32 273 Voorstel van wet Aanpassing van de Waterschapswet in verband met het
houden van waterschapsverkiezingen na het instellen van een
waterschap
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Met belangstelling heb ik kennis genomen van de opmerkingen en vragen van de fracties
van het CDA, PvdA en de ChristenUnie in het verslag van 4 februari 2010. Ik ben verheugd
met de steun voor dit voorstel. Bij de beantwoording van de vragen wordt de volgorde van
de indeling van het verslag aangehouden.
1. Datum van inwerkingtreding
De leden van het CDA en de PvdA vragen zich af wat de gewenste datum van
inwerkingtreding is van het voorliggende wetsvoorstel. Leden van de PvdA-fractie vragen
zich af of het de bedoeling is dat het wetsvoorstel vóór de fusie van de Zeeuwse
waterschappen inwerking treedt.
Dit is inderdaad de bedoeling. Vanuit het oogpunt van rechtszekerheid is het wenselijk om
de beoogde wijziging van de Waterschapswet voor de fusieverkiezingen van de Zeeuwse
waterschappen in werking te laten treden. De ingezetenen van het nieuwe waterschap
weten dan dat zij leden kiezen die zes jaar in het bestuur zullen plaatsnemen. Met een
tijdige inwerkingtreding wordt voorkomen dat de Zeeuwse ingezetenen in 2008, 2010 en
2012 een gang naar de stembus moeten maken.
2. Kieswet
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in hoeverre de voorgestelde regeling voor de
termijnen waarop verkiezingen moeten worden gehouden bij fusies van waterschappen,
parallel loopt met regels ten aanzien van de termijnen bij gemeentelijke herindelingen,
zoals geregeld in de Kieswet. Verder vragen zij zich af of het bij gemeentelijke
herindelingen ook voorkomt dat er twee termijnen van zes jaar zijn.
De zittingstermijnen en het overslaan van verkiezingen bij fusie of herindeling van
gemeenten worden niet in de Kieswet geregeld, maar in aparte wetten die specifiek voor
de desbetreffende gemeenten zijn opgesteld. Verlenging van de zittingsduur van zittende
gemeenteraden bij herindeling of fusie is hoogstens voor de periode van een jaar en drie
maanden. Tevens wordt het uitgangspunt gehanteerd dat gemeenteraden na de
fusieverkiezingen niet langer dan vijf à vijf en een half jaar mogen zitten. De termijn van
zes jaar voor de waterschappen sluit hier nagenoeg op aan. De Kiesraad heeft geen
bezwaren tegen deze zittingsperiode.
Het is onder artikel 27 van de Waterschapswet al mogelijk om met het oog op een fusie de
zittingstermijn van een waterschapsbestuur te verlengen met (maximaal) twee jaar. Dit
besluit kan alleen worden genomen bij het besluit tot instelling of opheffing van een
waterschap. Samenloop met het overslaan van verkiezingen na een fusie is uitsluitend
mogelijk als de fusiepartners al ruim vóór de reguliere verkiezingen besluiten om de
zittingsduur te verlengen waarbij de zittingsduur tevens maximaal wordt verlengd. Meestal
zal men niet te lang willen wachten met een fusie. Een samenloop van twee
zittingstermijnen van zes jaar zal zich naar verwachting slechts bij hoge uitzondering
voordoen.
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
Ministerie van Verkeer en Waterstaat