Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Toespraak minister Ter Horst bij ontvangst Rob-advies 'Vertrouwen op Democratie'
17 februari 2010
Hartelijk dank voor het advies. Het eerste advies onder uw
voorzitterschap en dat is te merken; het onderwerp - vertrouwen in, of
óp democratie - heeft al jarenlang uw aandacht en zal denk ik nog
jarenlang uw aandacht krijgen. In een interview dat u als afzwaaiende
burgemeester gaf, schetste u de problematiek van de - ik citeer -
"botsing tussen de bureaucratische, verticale organisaties en de
horizontale nieuwe wereld van de smartphone."
Op de vraag van de interviewer of u dat nu allemaal als nieuwe
voorzitter van de Rob ging oplossen, gaf u tot mijn grote spijt niet
het kordate antwoord: "Ja! Dat ga ik doen." Maar wél het bescheiden
antwoord: "Ik heb iets te lang in Den Haag rondgelopen om de macht van
adviesorganen te overdrijven. Maar op de lange duur snijden adviezen
hout".
We zullen dus nog vaker van u horen en dat is maar goed ook.
Dit advies onderstreept voor mij het belang om na te denken op welke
wijze de relatie tussen bestuur en burger verbeterd kan worden.
Gemakkelijke oplossingen in de vorm van alleen bestuurlijke
aanpassingen zijn er niet. Een legitimiteitscrisis kunnen we alleen
voorkomen als er iets verandert bij zowel de overheid als de burger.
In de analyse van de Rob staat de kloof centraal. Niet de kloof van de
afstand tussen burgers en politici, maar de kloof tussen de
gehorizontaliseerde samenleving en het verticaal georganiseerd
politieke bestuur.
U constateert dat de samenleving in de loop der jaren sterk is
geïndividualiseerd en daarmee geëgaliseerd. Daaruit volgt dat
hiërarchische gezagsverhoudingen zijn ingeruild voor een
onoverzichtelijk geheel van netwerken waarin mensen, maatschappelijke
instellingen en ondernemingen op voet van gelijkwaardigheid met elkaar
omgaan. Waar heeft dat toe geleid volgens u? Ik citeer een kernachtige
zin uit uw advies: "Terwijl burgers in veel andere domeinen in hun
leven aan invloed wonnen, hebben zij in de politiek nauwelijks hun
positie kunnen versterken."
Dat is een interessante waarneming, en naar uw inzicht maakt deze
constatering eens te meer duidelijk dat er andere eisen worden gesteld
aan de politiek en het bestuur.
De politiek moet met gezag opereren, stelt u.
Maar wat bedoelt u met gezag?
Er zijn verschillende vormen zoals het gezag in de openbare ruimte,
van de agenten, de ambulancehelpers en de brandweerlieden. Het gezag
van - zeg maar - het uniform waar je - als het goed is - naar luistert
en dat optreedt als het nodig is.
Dat onze hulpverleners als voorposten van de samenleving met gezag
moeten opereren en met óntzag tegemoet moeten worden getreden, deel ik
met u.
Of het gezag van de wetenschap. Ik vind het een gevaarlijke tendens
dat informatie van leken als net zo betrouwbaar wordt gezien als die
van mensen die er jaren voor gestudeerd hebben. Ik zou wel voor een
website zijn www.betrouwbareinformatie.nl (extern) . met daarin een
belangrijke rol voor de overheid.
In de politieke ruimte hebben we het over een heel ander soort gezag,
meer het gezag dat je moet verdienen.
De - wat u noemt - horizontale netwerksamenleving, vraagt om politici
die zich open stellen voor initiatieven, kennis en creativiteit in de
samenleving, maar daarbij wel duidelijk keuzes maken en richting
geven.
Burgemeester Cohen zei het in mijn ogen treffend vorige week in een
debat met de andere burgemeesters van de grote steden. "Toen er
verdenkingen waren van een aanslag op IKEA moest ik optreden en mensen
laten oppakken. Maar tegelijkertijd ook luisteren naar wat er in de
stad gebeurt, naar welke onrust dit veroorzaakt en uitleggen wat er
gebeurt."
Ik maakte zojuist onderscheid tussen gezag in de openbare ruimte (zeg
maar: op straat) en gezag in de politieke ruimte. De burgemeester
opereert bij uitstek op het snijvlak van deze beide ruimtes. In uw
advies houdt u een pleidooi voor de burgemeester als verbinder tussen
verticale en horizontale gezagsrelaties. Er valt veel te zeggen over
de positie van de burgemeester en ik kom daarop terug in een visie op
het burgemeestersambt die ik in het voorjaar naar de Tweede Kamer wil
sturen.
Maar ik wil u nu vast zeggen dat het maken van een keuze tussen de
burgemeester als sheriff en de burgemeester als burgervader of
burgermoeder, een over-simplificatie van de werkelijkheid is. De
moderne burgemeester - van grote en van kleine gemeenten - zal eraan
moeten geloven dat hij beide is. Tenzij de burgemeesters van kleine
gemeenten bereid zijn de openbare orde handhaving over te laten aan de
burgemeester van een grote buurgemeente. Maar gesteld voor die keuze
denk ik te weten dat ze er voor zullen kiezen het zelf te doen.
Het is ook mijn overtuiging dat de gekozen burgemeester het gezag zal
doen afnemen. Juist de burgemeester scoort hoog als het om vertrouwen
gaat. Dus tegen de voorstanders van een gekozen burgemeester zou ik
willen zeggen: `bezint eer gij begint.
De Raad vestigt terecht de aandacht op de moeite die politieke
partijen hebben om voldoende geschikte kandidaten te vinden. Dit leidt
tot een weinig divers samengestelde volksvertegenwoordiging. Ik maak
me daar met de Raad zorgen over. Ter ondersteuning van de recrutering
van politiek talent laat ik op dit moment een handreiking maken voor
de besturen en selectiecommissies van politieke partijen, en dan
vooral voor lokale en provinciale afdelingen van politieke partijen.
Het is een hulpmiddel om ze beter in staat te stellen om het bestaande
potentieel aan kandidaten in kaart te brengen, te benaderen en te
interesseren voor een vertegenwoordigende functie.
De handreiking is dit voorjaar gereed en dat is in ieder geval op tijd
voor de voorbereiding van de provinciale verkiezingen van maart
volgend jaar.
Maar daarmee zijn we er uiteraard niet.
Onze democratie bestaat bij de gratie van actieve burgers die
betrokken zijn bij onze samenleving en daar een bijdrage aan leveren.
Die mensen zijn er ook.
Er zijn zoveel mensen die in de praktijk actief zijn en initiatieven
nemen om er voor te zorgen dat mensen elkaar kennen en samen problemen
in de buurt oplossen.
Dat bleek alleen al bij het discussietraject over verantwoordelijk
burgerschap dat eind vorig jaar is afgerond.
De mensen zijn het eens over de belangrijkste waarden en gedragsregels
voor goed burgerschap, zoals prettig samenleven, zorgen voor elkaar en
je inzetten voor je buurt. Veel mensen zijn betrokken bij het veilig
en op orde houden van hun directe leefomgeving. Dat is ook
horizontalisering. Het zijn geen zaken om één keer in de vier jaar bij
stil te staan; nee, dit gaat de mensen elke dag aan.
Op dit vlak ligt de winst voor het oprapen.
Ook dát werd door de burgemeesters van de grote steden vorige week
unaniem bevestigd. Er zijn heel veel mensen met talent en er is veel
initiatief in de steden. De kunst is hen op te sporen en ruimte te
geven.
De opdracht is in mijn ogen te streven naar een open overheid die
verbinding zoekt met die initiatieven en de kennis en talent beter
benut en verantwoordelijkheid geeft aan mensen zelf.
Wanneer we daarin slagen maken we de democratie robuuster en
verstevigen we de positie van de burger, ook in de politiek.
Dat kan ook door burgerparticipatie, waar ik voor ben. Ik ben tegen
referenda, met uitzondering van het correctief referendum.
Tot slot.
Dit advies komt op een goed moment omdat we aan de voet staan van het
Heroverwegingstraject binnen de Rijksoverheid. Uw bevindingen kunnen
van grote waarde zijn bij het nadenken op welke wijze het openbaar
bestuur beter kan functioneren.
Een overheid die zich om financiële redenen genoopt ziet een flinke
stap terug te doen, zal moeten zoeken naar de zelfwerkzaamheid, de
deskundigheid en de creativiteit in de samenleving. De legitimiteit
van deze overheid en het vertrouwen van de burgers zijn hiervan
afhankelijk.
Misschien kan het nieuwe coalitieakkoord na de gemeentelijke
herindeling in Venlo tot voorbeeld strekken. Ik neem een citaat uit
dat akkoord:
"De overheid is volgens het nieuwe college van Venlo (VVD, CDA en
PvdA) geen geluksmachine en kan niet voor elk probleem in de
samenleving een bevredigend antwoord bieden. Financieel is dat de
komende jaren niet mogelijk. Er moet 18 miljoen euro worden omgebogen.
De ruimte voor nieuw beleid is beperkt. `De meeste inwoners zijn het
vanzelfsprekend gaan vinden dat de gemeente in nogal wat facetten van
hun dagelijkse leefwereld is binnengedrongen en verantwoordelijkheden
heeft overgenomen. Nu, aan de vooravond van een ongekend omvangrijke
bezuinigingsoperatie, wordt de behoefte gevoeld om opnieuw te kijken
naar de noodzaak en wenselijkheid om deze in de praktijk gegroeide
situatie in stand te houden', aldus het coalitieakkoord. Een
heroriëntatie op de rol van de gemeente als maatschappelijke
dienstverlener is nodig. Meer dan voorheen zal een beroep worden
gedaan op het eigen initiatief van mensen, op zelfwerkzaamheid en op
goed burgerschap."
Einde citaat.
Met de inzet van meer mensen voor de publieke zaak wordt de overheid
misschien weer van en voor iedereen en niet - zoals het nu is - om
Sartre maar weer eens te parafraseren: "De overheid, dat zijn de
anderen".
En wat voor de overheid geldt, geldt nog sterker voor het bestuur van
dorp, stad, provincie of land.
Het openbaar bestuur staat voor grote opgaven. We zullen alle
beschikbare denkkracht en zeker ook die van de Rob nodig hebben om die
opgaven aan te kunnen.