Datum 16 februari 2010 -
Onderwerp uitspraak NMa over Crisisplan Binnenvaart
-
Geachte voorzitter,
Op 10 februari 2010 heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) laten
weten van mening te zijn, dat de door het Crisisberaad Binnenvaart voorgestelde
Oplegregeling onvoldoende voldoet aan de bepalingen van de Mededingingswet.
Naar de mening van de NMa is de regeling die het Crisisberaad heeft ontworpen in
strijd met het kartelverbod. Ook de uitzonderingsbepalingen uit de
Mededingingswet zijn volgens de NMa niet van toepassing op de plannen van het
Crisisberaad.
Deze afwijzing betekent een forse tegenvaller voor de samenwerkende
binnenvaartorganisaties, verenigd in het Crisisberaad. Ik waardeer de
inspanningen van het Crisisberaad om tot een robuust plan te komen met als doel
om gezonde binnenvaartondernemingen de huidige economische crisis door te
helpen; een crisis die ook in de binnenvaartsector hard toeslaat.
Ik betreur dat de NMa tot een negatief oordeel heeft moeten komen. Ik heb
eerder ook richting uw Kamer aangegeven in beginsel positief te staan tegenover
de plannen van het Crisisberaad, maar heb daaraan steeds de voorwaarde
verbonden dat deze plannen NMa-proof moeten zijn.
Direct na de uitspraak van de NMa heb ik het initiatief genomen om met het
Crisisberaad de nu ontstane situatie te bespreken. Dit overleg zal nog deze week
plaatsvinden. Inzet van dit overleg is om op korte termijn te bezien welke
mogelijkheden er zijn om in gezamenlijkheid de gevolgen van de crisis in de
binnenvaart te verzachten. Aan dit overleg zal ook het Ministerie van
Economische Zaken deelnemen.
In dit overleg zal ook de mogelijke rol van de banken aan de orde komen. Zoals ik
al in mijn brief aan uw Kamer van 22 december 2009 aangaf, ben ik van mening
dat de banken een sleutelrol dienen te spelen bij de aanpak van de crisis in de
binnenvaart. Dit geldt niet alleen in het geval van een door de NMa goedgekeurde
Oplegregeling, maar ook voor eventuele alternatieve maatregelen om
executieverkoop van schepen zoveel mogelijk te voorkomen.
Over mogelijke alternatieve maatregelen zal mijn ministerie tevens op korte
Datum
termijn, opnieuw samen met het ministerie van Economische Zaken, overleg 16 februari 2010
voeren met de NMa. Ik doe een beroep op de NMa mee te denken over opties die Ons kenmerk
wel voldoen aan de Mededingingswet. VenW/DGLM-2010/57
Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van samenwerkingsverbanden.
Verordening 169/2009/EG biedt op zich, onder strikte voorwaarden,
mogelijkheden voor commerciële samenwerkingsverbanden in de binnenvaart tot
500.000 ton. Op dit moment ben ik bezig, samen met de sector, om de
mogelijkheden hiervan in de binnenvaart nader te verkennen en te concretiseren.
Daarbij zal ik ook de ervaringen betrekken met de Tijdelijke subsidieregeling
samenwerkingsverbanden binnenvaart, zoals die van 1996 tot 1999 heeft
gegolden.
Daarnaast ben ik in gesprek met de Europese Commissie met als doel te komen
tot passende maatregelen om de crisis in de binnenvaart het hoofd te bieden.
Zoals bekend heb ik op 12 november 2009 een brief aan de Eurocommissaris van
Transport gestuurd, waarin ik heb betoogd, onder verwijzing naar Richtlijn
96/75/EG, dat naar mijn mening sprake is van een ernstige marktverstoring in de
binnenvaart die vraagt om passende maatregelen op Europees niveau. Mijn
verzoek kreeg brede steun vanuit het Europees Parlement.
Zoals ik u reeds meldde in mijn brief van 22 december 2009 manifesteert de crisis
in de binnenvaart zich niet overal in Europa op dezelfde manier, en wordt daarom
de Nederlandse zienswijze niet op voorhand door de andere binnenvaartlanden
gedeeld. Dit beeld werd de afgelopen weken opnieuw bevestigd. Desalniettemin
ben ik nog steeds in goed gesprek met de Commissie, die speciaal hiervoor een
werkgroep in het leven heeft geroepen.
Conform de procedure die is beschreven in Richtlijn 96/75/EG heeft de Commissie
maximaal 3 maanden om op mijn verzoek te reageren. Ik verwacht hun reactie
derhalve op korte termijn.
Op basis van de resultaten van de gesprekken met o.a. het Crisisberaad, alsmede
de reactie van de Europese Commissie op mijn crisismelding, zal ik u over enkele
weken, ter voorbereiding van het Algemeen Overleg op 17 maart, nader
berichten.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
Ministerie van Verkeer en Waterstaat