Voortgang hoger beroep Gedragscode UvW
16 februari 2010 - kamerstuk
Kamerbrief over een uitspraak van de Raad van State ten aanzien van de
Gedragscode voor de Unie van Waterschappen. Hierin staat hoe
waterschappen omgaan met aanwezige flora en fauna bij werkzaamheden.
Geachte Voorzitter,
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft
gevraagd de Kamer op de hoogte te houden over het hoger beroep op de
uitspraak van de Rechtbank Arnhem ten aanzien van de gedragscode van de Unie
van Waterschappen (2009Z23319/2009D63172). Naar aanleiding hiervan bericht
ik u als volgt.
In de uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State van 15 januari 2010 is bepaald dat de Gedragscode Flora- en
faunawet voor waterschappen bij wijze van voorlopige voorziening wordt
aangemerkt als ware hij goedgekeurd. Daarbij merkt de Voorzitter op dat de
werkzaamheden met name onderhoud van de waterkeringen betreffen, en dat uit
het niet tijdig uitvoeren van deze werkzaamheden risico's voor de veiligheid en
waterhuishouding kunnen voortvloeien. Dit komt overeen met het in de Vogel- en
Habitatrichtlijn genoemde belang van openbare veiligheid.
De voorlopige voorziening geldt tot de Raad van State uitspraak heeft gedaan in
de bodemprocedure.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit