Ministerie van Verkeer en Waterstaat


- Datum 16 februari 2010

Onderwerp Brief waterschapslasten en beantwoording Kamervragen lid Jansen 1 (SP)

Geachte voorzitter,

Het lid Jansen (SP) heeft op 26 januari 2010 vragen gesteld over de stijging van de waterschapslasten. Bijgaand treft u de beantwoording aan. Verder is op 12 februari 2010 een publicatie in de Telegraaf verschenen over de gestegen Waterschapslasten. Op deze publicatie ga ik in deze brief nader in.

De waterschapslasten voor huishoudens bestaan uit de zuiveringsheffing en de watersysteemheffing. De watersysteemheffing bestaat uit de ingezetenenheffing, een vast bedrag per huishouden, en een heffing voor eigenaren van woningen op basis van de WOZ-waarde.
Uit gegevens van het COELO, het onderzoeksinstituut van de Rijksuniversiteit Groningen, blijkt dat de gemiddelde stijging van de ingezetenenheffing en de zuiveringsheffing over 2010 in heel Nederland ongeveer 3% is.

De ingezetenenheffing varieert van 28 euro (De Dommel) tot 110 euro (Schieland en Krimpenerwaard). De verschillen ten opzichte van 2009 variëren van een daling met 3,2% (Veluwe) tot een stijging van 10,4% (Rijnland). Deze hoogste stijger in percentage, Rijnland, kent een nominaal tarief van 68 euro; een middenmoter dus.

De kosten die direct samenhangen met de afvalwaterzuiveringsinstallaties worden via de zuiveringsheffing omgeslagen. Als de waterschappen kiezen voor een heffing op basis van vervuilingseenheden in plaats van drinkwaterverbruik, betalen eenpersoonshuishoudens één vervuilingseenheid en meerpersoonshuishoudens drie vervuilingseenheden.
De tariefsontwikkeling voor de zuiveringsheffing varieert volgens gegevens van het COELO van een daling van 1,4% in De Stichtse Rijnlanden tot een stijging van 10,4% in Delfland. Delfland kent met 215 euro ook het hoogste tarief van Nederland. Het laagste tarief bedraagt 116 euro (AA en Maas).

a
agina 1 van 4 P





In de vragen van het lid Jansen wordt ingegaan op de waterschappen Rijnland en Datum Delfland. Op deze plek ga ik in op het waterschap de Veluwe, dat ook in het

Telegraafartikel aan de orde kwam. Uit de gegevens van het COELO over de Ons kenmerk VenW/DGW-2010.152 Veluwe blijkt dat de zuiveringsheffing gelijk blijft en dat de ingezetenenheffing met 3,2% daalt. De in het krantenartikel genoemde stijgingspercentages van 5 en 6 procent gelden alleen voor de eigenaren van woningen. Door een administratieve fout heeft het waterschap deze groep vorig jaar te weinig in rekening gebracht. Dit wordt in 2010 hersteld.

Doelmatig waterbeheer
De waterschappen zijn ervan doordrongen dat er bezuinigd moet worden. Zij hebben een aanbod gedaan om te komen tot doelmatiger waterbeheer. In de brief van 11 december (TK 2009-2010, 27625, nr. 153) heeft het kabinet hier een vervolg aan gegeven. In die brief is aangegeven dat bij taakverlegging per saldo de tarieven voor burgers en bedrijven niet zullen stijgen en zo mogelijk zullen dalen. Thans worden de beleidsvoornemens uit deze brief samen met de waterschappen, de VNG en het IPO nader uitgewerkt. Hierbij wordt ook gekeken naar verevening van de kosten.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

agina 2 van 4 P





Datum

Bijlage Ons kenmerk VenW/DGW-2010.152

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de schriftelijke vragen die door het lid Jansen (SP) op 26 januari 2010 zijn gesteld over de stijging van de waterschapslasten.


1. Heeft u kennisgenomen van het bericht ,,Waterschapsbelasting stijgt sterk waarin op basis van COELO-onderzoek gemeld wordt dat de ingezetenenheffing voor huishoudens in 2010 met gemiddeld 4,3% stijgt en de zuiveringsheffing met 3,7%?


1. Ja.


2. Staat u nog steeds achter uw conclusie "dat er goed is gekeken naar de tarieven en de vereenvoudiging van de waterschapsheffing niet leidt tot onrechtvaardige of onverwachte verschuivingen" of onderschrijft u nu ook de eerder door de SP getrokken conclusie, dat de waterschapslasten voor huishoudens regionaal extreem verhoogd zijn, waarbij de verschillen niet of niet volledig verklaard kunnen worden door verschillende opgaven en prestaties?


2. In opdracht van de Unie van Waterschappen is in 2009 onderzoek gedaan naar de effecten van het vereenvoudigde waterschapsbelastingenstelsel. Uit die evaluatie (Kamerstuk 31986, nr. 1) bleek dat de opgetreden lastenverschuivingen in lijn waren met de verwachtingen, zoals verwoord in de Memorie van Toelichting bij de Wet modernisering waterschapsbestel. Het betrof een eenmalige verschuiving in 2009. De tariefsveranderingen voor 2010 staan hier los van.


3. Kunt u toelichten waardoor de hoge stijgingen van de waterschapslasten in Delfland en Rijnland veroorzaakt worden? Vindt u een stijging van 10,4% resp. 9,3% (zuiveringsheffing meerpersoonshuishouden resp. ingezetenenheffing, 2010 t.o.v. 2009) voor Delfland en 8% resp.10,4% voor Rijnland acceptabel in het licht van het streven naar een gematigde tariefontwikkeling?


4. Bent u bereid om u te gaan inzetten voor een gematigder tariefontwikkeling voor de huishoudens bij alle waterschappen, zoals u zich eerder bereid verklaard heeft om een tariefprobleem van agrariërs bij het hoogheemraadschap Delfland te helpen oplossen? Zo ja, hoe en op welke termijn kan de Kamer hierover nieuws verwachten? Zo nee, waarom niet?

agina 3 van 4 P





Datum 3+4. Het algemeen bestuur van de waterschappen stelt de tarieven vast. De

waterschapslasten voor huishoudens bestaan uit de zuiveringsheffing en de Ons kenmerk VenW/DGW-2010.152 watersysteemheffing.
De veranderingen in de heffingen verschillen per waterschap en verschillen per jaar. De veranderingen als gevolg van de belastingvereenvoudiging zijn in 2009 geëvalueerd. De volgende evaluatie is voorzien vijf jaar na inwerkingtreding van de Wet modernisering waterschapsbestel.

Uit gegevens van het COELO, onderzoeksinstituut van de Rijksuniversiteit Groningen, blijkt dat Rijnland in de jaren 2006-2009 geen tariefstijging heeft gekend. De stijging in 2010 is procentueel fors, maar gelet op het nominale tarief presteert Rijnland in de middengroep van alle waterschappen.

Volgens informatie van het Hoogheemraadschap van Delfland is de stijging van de zuiveringsheffing het gevolg van investeringen in een nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallatie. Delfland heeft in de periode 2006-2009 in de Harnaschpolder een grote zuiveringsinstallatie in gebruik genomen en bestaande installaties verbouwd dan wel buiten werking gesteld. Tot en met 2014 zal er volgens het meerjarenplan nog sprake zijn van een jaarlijkse tariefstijging.
De belangrijkste oorzaak van de stijging van de watersysteemheffing voor de ingezetenen is dat de kosten van rente en afschrijving sterk toenemen door het gereedkomen van steeds meer uitvoeringsprojecten in Delfland. Deze projecten zijn volgens Delfland nodig om het zeer dichtbebouwde en laaggelegen gebied veilig en leefbaar te houden.

In Delfland zijn de tarieven voor de categorie ongebouwd relatief hoog. Ik heb samen met de Unie van Waterschappen en het waterschap Delfland een onderzoek gestart om na te gaan hoe dit komt.

Voor de onderlinge vergelijking is de benchmark van de waterschappen "Waterschapspeil" een zinvol en belangrijk instrument. Het onderling benchmarken van de dienstverlening moet leiden tot prikkels om het werk doelmatiger uit te voeren. De eerste benchmark heeft u op 30 juni 2009 van de Unie van Waterschappen ontvangen.

agina 4 van 4 P