Ontmoeting met oorlogsveteranen in Vancouver
Toespraak, 16 februari 2010
Tijdens de Olympische Spelen in Vancouver ontmoette staatssecretaris
Nederlandse oorlogsveteranen. Ook achtduizend kilometer van Nederland
verwijderd leeft het oorlogsverleden voort.
Engelse vertaling van de toespraak
Ik vind het bijzonder u te ontmoeten. U hebt de Tweede Wereldoorlog
intensief beleefd en bent na de oorlog geëmigreerd naar Canada. Hier
hebt u een nieuw leven opgebouwd, ver weg van Europa en het oude
vaderland. Maar ook al bent u er zo'n achtduizend kilometer van
verwijderd, uw persoonlijk verleden draagt u altijd met u mee. En
ongetwijfeld speelt de oorlog daarin een belangrijke rol.
Ik zie dat ook bij mijn vader, die als tiener de oorlog heeft
meegemaakt in het toenmalig Nederlands Indië. Zijn vader was kapitein
op een onderzeeboot. Drie dagen nadat Japan Nederland de oorlog had
verklaard verging zijn onderzeeër. Mijn opa overleefde de aanval niet.
Mijn vader werd gevangen genomen en verbleef in verschillende
jongenskampen. Hij was toen net 13 jaar oud. Ondanks de vernederingen
en lichamelijke straffen die hij moest ondergaan, overleefde hij de
oorlog. Hij verhuisde naar Nederland, maar zijn herinneringen raakte
hij niet kwijt.
Toen ik jong was sprak mijn vader nauwelijks over de oorlog. Ik wist
wel dat hij gevangen had gezeten, meer veel meer ook niet. Wel maakte
hij duidelijk anti-Japans te zijn. Jaren later, ik was 25, ging ik met
mijn vader naar Indonesië. We bezochten de plaatsen waar hij had
gewoond, gevangen had gezeten en door de Japanners was gestraft. Mijn
vader vertelde op die plekken zijn verhaal. U begrijpt, dat maakte
enorme indruk op mij. Meer indruk dan welk geschiedenisboek dan ook.
Ik ben blij dat mijn vader zijn verhaal aan mij heeft verteld, zodat
ik het weer kan doorvertellen, bijvoorbeeld aan mijn dochter.
Ongetwijfeld maakt het op haar ook indruk.
Ik vind het belangrijk dat iedereen kennis neemt van de Tweede
Wereldoorlog, ook toekomstige generaties. Ik zie het daarom als
staatssecretaris als mijn taak om het oorlogsverleden
toekomstbestendig te maken. Er voor te zorgen dat de herinneringen aan
de oorlog levend blijven. Zodat nieuwe generaties hun eigen vragen
kunnen stellen aan het verleden. En hun eigen conclusies kunnen
trekken. Vanzelfsprekend krijgen jongeren op scholen in Nederland
tijdens de geschiedenislessen de Tweede Wereldoorlog uitgebreid
behandeld. Daarvoor worden lespakketten samengesteld, documentaires
gemaakt, films vertoond enzovoort.
Een andere manier om leerlingen kennis te laten maken met de
oorlogsgeschiedenis, is het door mensen die de oorlog hebben
meegemaakt te laten vertellen. Mensen die ondergedoken hebben gezeten,
in een concentratiekamp verbleven, of in het verzet zaten. In
Nederland bezoeken jaarlijks tientallen ooggetuigen honderden scholen
en vertellen ze de leerlingen wat ze zelf hebben meegemaakt. Deze
verhalen maken zelfs de luidruchtigste klassen stil.
Maar, zoals we allemaal weten, zullen er binnen afzienbare tijd nog
maar weinig ooggetuigen zijn die hun verhaal voor een klas kunnen
vertellen. Om toch de verhalen van de ooggetuigen voor toekomstige
generaties toegankelijk te maken, worden deze momenteel op film
vastgelegd. Dit project maakt onderdeel uit van een groter programma
waartoe ik enige tijd geleden opdracht heb gegeven: het Programma
Erfgoed van de Oorlog.
Zoals de naam al zegt is dit omvangrijke programma bedoeld om het
erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog te archiveren en openbaar te maken,
zodat iedereen, ook in de verre toekomst, het kan inzien. Behalve het
vastleggen van oral history, richt het programma zich onder meer op
foto's, amateurfilms, tekeningen, dagboeken, kranten en persoonlijk
archieven. Kortom alles wat van enige betekenis is om de geschiedenis
van de Tweede Wereldoorlog zo volledig mogelijk te documenteren en
levend te houden voor de toekomst. Materiaal dat we nodig hebben om de
geschiedenis te begrijpen, nu en later.
Ik ben hier vandaag niet alleen om u te vertellen over mijn vader en
hoe wij in Nederland bezig zijn het verleden toekomstbestendig te
maken, ik ben hier vooral om uw verhalen te horen. Daarvoor heeft u
een voorwerp meegenomen, aan de hand waarvan u uw verhaal kunt
vertellen. Ik ben daar erg nieuwsgierig naar. En misschien heeft u wel
een voorwerp meegenomen dat we kunnen toevoegen aan het erfgoed
waarover we inmiddels al beschikken. Of misschien heeft u thuis nog
ander materiaal dat een belangrijk deel van de oorlogsgeschiedenis
vertelt. Dagboeken, foto's, misschien filmmateriaal. Als u denkt over
iets te beschikken dat we kunnen toevoegen aan het oorlogserfgoed, dan
kunt u dat melden aan iemand van de Nederlandse ambassade.
Dan wil ik u nu graag het woord geven.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport