Commissie Gelijke Behandeling

Discriminatie in uitgaansleven is te voorkómen

15-02-2010

Discriminatie-aan-de-deur bij uitgaansgelegenheden komt regelmatig voor. Zo blijkt ook uit enkele recente oordelen van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Juist omdat willekeur op de loer ligt, is het van belang een niet-discriminerend deurbeleid te hanteren. Dat beleid moet duidelijk zijn voor alle gasten en systematisch worden toegepast.

Een disco niet inkomen omdat je Marokkaan bent. Meiden gratis entree, terwijl jongens moeten betalen. Berichten over dergelijke discriminatie-aan-de-deur zijn bijna wekelijks uit de media te vernemen. Geregeld krijgt de CGB dit soort zaken voorgelegd, onder meer van anti-discriminatiebureaus. Toetsing aan de Algemene wet gelijke behandeling leverde recent de volgende voorbeelden op:
* Een man met een donkere huidskleur kwam een studentendancing in Nijmegen niet in. Bij een steekproefsgewijze controle op collegekaarten werd hij eruit gepikt; al zijn blanke vrienden werden niet gecontroleerd. De dancing handelde in strijd met de wet doordat bij het hanteren van steekproeven ruimte is voor willekeur. (oordelen 2010-15 en 2010-16)

* Bij een discotheek in Amsterdam werd geen verboden onderscheid op grond van afkomst geconstateerd bij de weigering aan de deur van enkele mannen. Wél was er sprake van discriminatie doordat vrouwen wel binnen werden gelaten als zij zich zonder gezelschap aan de deur melden, en indien zij vergezeld waren van een man niet. Ook deed deze uitgaansgelegenheid geen zorgvuldig onderzoek bij klachten over discriminatie. (oordeel 2010-17)
* Een beachclub die de huisregel "heren verplicht met dames" voor feesten hanteert, handelt in strijd met de wet. Mannen kunnen hierdoor nooit alleen op stap en ook homoseksuele mannen kunnen niet met hun partner een feest bezoeken. (oordeel 2010-19)

Bij dergelijke zaken gaat het veelal om onderscheid op grond van afkomst en geslacht, hoewel er soms ook op andere gronden wordt gediscrimineerd. Horeca-ondernemers zeggen dat als zij onderscheid maken dat vaak is om een evenwichtige mix aan bezoekers te krijgen. Deze begrijpelijke wens mag echter niet botsen met de gelijkebehandelingswetgeving door mensen te weigeren omdat ze bijvoorbeeld man, Marokkaan of homo zijn.

Vaak is het probleem ook dat bezoekers het gevoel hebben gediscrimineerd te worden. Juist dan is het van belang om als horeca-bedrijf klachten zorgvuldig af te handelen. Daarnaast kunnen veel misverstanden en al dan niet vermeende discriminatiezaken voorkómen worden door geen ruimte te laten voor willekeur. Dat kan door een duidelijk deurbeleid dat niet-discriminerend is, systematisch wordt toegepast en controleerbaar is.

De CGB brengt deze oordelen onder de aandacht van minister Van der Laan van Wonen, Wijken en Integratie, Koninklijk Horeca Nederland en andere betrokken organisaties. Minister Van der Laan gaf in zijn integratiebrief van november 2009 aan dat hij specifiek aandacht wil besteden aan discriminatie van jongeren, in het bijzonder in de horeca. Daarnaast is er op 23 en 24 februari a.s. een bijeenkomst van het Committee on the Elimination of all forms of Racial Discrimination (CERD) waarin Nederland de aanpak van rassendiscriminatie bespreekt met dit VN-comité. De CGB is aanwezig bij deze sessie en brengt relevante oordelen en adviezen, ook over deurbeleidzaken, onder de aandacht van de Comitéleden.

Laurien Koster, voorzitter van de CGB: "Ook het uitgaansleven hoort bij het maatschappelijk leven en discriminatie blijkt telkens weer van alle dag en van iedereen te zijn. Bedoeld of onbedoeld worden mensen geraakt in hun identiteit; gevoelsmatig of daadwerkelijk buiten de deur gehouden."