GroenLinks
Irak-debat: inbreng Femke Halsema
Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de kabinetsbrief over het rapport van de Commissie-Davids. De korte kabinetsreactie op het lijvige onderzoeksrapport schiet wat betreft GroenLinks fractievoorzitter Femke Halsema schromelijk tekort.
Opnieuw probeert het kabinet te ontsnappen aan de noodzaak werkelijk verantwoording af te leggen en vlucht zij in acht lessen voor de toekomst. GroenLinks vindt dat niet acceptabel en wil van de premier weten of het kabinet vindt dat het fouten heeft gemaakt en verkeerde beslissingen heeft genomen op de acht punten, waarop nu lessen moeten worden geleerd.
Spreektekst Femke Halsema
Plenair debat besluitvorming Irak
16 februari 2010
Vz.,
Bijna 7 jaar na het begin van de Irak-oorlog voeren wij het debat met de minister-president over de Nederlandse betrokkenheid. Voor mij en mijn fractie is dit een heel bijzonder moment in de politieke geschiedenis van de kabinetten Balkenende, die ik vanaf het begin tot nu heb meegemaakt.
In al die tussenliggende jaren heeft het kabinet volhard in een arrogant eigen gelijk. En tegen de tegenstanders van de oorlog is bij herhaling gezegd dat als je tegen was, je dan voor Saddam Hoessein zou zijn. Een onethische tegenstelling, die bovendien suggereert dat het, het kabinet ging om regime change, om het verdrijven van Saddam Hoessein. Onwaarachtig noemt de Commissie Davids het kabinet in dit verband terecht. Toen het kabinet destijds besloot politieke steun aan de VS en Engeland te geven, was het argument de dreiging van MVW. Als Saddam Hoessein naar de zin van het kabinet voldoende ruimte had gegeven aan de wapeninspecteurs en de bewijzen voor de afwezigheid van massavernietigingswapens had geleverd, dan had hij tot de dag van vandaag zijn bevolking kunnen terroriseren. Bovendien is het misdadige gedrag van een dictator nooit een excuus voor je eigen reactie. Wij vonden en vinden die oorlog niet proportioneel en niet legitiem naar maatstaven van mensenrechten en!
volkenrecht.
Wij weten allemaal hoe het sinds 2002 is gegaan in Irak en de regio. De meer dan 100.000 doden. De vier tot zes miljoen vluchtelingen en ontheemden. Een tot op het bot ontwrichtte samenleving, en verwoesting van een eeuwenoude cultuur. Verhoogde spanningen in de regio, die tot de onveiligste van de wereld behoort; toename van gewelddadig terroristische aanslagen en technieken, die exportproduct zijn geworden. De tot op heden gecontinueerde bezetting; de falende reconstructie waar geen plan en kennis voor was. Aftakeling van het gezag van de VN en het volkenrecht, èn de onttakeling van een Atlantisch bongenootschap dat mensenrechten en democratie hoog in het vaandel heeft. De beelden van gemartelde Irakezen in de gevangenis van Abu Graib waren wel het meest ontwrichtende voorbeeld daarvan.
Voor het eerst na zeven jaar kunnen wij inhoudelijk terugblikken, en is het kabinet gedwongen om de uitgestelde politieke verantwoording af te leggen. Ik ben bijvoorbeeld benieuwd hoe minister Van Middelkoop terugkijkt op zijn uitspraken, kort na zijn aantreden: plezierig om te melden () hoe zorgvuldig de Kamer destijds is geïnformeerd en hoe volledig en waarheidsgetrouw dat is gebeurd (2007). Zoals de premier bij herhaling zei dat er niets nieuws te melden was en in 2009 nog eens stelde dat er al uitvoerig verantwoording was afgelegd. En ik markeer daarbij ook dit huidige kabinet heeft bijgedragen aan het tegenhouden van de waarheidsvinding en het geven van onjuiste informatie aan de Kamer.
Dat er nu politieke verantwoording moet worden afgelegd danken wij aan de Commissie Davids en zijn onderzoeksteam. Wij hadden en hebben voorkeur voor een parlementair onderzoek en enquête, waarvoor wij de afgelopen jaren samen met andere partijen 10 moties in stemming hebben gebracht. Maar wij prijzen de commissie voor haar onafhankelijkheid en de kwaliteit van het geleverde werk. En wij complimenteren de cie. met haar 49 conclusies.
Voorzitter,
De korte kabinetsreactie op het lijvige onderzoeksrapport schiet wat betreft GroenLinks schromelijk tekort. Toen ik zaterdag het interview las met de Hoop Scheffer en dat naast de kabinetsreactie legde, dacht ik: blijkbaar moest de voormalige minister van Buitenlandse zaken er ook mee kunnen leven. Of misschien geldt in dit geval wel anders dan destijds bij de kwestie Verdonk/Hirsi Ali: de premier moest er ook mee kunnen leven.
Opnieuw probeert het kabinet te ontsnappen aan de noodzaak werkelijk verantwoording af te leggen en vlucht zij in 8 lessen voor de toekomst (die ook nog eens voor het overgrote deel de bevestiging zijn van staand beleid).
Dat nu, is niet acceptabel. En mijn eerste vraag aan de premier is dan ook:
Vindt hij dat het kabinet op de acht punten, waarop nu lessen moeten worden geleerd, fouten heeft gemaakt en verkeerde beslissingen heeft genomen. Ik verwacht dat de premier een politiek en inhoudelijk oordeel geeft over het kabinetshandelen op elk van de 8 punten.
Bovendien roept de kabinetsbrief grote twijfels op over de mate waarin het rapport Davids nu werkelijk leidend is, zoals men zo vroom heeft beloofd. Want het kabinet oordeelt namelijk tegelijkertijd dat
zij destijds zuiver en integer heeft gehandeld,
de kwalificaties voor rekening laat van de commissie, en alleen de beschrijving van de feitelijke gang van zaken accepteert, en
begrip, nee zelfs respect vraagt voor diepgevoelde verschillen in opvatting die onoverbrugbaar zijn (niet alleen toen, maar ook nu).
Welke verschillen in opvatting laat het kabinet intact? Over het mandaat? Over het onvolledig en onjuist informeren van de Kamer? Zijn in het Torentje de ruzies weggemasseerd met de afspraak we agree to disagree, we praten niet meer over het verleden en we trekken wat onbeduidende lessen voor de toekomst?
En hoe kunnen kwalificaties zoals onwaarachtig - terzijde worden geschoven, als deze nu juist ook het gewicht van het oordeel van de cie. over het falen van de regering bepalen.
Voorzitter,
Twee zaken zijn voor zijn fractie doorslaggevend bij de beoordeling van de ministeriële verantwoordelijkheid en het schenden van de vertrouwensregel met de Kamer:
1. het volkenrechtelijk mandaat en
2. de informatievoorziening aan de Kamer.
Het volkenrechtelijk mandaat
De eerste les is dat voortaan een adequaat volkenrechtelijk mandaat is vereist voor militaire en politieke steun. Want met de kennis van nu aanvaardt het kabinet dat voor optreden een adequater volkenrechtelijk mandaat nodig zou zijn geweest. Adequater? Volgens Davids ontbrák zon mandaat (concl. 20). Volgens de commissie was er in de beginfase misschien nog enige discussie over de volkenrechtelijke kennis, maar eindigde die op 8 november 2002. De dag dat Veiligheidsraadresolutie 1441 werd aangenomen en Irak een verscherpt inspectieregime werd opgelegd. Vier maanden voor de inval. Zoals professor Schrijver het formuleerde tijdens de hoorzitting met de Kamer: Vanaf die dag was de volkenrechtelijke kennis aanwezig binnen het departement, buiten het departement, in de Nederlandse en de internationale samenleving.
Voor wie destijds de kranten een beetje volgde is dit geen schokkend nieuwe bevinding. Nederlandse volkenrechtdeskundigen schreven zich in die maanden daarover te pletter: Schrijver, Tromp, Flinterman, Van Genugten, Kooijmans, Van Boven Ook de eigen ambtenaren van de departementen van Buitenlandse zaken en Defensie adviseerden niet anders.
Simpel gezegd: ook met de kennis van toen (om die vreselijke frase nog maar eens te gebruiken) heeft het kabinet verkeerd gehandeld door te zeggen dat het mandaat voldoende was. En voor deze fout geldt toen èn nu de volle ministeriële verantwoordelijkheid. Het hele onderscheid tussen toen en nu is namelijk klinkklare onzin en wordt door de Cie. Davids bestreden. Erkent de regering dat er in 2002 met de ruim voorhanden en behoorlijk eensluidende kennis, een verkeerde beslissing is genomen? Erkent de regering dat men in 2002 wist of in ieder geval had moeten weten en erkennen dat politieke steun is gegeven aan een oorlog zonder adequaat mandaat, terwijl men zei dat zon mandaat juridisch wenselijk was, maar niet noodzakelijk. Erkent de regering dit als een fout?
En als zij dat weigert te erkennen, hoe kan zij dan volhouden dat de Cie. Davids leidend is? En hoe kan de PvdA het onderscheid tussen de kennis van toen en de kennis van nu aanvaarden en tegelijkertijd overal opgewekt verkondigen dat Davids leidend is?
(II) Informatievoorziening aan de Kamer.
Voorzitter,
Correcte informatievoorziening aan de Kamer is een zware grondwettelijke verplichting. Bij beslissingen over oorlog en vrede luistert de vertrouwensregel nog nauwer. De kamer, die als medewetgever medeverantwoordelijkheid draagt voor oorlog, of het verlenen van politieke steun daaraan, moet zich kunnen baseren op de informatie van de regering. Zij moet zeker dan er blind op kunnen vertrouwen dat de informatie volledig en juist is, zodat zij tot een afgewogen oordeel kan komen.
Het selectief verstrekken van informatie, zeker als dit gebeurt om steun voor een oorlog af te dwingen, is een politieke doodzonde.
De commissie Davids constateert rondom de besluitvorming over Irak drie soorten gebreken in de informatievoorziening aan de Kamer over de veiligheids- en inlichtingendiensten en de VN-inspecties. Die informatie was
onjuist,
onvolledig, en
selectief gerepresenteerd.
a. over de onjuiste informatie
Onjuist was de informatie van de premier aan de Kamer op 9 september 2003 dat Irak binnen 45 minuten massavernietigingswapens effectief kon inzetten. Gesteld werd dat de MIVD mogelijkheid niet expliciet uitsluiten (p. 335).
Onjuist was de reactie van minister Kamp daarover een jaar later op 14 december 2004 dat er geen spanningsveld bestond tussen de rapporten van de AIVD en MIVD en uitspraken van bewindspersonen (p. 341), terwijl de MIVD over de Britse 45 minutenclaim de scherpste kritiek had (p. 343).
Onjuist was de voorstelling van de regering in haar Kamerbrief van 18 maart 2003 en het daaropvolgende debat op diezelfde dag van de voortgangsrapportages van de VN-inspecties. De minister-president sprak van een schokkend overzicht van verboden activiteiten van Saddam Hussein, terwijl er volgens Davids geen schokkend overzicht was maar suggesties voor verdere inspectie werden gedaan (p. 200).
b. over de onvolledige informatie.
De regering heeft volgens de cie. Davids - de Kamer geen volledige opening van zaken gegeven over het Amerikaanse verzoek van 15 november 2002 om offensieve militaire steun (concl. 33), niet tijdig geïnformeerd over de daadwerkelijke aanvang van host nation support (concl. 37) en verzuimd artikel 100 Gw toe te passen op de uitzending van de Patriots en begeleidende militairen naar Turkije (concl. 45).
c. over de selectieve informatie.
Na de conclusies van Davids dat ambtelijke adviezen en informatie van de eigen inlichtingendiensten zijn genegeerd, is het een holle belofte dat de informatie in de toekomst wel en beter wordt met de Kamer wordt gedeeld en altijd de top van een departement bereikt. Dit is niet meer dan een vrome intentie, waaraan weinig geloof hoeft te worden gehecht gezien de omgang met de informatie de afgelopen jaren.
Temeer daar het kabinet niet erkent dat het vertrouwen van de Kamer hier schandalig en onaanvaardbaar is geschonden. Het enige wat het kabinet er over zegt is dat het evenwicht van twijfels, vermoedens en (on)zekerheden waarvan in de diverse rapportages sprake was, uitgebreider en explicieter terug had moeten komen in de informatie aan de Kamers (Balkenendiaans).
Ten aanzien van de onvolledige informatie zegt het kabinet enkel dat vertrouwelijke opening van zaken van wijsheid had getuigd.
Nergens erkent het kabinet dat zij ernstig tekortgeschoten is in het informeren van de Kamer. Nee, blijkens de reactie was het kabinet al expliciet en uitgebreid maar had het nog een tikkeltje meer gekund. En met de zinsnede het had van wijsheid getuigd devalueert het kabinet haar eigen handelen tot een onverstandige strategische keuze en niet tot de staatsrechtelijke en democratische fout die het is.
Voorzitter,
Het rapport Davids overziend stelt GroenLinks vast dat het kabinet in 2002 en 2003
in zon 3 kwartier een principebesluit nam
om politieke steun te geven aan een illegale oorlog,
waarbij de regie van de premier zo goed als ontbrak en
waarbij de Kamer onjuist en onvolledig is geïnformeerd om haar steun te manipuleren
en die een echec werd.
Tegen deze aangrijpende feiten kan geen normen en waarden-campagne op. Het kabinet en in het bijzonder de premier hebben hiermee het gezag van het democratische bestuur ondermijnd. Zoals professor en kamerlid Balkenende het in 1999 formuleerde: het bij herhaling niet of onvoldoende informeren van het parlement bedreigt een betekenisvolle werking van de (vertegenwoordigende) democratie. Om te concluderen: in de huidige beleids- en bestuursstijl, met name in verhouding tussen regering en parlement, wordt in toenemende mate de rechtsstatelijkheid verruild voor een postmodern relativistisch rechtsbesef: alles kan als het maar werkt.
Weet u, ik had het niet beter kunnen zeggen. Dit is precies wat er aan de hand is. Omwille van binnenlandse politieke compromissen en Atlantische witte voetjes, is er een loopje met waarheid genomen en is werkelijke waarheidsvinding ook nog eens jaren tegen gehouden: alles kan, als het maar werkt.
De premier draagt hiervoor de volle ministeriële verantwoordelijkheid, dat deed hij toen en dat doet hij nu. Vanochtend heeft VVDer Bolkestein gezegd dat de premier de eer aan zichzelf zou moeten houden.
Voorzitter, laat ik er geen doekjes om winden. Mijn fractie dient nooit onbezonnen moties van wantrouwen in. En zeker trekken wij niet de conclusie dat een premier niet meer vertrouwd kan worden, voordat wij met hem hebben gedebatteerd. Dat geldt zeker ook vandaag. Maar wat GroenLinks betreft is een eventueel aftreden van de premier, al dan niet door de Kamer gedwongen, wel aan de orde.