Datum 15 februari 2010 Ons kenmerk
resultaten pilot decentralisatie toezicht Drank- en Horecawet
VGP/GL 2984921
Bijlagen
1
Uw brief
Geachte voorzitter,
Hierbij bieden wij u, mede namens de minister voor Jeugd en Gezin, het rapport
"Toezicht Drank- en Horecawet door gemeenten Bevindingen
evaluatieonderzoek" aan. Dit onderzoek is uitgevoerd door NovioConsult in het
kader van de evaluatie van de Pilot decentralisatie toezicht Drank- en Horecawet.
Het rapport laat zien dat gemeenten enthousiast zijn over de decentrale uitvoering
van het toezicht op de Drank- en Horecawet. Het inzicht in de lokale situatie wordt
versterkt, waardoor er gericht toezicht gehouden kan worden.
Daarnaast geven de resultaten van de pilot inzicht in de bestuurslasten die de
toezichtstaak meebrengt voor gemeenten. Hieruit blijkt dat de bestuurslasten niet
afwijken van de in de Memorie van toelichting van het wetsvoorstel Drank- en
Horecawet geraamde kosten.
Aanleiding voor de Pilot
Op dit moment is de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) als enige toezichthouder
aangewezen in de Drank- en Horecawet. De VWA heeft slechts in beperkte mate
capaciteit beschikbaar voor het toezicht op de naleving van de bepalingen van de
Drank- en Horecawet. Als gevolg hiervan vindt op plaatsen waar alcohol verstrekt
wordt gemiddeld maar eens per twee à drie jaar een controle plaats.
Gemeenten geven al jaren aan dat zij de toezichtstaken op de Drank- en
Horecawet zelf willen gaan uitvoeren, zodat zij beter greep krijgen op de lokale
situatie. In het Bestuursakkoord Rijk en Gemeenten van 4 juni 2007 is in de
paragraaf over veiligheid vastgelegd dat de toezichthoudende taken op de Drank-
en Horecawet zullen overgaan van de VWA naar gemeenten. In de
Hoofdlijnenbrief alcoholbeleid van 20 november 2007 is deze afspraak door het
kabinet uitgewerkt en in navolgende overleggen met uw Kamer besproken.
De overdracht van het toezicht is opgenomen in het voorstel tot wijziging van de
Drank- en Horecawet, welke op 18 juli 2009 aan uw Kamer is aangeboden.
In 2008 en 2009 hebben 38 gemeenten, verdeeld over 15 pilotgebieden,
deelgenomen aan de Pilot Decentralisatie toezicht Drank- en Horecawet (hierna
pilot). Het doel van deze pilot was om inzicht te krijgen in hoe gemeenten de
nieuwe toezichtstaak op lokaal of regionaal niveau zullen vormgeven.
Pagina 1 van 4
De gemeenten hebben ervaring opgedaan met het zelf uitoefenen van toezicht
door de inzet van gemeentelijke toezichthouders. Daarnaast had de pilot tot doel
om inzicht te geven in hoe gemeenten de nieuwe toezichtstaak zullen gebruiken Ons kenmerk
bij de opzet van een integraal lokaal alcoholbeleid. VGP/GL 2984921
Bevindingen uit het evaluatie-onderzoek
Om de resultaten van de pilot in kaart te brengen is een evaluatieonderzoek
uitgevoerd door adviesbureau NovioConsult. Het rapport geeft inzicht in de
kwalitatieve en de kwantitatieve bevindingen uit de pilot. Daarnaast bevat het
rapport de resultaten van een controlegroeponderzoek bij een aantal gemeenten
die niet hebben meegedaan aan de pilot en van een belevingspeiling onder
drankverstrekkers en jongeren naar hun ervaringen met het gemeentelijke
toezicht op de Drank- en Horecawet.
Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat de pilotdeelnemers over het algemeen
enthousiast zijn over de decentrale uitvoering van het toezicht op de Drank- en
Horecawet. Door de inzet van gemeentelijke toezichthouders verbetert het inzicht
in het veld sterk. De actualiteit en kwaliteit van het vergunningbestand neemt toe
en er kan meer gericht en beter toezicht gehouden worden.
Daarnaast laat decentraal toezicht ruimte voor maatwerk. Gemeenten geven een
eigen invulling aan het toezicht en sluiten daarbij aan bij de lokale situatie.
In het algemeen kenmerkt de gemeentelijke toezichtscultuur zich door het creëren
van bewustzijn en het versterken van de eigen verantwoordelijkheid van
drankverstrekkers. Uit de belevingspeiling blijkt dat drankverstrekkers deze op
naleving gerichte benadering waarderen, vooral wat betreft de mogelijkheden
voor lokale afstemming.
De algemene indruk van pilotdeelnemers is dat het geïntensiveerde gemeentelijke
toezicht leidt tot beter naleefgedrag onder drankverstrekkers. Ook
drankverstrekkers in de pilotgebieden geven aan dat zij zich meer bewust zijn van
hun verantwoordelijkheid en daar concrete maatregelen aan verbinden. Zij
kennen de Drank- en Horecawet regelgeving beter en leven deze beter na. Dit is
toe te schrijven aan een combinatie van een communicatieve insteek van de
toezichthouders, meer gerichte en intensievere controles en de daaruit volgende
grotere pakkans en de sterk toegenomen publieke aandacht voor het tegengaan
van alcoholgebruik onder jongeren.
De pilot geeft verder inzicht in op welke manier de pilotdeelnemers het
gemeentelijke toezicht hebben ingericht.
Consequenties voor de bestuurslasten voor gemeenten
In hoofdstuk 17 van de Memorie van toelichting van het voorstel tot wijziging van
de Drank- en Horecawet is een voorlopige berekening opgenomen van de te
verwachten bestuurslasten als gevolg van de overdracht van het toezicht op de
Drank- en Horecawet naar gemeenten. Hierbij werd vermeld dat deze berekening
een globale schatting was en dat als de resultaten van de Pilot decentralisatie
toezicht bekend zijn, er een betere inschatting van de financiële consequenties
kan worden gemaakt.
Pagina 2 van 4
Op basis van de resultaten van de pilot is een herberekening gemaakt van de
bestuurslasten voor gemeenten. Deze berekening wordt uitgebreid beschreven in
de bijlage van deze brief. Uit deze berekening blijkt dat de schattingen in de Ons kenmerk
Memorie van toelichting voor wat betreft het aantal inspecties en de kosten van VGP/GL 2984921
deze inspecties in grote lijnen overeenkomen met de uitkomsten van de pilot.
Resumerend laten de resultaten van de pilot zien dat de inspectiekosten voor
gemeenten in totaal 500.696 goedkoper uitvallen dan geraamd, maar dat ook
de opbrengsten van bestuurlijke boetes 432.873 lager uitvallen dan geraamd.
Daarnaast dienen ook de kosten van het opstellen en afhandelen van een
bestuurlijke boetebeschikking meegenomen te worden in het totaalplaatje,
kosten: 61.415.
In totaal komen de bestuurslasten voor gemeenten 6408 lager uit dan geraamd
(500.696 432.873 61.415).
In de Memorie van Toelichting was aangegeven dat indien uit de evaluatie mocht
blijken dat het aantal inspecties of de financiële consequenties van de overdracht
van het toezicht ernstig afwijken van de in deze paragraaf opgenomen
schattingen, het kabinet zal bezien of hierover nog aanvullende afspraken
gemaakt dienen te worden tussen Rijk en gemeenten.
De bovenstaande berekening laat zien dat dit niet het geval is.
Vervolg
De deelnemende gemeenten is de mogelijkheid geboden om de pilot in 2010 voort
te zetten. Hiertoe is besloten omdat het kapitaalvernietiging zou zijn om in
afwachting van een besluit over het voorstel tot wijziging van de Drank- en
Horecawet de leerervaringen van de deelnemende gemeenten met het uitoefenen
van het toezicht verloren te laten gaan. Alle pilotgemeenten nemen deel aan het
vervolg van de pilot in 2010. De deelnemende gemeenten zullen actief betrokken
worden bij het overdragen van hun opgedane kennis en ervaring aan andere
gemeenten. In 2010 zal het vervolg van de pilot worden gemonitord. Het accent
zal daarbij liggen op regionale samenwerking.
De opgedane kennis en ervaring uit de pilot zal gebruikt worden om de
gemeenten op weg te helpen bij het opzetten van een lokaal toezichtsbeleid. Dit
zal onder andere vormgegeven worden door middel van het opstellen van een
handreiking voor gemeenten en het organiseren van (regionale) bijeenkomsten
voor gemeenten.
Daarnaast zullen gemeenten ook op andere manieren ondersteund worden bij het
opzetten en uitvoeren van de gemeentelijke toezichtstaak, onder andere door
middel van het opzetten van een expertisecentrum, dat tijdens de transitieperiode
ondergebracht zal worden bij de VWA. Zo zal de door de VWA opgedane kennis
over het toezicht op de Drank- en Horecawet zorgvuldig overgedragen kunnen
worden aan gemeenten.
De resultaten van de pilot geven ons het vertrouwen dat de decentralisatie van
het toezicht naar gemeenten zal leiden tot een betere naleving van de Drank- en
Horecawet en in het bijzonder van de leeftijdsgrenzen voor de verkoop van
alcoholhoudende drank.
Pagina 3 van 4
Door het zelf uitvoeren van toezichttaken wordt het voor gemeenten mogelijk om
de cyclus van beleid vergunningverlening- toezicht handhaving te sluiten.
Daardoor zijn we er van overtuigd dat de toezichtstaak gemeenten zal stimuleren Ons kenmerk
om een integraal alcoholbeleid te gaan voeren, dat aansluit bij de lokale of VGP/GL 2984921
regionale situatie.
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Binnenlandse Zaken
Welzijn en Sport, en Koninkrijksrelaties,
dr. A. Klink mevrouw dr. G. ter Horst
Pagina 4 van 4
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport