Gerechtshof Arnhem
Uitspraak in de Tolbertzaak
Vandaag heeft het gerechtshof te Arnhem de verdachte in de door de
Hoge Raad naar het hof verwezen zgn. Tolbert-zaak in hoger beroep
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren en TBS
met dwangverpleging. Het hof acht bewezen dat de verdachte zich
schuldig heeft gemaakt aan doodslag op de twee kinderen van zijn
ex-partner en poging doodslag op deze ex-partner. De verdachte heeft
deze feiten gepleegd terwijl hij verkeerde in een psychose die het
gevolg was van het gebruik van speed.
De rechtbank
De rechtbank te Groningen had deze verdachte op 16 februari 2006
wegens moord op de twee kinderen en poging moord op zijn ex-partner
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaren en TBS
met dwangverpleging. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep
ingesteld.
Het gerechtshof te Leeuwarden
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft de verdachte daarop op 16 april
2007 in hoger beroep veroordeeld wegens doodslag op de twee kinderen
en poging doodslag op zijn ex-partner tot een gevangenisstraf van 18
jaren, zonder oplegging van TBS met dwangverpleging. Zowel de
verdachte als de advocaat-generaal hebben tegen dit arrest cassatie
ingesteld.
De Hoge Raad
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof te Leeuwarden op 9
december 2008 vernietigd. Volgens de Hoge Raad had het gerechtshof
niet toereikend gemotiveerd waarom het bewezen achtte dat de verdachte
de feiten opzettelijk heeft gepleegd. De Hoge Raad heeft vervolgens
bepaald dat het gerechtshof te Arnhem de zaak opnieuw diende te
behandelen.
Het gerechtshof te Arnhem
De advocaat-generaal heeft gevorderd de verdachte te veroordelen
wegens moord op de twee kinderen van zijn ex-partner en poging moord
op zijn ex-partner tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaren
en TBS met dwangverpleging.
Het hof acht net als de advocaat-generaal bewezen dat de verdachte de
feiten opzettelijk heeft gepleegd, ook al verkeerde de verdachte ten
tijde van het plegen van de feiten in een speedpsychose.
Anders dan de advocaat-generaal en de rechtbank komt het hof niet tot
moord c.q. poging moord, omdat het hof niet bewezen acht dat het
handelen van de verdachte het gevolg was van een tevoren door hem
genomen besluit. Vanwege dit verschil in de bewezenverklaring komt het
hof tot een lagere straf dan de advocaat-generaal en de rechtbank.
Bij het bepalen van de straf heeft het hof daarnaast in aanmerking
genomen dat de feiten de verdachte niet volledig maar in licht
verminderde mate kunnen worden toegerekend. De deskundigen van het
Pieter Baan Centrum hebben geconcludeerd dat verdachte tijdens het
begaan van de feiten leed aan een narcistische
persoonlijkheidsstoornis en dat hij verslaafd was aan speed. De
deskundigen merkten verdachte aan als sterk verminderd
toerekeningsvatbaar. Die conclusie heeft het hof niet overgenomen,
omdat het hof oordeelt dat amfetamineverslaving niet kan gelden als
grond voor verminderde toerekening; gebruikers kiezen zelf ervoor het
gevaarlijke verboden middel te gaan gebruiken en zij kunnen begrijpen
dat zij onder invloed van dergelijke middelen zich afwijkend kunnen
gedragen. Het hof heeft op grond van de persoonlijkheidsstoornis
slechts een licht verminderde toerekenbaarheid willen aannemen.
Volgens de deskundigen is de kans groot dat de verdachte zonder
behandeling van zijn narcistische persoonlijkheidsstoornis en zijn
speedverslaving wederom ernstige geweldsdelicten gaat plegen. Het hof
heeft deze conclusie overgenomen en heeft daarom gelast dat de
verdachte ter beschikking wordt gesteld met bevel tot dwangverpleging.
LJ Nummer
BL4185
Zie het origineel
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 17 februari 2010 Naar boven