GroenLinks
Irak-debat: reactie kabinet schiet tekort
Dinsdag 16 februari 2010, 17:25u - Femke Halsema
* Commissie-Davids
* irak
Irak-debat: reactie kabinet schiet tekort
Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de kabinetsbrief over het
rapport van de Commissie-Davids. De korte kabinetsbrief over het
lijvige onderzoeksrapport schiet wat betreft GroenLinks
fractievoorzitter Femke Halsema schromelijk tekort.
Opnieuw probeert het kabinet te ontsnappen aan de noodzaak werkelijk
verantwoording af te leggen en vlucht zij in acht lessen voor de
toekomst. GroenLinks vindt dat niet acceptabel en wil van de premier
weten of het kabinet vindt dat het fouten heeft gemaakt en verkeerde
beslissingen heeft genomen op de acht punten, waarop nu lessen moeten
worden geleerd.
Lees verder voor de volledige spreektekst van Femke Halsema in het
Irak-debat.
Bijdrage Femke Halsema
Plenair debat besluitvorming Irak
Voorzitter,
Bijna 7 jaar na het begin van de Irak-oorlog voeren wij het debat met
de minister-president over de Nederlandse betrokkenheid. Voor mij en
mijn fractie is dit een heel bijzonder moment in de politieke
geschiedenis van de kabinetten Balkenende, die ik vanaf het begin tot
nu heb meegemaakt.
In al die tussenliggende jaren heeft het kabinet volhard in een
arrogant eigen gelijk. En tegen de tegenstanders van de oorlog is bij
herhaling gezegd dat als je tegen was, je dan voor Saddam Hoessein zou
zijn. Een onethische tegenstelling, die bovendien suggereert dat het,
het kabinet ging om `regime change', om het verdrijven van Saddam
Hoessein.
`Onwaarachtig' noemt de Commissie Davids het kabinet in dit verband
terecht. Toen het kabinet destijds besloot politieke steun aan de VS
en Engeland te geven, was het argument de dreiging van MVW. Als Saddam
Hoessein naar de zin van het kabinet voldoende ruimte had gegeven aan
de wapeninspecteurs en de bewijzen voor de afwezigheid van
massavernietigingswapens had geleverd, dan had hij tot de dag van
vandaag zijn bevolking kunnen terroriseren. Bovendien is het misdadige
gedrag van een dictator nooit een excuus voor je eigen reactie. Wij
vonden en vinden die oorlog niet proportioneel en niet legitiem naar
maatstaven van mensenrechten en volkenrecht.
Wij weten allemaal hoe het sinds 2002 is gegaan in Irak en de regio.
De meer dan 100.000 doden. De vier tot zes miljoen vluchtelingen en
ontheemden. Een tot op het bot ontwrichtte samenleving, en verwoesting
van een eeuwenoude cultuur. Verhoogde spanningen in de regio, die tot
de onveiligste van de wereld behoort; toename van gewelddadig
terroristische aanslagen en technieken, die exportproduct zijn
geworden. De tot op heden gecontinueerde bezetting; de falende
reconstructie waar geen plan en kennis voor was. Aftakeling van het
gezag van de VN en het volkenrecht, èn de onttakeling van een
Atlantisch bongenootschap dat mensenrechten en democratie hoog in het
vaandel heeft. De beelden van gemartelde Irakezen in de gevangenis van
Abu Graib waren wel het meest ontwrichtende voorbeeld daarvan.
Voor het eerst na zeven jaar kunnen wij inhoudelijk terugblikken, en
is het kabinet gedwongen om de uitgestelde politieke verantwoording af
te leggen. Ik ben bijvoorbeeld benieuwd hoe minister Van Middelkoop
terugkijkt op zijn uitspraken, kort na zijn aantreden: `plezierig om
te melden (...) hoe zorgvuldig de Kamer destijds is geïnformeerd en
hoe volledig en waarheidsgetrouw dat is gebeurd' (2007). Zoals de
premier bij herhaling zei dat er niets nieuws te melden was en in 2009
nog eens stelde dat er al `uitvoerig verantwoording' was afgelegd. En
ik markeer daarbij ook dit huidige kabinet heeft bijgedragen aan het
tegenhouden van de waarheidsvinding en het geven van onjuiste
informatie aan de Kamer.
Dat er nu politieke verantwoording moet worden afgelegd danken wij aan
de Commissie Davids en zijn onderzoeksteam. Wij hadden en hebben
voorkeur voor een parlementair onderzoek en enquête, waarvoor wij de
afgelopen jaren samen met andere partijen 10 moties in stemming hebben
gebracht. Maar wij prijzen de commissie voor haar onafhankelijkheid en
de kwaliteit van het geleverde werk. En wij complimenteren de cie. met
haar 49 conclusies.
Voorzitter,
De korte kabinetsreactie op het lijvige onderzoeksrapport schiet wat
betreft GroenLinks schromelijk tekort. Toen ik zaterdag het interview
las met de Hoop Scheffer en dat naast de kabinetsreactie legde, dacht
ik: `blijkbaar moest de voormalige minister van Buitenlandse zaken er
ook mee kunnen leven'. Of misschien geldt in dit geval wel - anders
dan destijds bij de kwestie Verdonk/Hirsi Ali: `de premier moest er
ook mee kunnen leven'.
Opnieuw probeert het kabinet te ontsnappen aan de noodzaak werkelijk
verantwoording af te leggen en vlucht zij in 8 lessen voor de toekomst
(die ook nog eens voor het overgrote deel de bevestiging zijn van
staand beleid). Dat nu, is niet acceptabel. En mijn eerste vraag aan
de premier is dan ook:
Vindt hij dat het kabinet op de acht punten, waarop nu lessen moeten
worden geleerd, fouten heeft gemaakt en verkeerde beslissingen heeft
genomen. Ik verwacht dat de premier een politiek en inhoudelijk
oordeel geeft over het kabinetshandelen op elk van de 8 punten.
Bovendien roept de kabinetsbrief grote twijfels op over de mate waarin
het rapport Davids nu werkelijk `leidend' is, zoals men zo vroom heeft
beloofd. Want het kabinet oordeelt namelijk tegelijkertijd dat zij
destijds `zuiver en integer' heeft gehandeld, de kwalificaties `voor
rekening laat van de commissie, en alleen de `beschrijving van de
feitelijke gang van zaken' accepteert, en `begrip', nee zelfs
`respect' vraagt voor `diepgevoelde verschillen in opvatting' die
`onoverbrugbaar' zijn (niet alleen toen, maar ook nu).
Welke verschillen in opvatting laat het kabinet intact? Over het
mandaat? Over het onvolledig en onjuist informeren van de Kamer? Zijn
in het Torentje de ruzies weggemasseerd met de afspraak `we agree to
disagree', we praten niet meer over het verleden en we trekken wat
onbeduidende lessen voor de toekomst?
En hoe kunnen kwalificaties - zoals `onwaarachtig' - terzijde worden
geschoven, als deze nu juist ook het gewicht van het oordeel van de
cie. over het falen van de regering bepalen.
Voorzitter,
Twee zaken zijn voor zijn fractie doorslaggevend bij de beoordeling
van de ministeriële verantwoordelijkheid en het schenden van de
vertrouwensregel met de Kamer:
1. het volkenrechtelijk mandaat en
2. de informatievoorziening aan de Kamer.
Het volkenrechtelijk mandaat
De eerste les is dat voortaan een `adequaat volkenrechtelijk mandaat'
is vereist voor militaire en politieke steun. Want `met de kennis van
nu aanvaardt het kabinet dat voor optreden een
adequater volkenrechtelijk mandaat nodig zou zijn geweest'. Adequater?
Volgens Davids ontbrák zo'n mandaat (concl. 20). Volgens de commissie
was er in de beginfase misschien nog enige discussie over de
volkenrechtelijke kennis, maar eindigde die op 8 november 2002. De dag
dat Veiligheidsraadresolutie 1441 werd aangenomen en Irak een
verscherpt inspectieregime werd opgelegd. Vier maanden voor de inval.
Zoals professor Schrijver het formuleerde tijdens de hoorzitting met
de Kamer: `Vanaf die dag was de volkenrechtelijke kennis aanwezig
binnen het departement, buiten het departement, in de Nederlandse en
de internationale samenleving'.
Voor wie destijds de kranten een beetje volgde is dit geen schokkend
nieuwe bevinding. Nederlandse volkenrechtdeskundigen schreven zich in
die maanden daarover te pletter: Schrijver, Tromp, Flinterman, Van
Genugten, Kooijmans, Van Boven... Ook de eigen ambtenaren van de
departementen van Buitenlandse zaken en Defensie adviseerden niet
anders. Simpel gezegd: ook met `de kennis van toen' (om die vreselijke
frase nog maar eens te gebruiken) heeft het kabinet verkeerd gehandeld
door te zeggen dat het mandaat voldoende was. En voor deze fout geldt
toen èn nu de volle ministeriële verantwoordelijkheid. Het hele
onderscheid tussen `toen' en `nu' is namelijk klinkklare onzin en
wordt door de Cie. Davids bestreden. Erkent de regering dat er in 2002
met de ruim voorhanden - en behoorlijk eensluidende - kennis, een
verkeerde beslissing is genomen? Erkent de regering dat men in 2002
wist - of in ieder geval had moeten weten en erkennen - dat politieke
steun is gegeven aan een oorlog zonder adequaat mandaat, terwijl men
zei dat zo'n mandaat `juridisch wenselijk was, maar niet
noodzakelijk'. Erkent de regering dit als een fout?
En als zij dat weigert te erkennen, hoe kan zij dan volhouden dat de
Cie. Davids leidend is? En hoe kan de PvdA het onderscheid tussen `de
kennis van toen' en `de kennis van nu' aanvaarden en tegelijkertijd
overal opgewekt verkondigen dat Davids `leidend' is?
(II) Informatievoorziening aan de Kamer
Voorzitter,
Correcte informatievoorziening aan de Kamer is een zware
grondwettelijke verplichting. Bij beslissingen over oorlog en vrede
luistert de vertrouwensregel nog nauwer. De kamer, die als
medewetgever medeverantwoordelijkheid draagt voor oorlog, of het
verlenen van politieke steun daaraan, moet zich kunnen baseren op de
informatie van de regering. Zij moet zeker dan er blind op kunnen
vertrouwen dat de informatie volledig en juist is, zodat zij tot een
afgewogen oordeel kan komen.
Het selectief verstrekken van informatie, zeker als dit gebeurt om
steun voor een oorlog af te dwingen, is een politieke doodzonde.
De commissie Davids constateert rondom de besluitvorming over Irak
drie soorten gebreken in de informatievoorziening aan de Kamer over de
veiligheids- en inlichtingendiensten en de VN-inspecties. Die
informatie was onjuist,
onvolledig, en selectief gerepresenteerd.
a. over de onjuiste informatie
Onjuist was de informatie van de premier aan de Kamer op 9 september
2003 dat Irak binnen 45 minuten massavernietigingswapens effectief kon
inzetten. Gesteld werd dat `de MIVD mogelijkheid niet expliciet
uitsluiten' (p. 335).
Onjuist was de reactie van minister Kamp daarover een jaar later op 14
december 2004 dat er `geen spanningsveld' bestond tussen de rapporten
van de AIVD en MIVD en uitspraken van bewindspersonen (p. 341),
terwijl de MIVD over de Britse 45 minutenclaim `de scherpste kritiek
had' (p. 343).
Onjuist was de voorstelling van de regering in haar Kamerbrief van 18
maart 2003 en het daaropvolgende debat op diezelfde dag van de
voortgangsrapportages van de VN-inspecties. De minister-president
sprak van een `schokkend overzicht' van verboden activiteiten van
Saddam Hussein, terwijl er volgens Davids geen schokkend overzicht was
maar suggesties voor verdere inspectie werden gedaan (p. 200).
b. over de onvolledige informatie
De regering heeft - volgens de cie. Davids - de Kamer `geen volledige
opening van zaken' gegeven over het Amerikaanse verzoek van 15
november 2002 om offensieve militaire steun (concl. 33), `niet tijdig'
geïnformeerd over de daadwerkelijke aanvang van host nation support
(concl. 37) en verzuimd artikel 100 Gw toe te passen op de uitzending
van de Patriots en begeleidende militairen naar Turkije (concl. 45).
c. over de selectieve informatie
Na de conclusies van Davids dat ambtelijke adviezen en informatie van
de eigen inlichtingendiensten zijn genegeerd, is het een holle belofte
dat de informatie in de toekomst wel en beter wordt met de Kamer wordt
gedeeld en altijd de top van een departement bereikt. Dit is niet meer
dan een vrome intentie, waaraan weinig geloof hoeft te worden gehecht
gezien de omgang met de informatie de afgelopen jaren.
Temeer daar het kabinet niet erkent dat het vertrouwen van de Kamer
hier schandalig en onaanvaardbaar is geschonden. Het enige wat het
kabinet er over zegt is `dat het evenwicht van twijfels, vermoedens en
(on)zekerheden waarvan in de diverse rapportages sprake was,
uitgebreider en explicieter terug had moeten komen in de informatie
aan de Kamers' (Balkenendiaans).
Ten aanzien van de onvolledige informatie zegt het kabinet enkel dat
vertrouwelijke opening van zaken `van wijsheid had getuigd'. Nergens
erkent het kabinet dat zij ernstig tekortgeschoten is in het
informeren van de Kamer. Nee, blijkens de reactie was het kabinet al
expliciet en uitgebreid maar had het nog een tikkeltje meer gekund. En
met de zinsnede `het had van wijsheid getuigd' devalueert het kabinet
haar eigen handelen tot een onverstandige strategische keuze en niet
tot de staatsrechtelijke en democratische fout die het is.
Voorzitter,
Het rapport Davids overziend stelt GroenLinks vast dat het kabinet in
2002 en 2003 in zo'n 3 kwartier een principebesluit nam om politieke
steun te geven aan een illegale oorlog,
waarbij de regie van de premier zo goed als ontbrak en
waarbij de Kamer onjuist en onvolledig is geïnformeerd om haar steun
te manipuleren en die een echec werd.
Tegen deze aangrijpende feiten kan geen `normen en waarden'-campagne
op. Het kabinet en in het bijzonder de premier hebben hiermee het
gezag van het democratische bestuur ondermijnd. Zoals professor en
kamerlid Balkenende het in 1999 formuleerde: "het bij herhaling niet
of onvoldoende informeren van het parlement bedreigt een
betekenisvolle werking van de (vertegenwoordigende) democratie". Om te
concluderen: "in de huidige beleids- en bestuursstijl, met name in
verhouding tussen regering en parlement, wordt in toenemende mate de
rechtsstatelijkheid verruild voor een postmodern relativistisch
rechtsbesef: alles kan als het maar werkt".
Weet u, ik had het niet beter kunnen zeggen. Dit is precies wat er aan
de hand is. Omwille van binnenlandse politieke compromissen en
Atlantische witte voetjes, is er een loopje met waarheid genomen en is
werkelijke waarheidsvinding ook nog eens jaren tegen gehouden: `alles
kan, als het maar werkt'.
De premier draagt hiervoor de volle ministeriële verantwoordelijkheid,
dat deed hij toen en dat doet hij nu. Vanochtend heeft VVD'er
Bolkestein gezegd dat de premier de eer aan zichzelf zou moeten
houden.
Voorzitter,
laat ik er geen doekjes om winden. Mijn fractie dient nooit onbezonnen
moties van wantrouwen in. En zeker trekken wij niet de conclusie dat
een premier niet meer vertrouwd kan worden, voordat wij met hem hebben
gedebatteerd. Dat geldt zeker ook vandaag. Maar wat GroenLinks betreft
is een eventueel aftreden van de premier, al dan niet door de Kamer
gedwongen, wel aan de orde.