GGD Amsterdam
Persbericht
Datum
17 februari 2010
Ons kenmerk pb zelforganisaties soahiv
Betrokkenheid zelforganisaties bij soa/hiv-
preventie groot
Na 5 jaar nemen 75 Amsterdamse zelforganisaties deel
Uit onderzoek in 2003 bleek dat soa/hiv relatief veel voorkomt onder Antilliaanse,
Arubaanse, Afro en Hindoe Surinaamse en sub-Sahara Afrikaanse
bevolkingsgroepen1 in Amsterdam. Daarop startte de GGD Amsterdam in 2004
een project waarbij zelforganisaties worden ondersteund bij het opstellen en
uitvoeren van projecten op het gebied van soa/hiv-preventie. Inmiddels hebben
75 zelforganisaties, kerken en sleutelfiguren deelgenomen aan het soa/hiv
preventieprogramma en hebben 58 zelforganisaties gezamenlijk 110
cultuurspecifieke preventieprojecten ontwikkeld en uitgevoerd voor mensen van
28 verschillende nationaliteiten. Het project is inmiddels ontwikkeld van soa/hiv-
preventie naar seksuele gezondheid in de breedste zin. De uitkomsten en
aanbevelingen van de projectevaluatie zijn afgelopen week gepresenteerd en
aangeboden aan wethouder Zorg en Welzijn, Marijke Vos.
Marijke Vos, wethouder Zorg: "De zelforganisaties weten als geen ander wat er leeft bij
hun achterban, welke behoeften er zijn op het gebied van activiteiten om hiv en soa
tegen te gaan en hoe dat ingevuld kan worden. De organisaties hebben hier op veel
manieren invulling aan gegeven, bijvoorbeeld door workshops, toneelvoorstellingen en
radio-uitzendingen. Deze evaluatie laat zien dat het project erin is geslaagd om de
zelforganisaties te motiveren om op hun eigen manier seksuele gezondheid en hiv en
soa preventie hoog op hun agenda te zetten."
Resultaten programma
Concreet namen 75 Afrikaanse, Antilliaanse, Arubaanse, Hindoe en Afro Surinaamse
zelforganisaties, kerken en sleutelfiguren deel aan het soa/hiv preventieprogramma.
Daarvan hebben 58 zelforganisaties in samenwerking met de GGD 110
cultuurspecifieke soa/hiv preventieprojecten ontwikkeld en uitgevoerd.
Daarnaast is kennisuitwisseling en een samenwerkingverband tussen de diverse
zelforganisaties, kerken en sleutelfiguren en de GGD Amsterdam tot stand gekomen
op het gebied van soa/hiv preventie. Dat heeft geleid tot meer betrokkenheid van deze
organisaties bij de seksuele gezondheid van de diverse doelgroepen. De organisaties
participeren inmiddels op zeer actieve wijze aan dit gezondheidsbevorderingstraject. Er
is een verbeterd bereik van de doelgroepen door cultuurspecifieke
preventieactiviteiten.
Evaluatiepunten
De eerste doelstellingen qua draagvlak, betrokkenheid, inzet en agendering zijn
gehaald. Uit de evaluatie, gedaan door de GGD onder begeleiding van de universiteit
Wageningen, komen onder andere de volgende aanbevelingen: verbeteren van de
beoordelingscriteria en kwaliteitsmonitoring van de projecten en het uitvoeren van een
1 O.a. bij migrantenpopulaties uit Nigeria, Ghana, Rwanda, Burundi, Kenia, Ethiopië, Angola,
Somalië, Liberia, Oeganda, Sierra Leone, Zimbabwe.
27 oktober 2009 GGD Amsterdam
Pagina 2 van 2
effectevaluatie om inzichtelijk te maken in hoeverre deze werkwijze bijdraagt aan een
verbeterde seksuele gezondheid van de doelgroep. Bekeken wordt in hoeverre
tegemoet kan worden gekomen aan de aanbevelingen. Uit de evaluatie blijkt dat er
voldoende draagvlak is onder alle betrokkenen om het programma voort te zetten.
Vanuit het Grotestedenbeleid wordt dit programma dan ook verder gefinancierd.
Opzet programma
Jaarlijks kunnen zelforganisaties, kerken en sleutelfiguren projectvoorstellen op het
gebied van soa/hiv preventieactiviteiten indienen bij de GGD. Die moeten inzetten op
het vergroten van kennis over soa/hiv/aids, gedragsverandering ten aanzien van veilige
seks, het bespreekbaar maken van seksualiteit en seksuele gezondheid, het
verminderen van stigma en het doorbreken van taboes. De GGD ondersteunt de
zelforganisaties zowel bij het ontwerpen als bij de uitvoer van de projecten. Door
zelforganisaties zelf invulling te laten geven aan de preventieactiviteiten is er een
optimale aansluiting met de doelgroep.