Datum: 12 februari 2010
Toezegging AO Zorgzwaartefinanciering 3 december 2009
Geachte voorzitter,
Op 3 december jl. heb ik tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie
voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de zorgzwaartefinanciering
gesproken. Daar heb ik toegezegd u schriftelijk te zullen informeren over de
doorwerking van de pakketmaatregel begeleiding in de pgb's. Met deze brief doe
ik die toezegging gestand.
Doorwerking pakketmaatregel in pgb's
Uit cijfers van Per Saldo blijkt dat voor nieuwe budgethouders geldt dat door de
pakketmaatregel zij soms een fors lager budget krijgen dan budgethouders met
een vergelijkbaar ZZP maar die reeds over een PGB beschikken. Dit geldt met
name voor budgethouders met een groot budget. U heeft mij om een verklaring
van deze achteruitgang gevraagd.
In de vertaaltabel van zorg in natura naar pgb's voor 2010 zijn de functies
Ondersteunende en Activerende Begeleiding vervangen door `Begeleiding'. Een
deel van de oude functie Activerende Begeleiding is daarbij opgegaan in de functie
Behandeling. Voor sommige ZZP's heeft dit een positief en voor andere inderdaad
een negatief financieel effect ten opzichte van 2009. Dit wordt deels veroorzaakt
door het feit dat voor behandeling geen pgb wordt toegekend. Budgethouders die
voor het eerst in 2010 een budget ontvangen hebben in sommige gevallen dus
minder te besteden dan bestaande budgethouders die tot 2012 een beroep
kunnen doen op budgetgarantie. Voor nieuwe budgethouders geldt dat zij vanaf
het moment van toekennen van hun pgb voor de eerste keer zorg inkopen, zij
kunnen dus bij hun zorginkoop rekening houden met het budget dat hen ter
beschikking is gesteld.
De teruggang is met name groot bij het ZZP SGLVG1 (Behandeling van Sterk
Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapten in een SGLVG
Behandelcentrum). Dergelijke zware en daarmee gespecialiseerde zorg is in
natura gekoppeld aan het hebben van een speciale toelating. Deze zorg is in een
thuissituatie dan ook vrijwel niet vorm te geven. Ook voor de pakketten LVG 1
t/m 5 is een aparte toelating nodig om voor volledige bekostiging in aanmerking
te komen. Voor enkele zogenaamde B-pakketen in de GGZ tenslotte geldt
eveneens dat de verschillen in pgb-tarieven tussen 2009 en 2010 relatief groot
zijn. Pagina 1 van 2
Voor deze groep cliënten geldt dat zij al een jaar zorg ten laste van de Zvw achter Directie Langdurige Zorg
de rug hebben. Om die reden is het niet logisch te veronderstellen dat zij na
afloop van dit jaar hun zorg via een pgb zullen vormgeven. Voor alle overige ZZP's Ons kenmerk
zijn de (positieve en negatieve) verschillen veel minder groot. DLZ/SFI-U-2981175
In principe vind ik dat mensen in een eigen gekozen leefomgeving, meestal thuis,
zorg moeten krijgen. Van lichte vormen tot zwaardere vormen van zorg, eventueel
in combinatie met zorg vanuit de Zorgverzekeringswet en Wmo, moet dit
kwalitatief goed en betaalbaar gerealiseerd kunnen worden. Er is echter een punt
waarop de behoefte aan zorg, toezicht of bescherming van iemand zo groot kan
zijn, dat een beschermde woonomgeving nodig is. Bijvoorbeeld wanneer iemand
niet meer op mantelzorg kan terugvallen, waardoor zelfstandig wonen niet meer
mogelijk is. Bij bovengenoemde vormen van zorg, waarbij een relatief grote
teruggang in tarief plaatsvindt, ben ik van mening dat dit punt wel eens bereikt
zou kunnen zijn. De vraag die u en ik onszelf moeten stellen, is wat wij van deze
grenzen vinden. Zijn ze ruim genoeg of juist niet? Onlangs heb ik u een brief
gestuurd waarin ik aankondig een antwoord te geven op deze vragen en dat ik
daarvoor eerst wil laten onderzoeken hoe groot de groep mensen is die met een
recht op verblijf toch zelfstandig blijft wonen, welke karakteristieken zij hebben,
wat voor soort zorg zij krijgen en wat de reden is van hun keuze. Ik wil tevens
laten onderzoeken of de grens voor het recht op verblijf juist gesteld is, of dat
deze zou moeten verschuiven naar een zwaardere behoefte aan zorg, toezicht
en/of bescherming. Dit alles helpt mij om inzicht te verkrijgen in de uitwerking
van de huidige grenzen en kaders en te beslissen over eventuele aanpassingen.
Tenslotte wil ik nog opmerken dat zorgkantoren gebruik kunnen maken van een
CVZ beleidsregel, waarmee zij bij pgb-houders die in het hoogste ZZP per sector
zijn geïndiceerd het pgb naar boven kunnen aanpassen. Dit is mogelijk als zij
meer zorg nodig hebben dan waar ze volgens het geïndiceerde ZZP recht op
hebben. Van deze regeling wordt tot op heden vrij weinig gebruik gemaakt.
Ik vertrouw erop u met bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Pagina 2 van 2
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport