Groen!
Overheidsmandaten: onduidelijkheid troef
door Stefaan Van Hecke (federaal parlementslid) op 13 februari 2010 in
"Democratie en overheid"
Uit een rondvraag van Kamerlid Stefaan Van Hecke aan alle ministers en
staatssecretarissen over overheidsmandaten leidt tot één conclusie: er
is dringend nood aan objectieve criteria waarop bestuursmandaten,
voorzitterschappen, e.d. worden vergoed. Tevens zouden
kabinetsmedewerkers die een bestuursmandaat uitoefenen enkel voor hun
bewezen kosten vergoed mogen worden. Bij de aanstelling moet
belangenvermenging worden vermeden en alle personen die mandaten
opnemen moeten ook een mandatenlijst indienen.
Ruim een jaar geleden stelde Kamerlid Stefaan Van Hecke (Groen!) aan
alle ministers en staatssecretarissen die toen in de regering zaten,
dezelfde vraag: "Wie zetelt er in instellingen die onder uw
bevoegdheid vallen en hoe worden ze vergoed?" De vraag is blijkbaar
moeilijk te beantwoorden, want meer dan een jaar na het indienen van
de vragen, hebben nog niet alle ministers deze eenvoudige vraag
beantwoord. Maar de antwoorden die hij wel al ontving, zijn soms zeer
interessant.
Sommige bestuursmandaten lopen heel lang, soms tot 6 jaar. Dit
betekent dat voor belangrijke functies de bevoegde minister `zijn'
bestuurder(s) voor heel lange periode kan benoemen. Belangrijke
bestuursmandaten worden soms opgenomen door kabinetschefs of gewezen
kabinetschefs. Treffend is de Federale Participatie- en
Investeringsmaatschappij (FPIM) waar de huidige (Olivier Henin) en de
gewezen kabinetschef (Koenraad Van Loo) van minister Reynders zetelt,
naast de gewezen kabinetschef van Wathelet (Jean Courtin) en de
voormalige kabinetschef van premiers Leterme en Van Rompuy (Hans
D'Hondt). Maar ook andere kabinetsmedewerkers krijgen mandaten
toegewezen.
Sommige van die mandaten worden zonder vergoeding uitgeoefend. Anderen
leveren een zitpenning op, nog andere mandaten hebben forfaitaire
jaarbedragen. Er is werkelijk geen lijn in te trekken, ook niet naar
belangrijkheid. Zo krijgen de leden van de Raad van Bestuur van het
Zilverfonds een zitpenning van 40 euro, terwijl de bestuurders van BIO
(Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden) een
zitpenning van 500 euro krijgen. De leden van "het Instituut voor
veteranen - Nationaal instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders
en oorlogsslachtoffers", moeten het dan weer stellen met een schamele
6,62 euro als zitpenning. Al krijgt hun voorzitter toch nog 11,03 euro
per zitting. Dat is belachelijk laag.
Heel wat minder laag is de vergoeding die de voorzitter van de Raad
van Bestuur van de Belgische Technische Samenwerking (BTC) ontvangt:
EUR 7 000 per jaar met een maandelijkse onkostenvergoeding van EUR
309,87. Dit wordt nog vermeerderd met een zitpenning van 150 euro per
vergadering.
Dit systeem leidt uiteraard tot sterke politieke samenstelling. In de
Raad van Bestuur van Belgocontrol is dat heel opvallen, al zullen de
hoge vergoedingen daar niet vreemd aan zijn. De voorzitter van de raad
van bestuur krijgt jaarlijks 52.057,64 euro. Dat is nu Charles-Louis
d'Arenberg, gewezen kabinetschef van Rik Daems (Open VLD). Bij de
bestuurders vind je ondermeer Jean-Claude Fontinoy (MR, voorzitter
Raad van Bestuur NMBS Holding), Luc Mabille (gewezen medewerker op het
kabinet van D. Reynders en L. Michel), Jean-Claude Tintin (PS, gewezen
medewerker Kabinet Daerden), Vincent Urbain (Directeur-Generaal TEC,
neef van Robert Urbain, oud PS-minister), Raf Vermeire (gewezen
voorzitter jong-CD&V), Luc Laveyne (kabinetschef van de
Vlaams-Brabantse gouverneur De Witte).
Nog opmerkelijk, een van de leden van de Raad van Bestuur van de FPIM
is Ilse Van de Mierop. Zij is advocaat en naaste medewerker van
curator en gekend zakenadvocaat Christian Van Buggenhout. Deze is op
zijn beurt advocaat van de Belgische staat in de Fortis-zaak, terwijl
de FPIM van heel nabij betrokken was in deze procedure en net voor het
Hof van Beroep zijn berucht arrest zou vellen, nog in extremis de
heropening der debatten vroeg...
Dit hele relaas maakt kan maar tot één conclusie leider: er is
dringend nood aan objectieve criteria waarop bestuursmandaten,
voorzitterschappen, e.d. worden vergoed. Tevens zouden
kabinetsmedewerkers die een bestuursmandaat uitoefenen enkel voor hun
bewezen kosten vergoed mogen worden. Bij de aanstelling van
bestuursmandaten moet elke mogelijke vorm van belangenvermenging
worden vermeden.
Tot slot vindt Groen! dat alle personen die mandaten opnemen in
economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de
parastatalen en de andere instellingen die afhangen van de overheid,
ook een mandatenlijst moeten indienen. Zo krijgen we eindelijk helder
zicht op de vele functies en vergoedingen die rond de Wetstraat
zweven.
Contact: Stefaan Van Hecke -
Deel Deel
Stefaan Van Hecke
Federaal Volksvertegenwoordiger