of de adviezen en onderzoeken worden benut. De minister van Volksgezondheid gaat grotendeels akkoord met de conclusies en aanbevelingen van het Rekenhof en zal de bevoegde diensten vragen een actieplan met verbeterprojecten op te stellen.

Nieuwe en oprukkende ziektes, toenemende zorgvraag en technologische vooruitgang zetten de financiële beheersbaarheid van de gezondheidszorg onder druk. Deze maatschappelijke uitdaging noodzaakt een beleid dat steunt op wetenschappelijke kennis om de kwaliteit van de zorg te bewaken, nieuwe technologieën op hun waarde te beoordelen en de doelmatigheid van het gezondheidssysteem zelf te evalueren.

Het Rekenhof ging na of er een samenhangend systeem bestaat om het federale gezondheidsbeleid wetenschappelijk te ondersteunen en of dat systeem beantwoordt aan de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Vervolgens werd de werking van de vijf belangrijkste federale kennisinstellingen onderzocht: de FOD Volksgezondheid, het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), de Hoge Gezondheidsraad (HGR), het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) en het RIZIV.

De opeenvolgende ministers hechtten belang aan wetenschappelijk onderzoek zonder dat echter een strategie voor het verwerven en gebruiken van kennis werd ontwikkeld. Veel organisaties en raden houden zich bezig met het schrijven van wetenschappelijke rapporten en adviezen maar hun opdrachten en activiteiten zijn niet afgebakend en worden niet gecoördineerd. Ook de budgettering kan beter. Door het gebruik van verschillende definities en berekeningsmethodes en de spreiding van de uitgaven over verschillende begrotingsprogramma's kan het budget voor wetenschappelijke ondersteuning van het gezondheidsbeleid niet worden berekend. Hoeveel financiële middelen voor welk project of welk orgaan worden ingezet en welke overwegingen daarvoor werden gemaakt is vaak niet bekend. Deze gebreken verhinderen een optimaal gebruik van wetenschappelijke kennis als ondersteuning van het gezondheidsbeleid.

Het Rekenhof beveelt een betere organisatie aan van het kennislandschap, gebaseerd op overleg tussen alle betrokkenen en met de Minister van Volksgezondheid als regisseur. Het beveelt ook aan dat het financieringssysteem zou toelaten op een heldere manier de kosten voor wetenschappelijk onderzoek te berekenen. Op termijn moet de financiering van afzonderlijke organisaties worden vervangen door een systeem waarbij de financiering steunt op doelstellingen en programma's.

Bij gebrek aan een overlegforum voor strategische afstemming verloopt de samenwerking tussen de vijf onderzochte kennisinstellingen grotendeels per project. Dat kan ertoe leiden dat onderzoeken onvoldoende op elkaar aansluiten. Ook de afstemming met de gemeenschappen kampt met dezelfde problemen. De instellingen spannen zich in om kwalitatief onderzoek of advies te leveren aan de minister en aan hun andere klanten. De kwaliteit van de kennisverwerving biedt echter een wisselend beeld naargelang van de betrokken kennisinstelling.

Knelpunten zijn ondermeer:

- De gegevens om degelijk onderzoek uit te voeren, zijn niet altijd tijdig beschikbaar.

- Het is vaak onduidelijk waarom bepaalde thema's worden geselecteerd voor onderzoek en andere niet.

- De planning verloopt veelal ad hoc en op korte termijn.

- Het projectbeheer is onvoldoende strikt. Bij uitbestedingsprocedures hebben sommige kennisinstellingen te weinig oog voor de kwaliteit en bruikbaarheid van het onderzoek, de onafhankelijkheid van de onderzoekers en de transactiekosten.

- Sommige kennisinstellingen hebben geen volledige inventaris van hun wetenschappelijk onderzoek.

- De ontsluiting van onderzoek door de publicatie en verspreiding ervan kan beter.

Het inzicht in de benutting van het onderzoek, ook door de instellingen zelf, is beperkt. De hoofdoorzaak daarvan is het uitblijven van terugkoppeling van de bestemmelingen van de rapporten en de adviezen naar de kennisinstellingen. Ook het ondoorzichtige advies- en besluitvormingsproces op het vlak van gezondheidszorg is niet bevorderlijk voor een maximale benutting van onderzoeksresultaten.

Het Rekenhof formuleerde concrete aanbevelingen om aan deze gebreken te verhelpen. De minister van Volksgezondheid heeft geantwoord dat ze grotendeels akkoord gaat met de conclusies en aanbevelingen van het Rekenhof. Ze zal aan de verschillende diensten die onder haar bevoegdheid vallen, de opdracht geven een actieplan met verbeterprojecten op te stellen.

--------------------------------------------------------------

Informatie voor de pers

Het Rekenhof controleert de openbare financiën van de federale Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de provincies. Het draagt bij tot een beter overheidsbeheer door de parlementaire vergaderingen, de beheerders en de gecontroleerde diensten nuttige en betrouwbare informatie te bezorgen, die voortvloeit uit een tegensprekelijk onderzoek. Als collaterale instelling van het parlement werkt het Rekenhof onafhankelijk van de overheden die het controleert.

Het integrale verslag Wetenschappelijke ondersteuning van het federale gezondheidsbeleid (82 p.), de samenvatting (2 p.) en dit persbericht zijn beschikbaar op de website van het Rekenhof (www.rekenhof.be).

Contactpersoon:

Karl Hendrickx

Cel Federale Publicaties

02 551 89 90

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen: Zie het origineel