Datum 5 februari 2010 -
Onderwerp Geannoteerde agenda informele Transportraad 12 februari 2010
-
Geachte voorzitter,
Mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat stuur ik u hierbij
informatie over de informele Transportraad van 12 februari 2010 in Spanje
(La Coruna). Het Spaanse Voorzitterschap heeft aangegeven te willen spreken
over stedelijke mobiliteit en over luchtvaart security. Tijdens de informele
Transportraad zullen geen besluiten worden genomen.
Stedelijke mobiliteit
Actieplan Stedelijke Mobiliteit
Op basis van een recent door de Europese Commissie uitgebracht actieplan zal
een gedachtewisseling plaatsvinden over stedelijke mobiliteit. Het Spaanse
Voorzitterschap wil graag van de lidstaten vernemen op welke punten zij
meerwaarde van een Europese aanpak zien.
Het actieplan stedelijke mobiliteit bevat 20 maatregelen om lokale, regionale en
nationale overheden te helpen hun doelstellingen inzake duurzame stedelijke
mobiliteit te realiseren. Vooralsnog betreft het geen nieuwe wet- of regelgeving.
De inzet van het actieplan is om ervaringen uit te wisselen, instrumenten voor
regionale en lokale overheden te ontwikkelen en middelen beschikbaar te stellen
voor onderzoek en pilots.
In het actieplan gaat het onder meer om het ondersteunen van regio's en steden
met het opstellen van integrale en duurzame mobiliteitsplannen, het verbeteren
van reisinformatie, vrijwillige verbintenissen ter verbetering van
passagiersrechten in stedelijk OV, ondersteunen van onderzoeks- en
demonstratieprojecten voor voertuigen met lage of nulemissies, voortzetting van
bewustmakingscampagnes voor doelgroepen en het optimaliseren van bestaande
Europese financieringsbronnen.
Discussiepunten informele Transportraad
Het Spaanse voorzitterschap heeft in een gespreksnotitie voor de informele
Transportraad over het actieplan een vijftal discussiepunten genoemd:
1. De rol van de EU bij het ontwikkelen van maatregelen, die duurzamer en
veiliger stedelijk mobiliteit promoten.
a
agina 1 van 3
P
2. De afstemming tussen nationale, regionale en lokale overheden ten
aanzien van duurzame stedelijke mobiliteit, met in acht name van de
Ons kenmerk
subsidiariteit. En de wijze waarop burgers en belangengroepen worden VenW/DGLM-2010/434
betrokken.
3. De samenhang tussen het actieplan stedelijke mobiliteit en het nog te
verschijnen actieplan verkeersveiligheid 2011-2020.
4. De mogelijkheden tot betere benutting van infrastructuur met behulp van
ITS alsmede de bevordering van schone, zuinige en veilige voertuigen.
5. De wijze waarop draagvlak kan worden gecreëerd voor de uitvoering van
het actieplan door middel van onder meer juridische en financiële
instrumenten.
Nederlandse inbreng tijdens informele Transportraad
Duurzame stedelijke mobiliteit is een belangrijk onderwerp voor Nederland. Ik
onderschrijf daarom de ambitie van de Europese Commissie, maar wil tegelijk ook
wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van lidstaten, regionale en lokale
overheden. In de huidige vorm doet het actieplan geen afbreuk aan de verdeling
van bevoegdheden binnen de lidstaten. Maar ik ben wel van mening dat het
subsidiariteitsprincipe scherp in het oog moet worden gehouden.
De meerwaarde van het actieplan stedelijke mobiliteit zie ik vooral in het
ondersteunen en stimuleren van overheden en bedrijfsleven bij hun eigen
ambities op het gebied van duurzame mobiliteit. De faciliterende rol van de
Commissie draagt bij aan een betere benutting van bestaande kennis en van
middelen.
Ik zie drie prioritaire onderwerpen voor Nederland in het actieplan, namelijk:
1. Het ontwikkelen van kennis en uitwisselen van best practices om de
stedelijke bereikbaarheid te verbeteren;
2. De ontwikkeling en het gebruik van schone voertuigen, mogelijk door een
grote proeflocatie in Nederland;
3. Het OV in verstedelijkte gebieden.
Ik zal deze drie punten kort toelichten. In mijn bijdrage aan het debat zal ik
onderstrepen dat de bereikbaarheid van steden van essentieel belang is voor de
economische groei en de leefbaarheid in de steden. Het ontwikkelen van kennis
en het uitwisselen van best practices op Europees niveau kan hierbij meerwaarde
hebben.
In de tweede plaats hecht ik veel belang aan de ontwikkeling en het gebruik van
schone voertuigen. In Nederland wordt hier flink in geïnvesteerd, onder meer met
het proeftuinprogramma duurzame mobiliteit. Ik zie voor Europa een rol in het
mogelijk maken van dergelijke initiatieven en in het voeren van een ambitieus
bronbeleid.
Tenslotte wil ik in het kader van het actieplan, aandacht vragen voor het OV in
sterk verstedelijkte gebieden. Hoe kan men snel en betrouwbaar OV bieden in
gebieden, waar men ook wil verdichten? Welke keuzen vraagt dit en wat zijn de
ervaringen hiermee in het buitenland? De Europese Commissie zou kunnen
bijdragen aan dit voor Nederland belangrijke thema door het ontwikkelen en
verspreiden van best practices en het beschikbaar stellen van middelen voor
onderzoek en pilots.
Naar verwachting zullen tijdens de Transportraad van 24 juni 2010
Raadsconclusies aangenomen worden over het Actieplan. De gedachtewisseling
tijdens de Informele Transportraad zal als input dienen voor de voorbereiding van
deze Raadsconclusies.
agina 2 van 3
P
Luchtvaart security
Ons kenmerk
VenW/DGLM-2010/434
Het Spaanse Voorzitterschap beoogt tevens een gedachtewisseling over luchtvaart
security en mogelijke maatregelen op Europees niveau. Dit naar aanleiding van
het incident op 25 december 2009 op een vlucht van Amsterdam naar Detroit.
Als gevolg van deze gebeurtenis vindt momenteel intensief overleg plaats zowel
binnen de EU als tussen de EU en de VS over de vraag hoe nieuwe dreigingen
het hoofd kan worden geboden. De Europese Commissie heeft aangekondigd
voorbereidingen te treffen voor aanpassing van regelgeving om de structurele
inzet van de security scan als primair screeningsmiddel mogelijk te maken.
Als onderdeel van een pilot, die reeds in 2006 is goedgekeurd door de Europese
Commissie, zet Nederland beschikbare security scans op Schiphol inmiddels al zo
veel mogelijk in bij de beveiligingscontroles voor vluchten naar de Verenigde
Staten. Tijdens de informele JBZ-raad van 21 en 22 januari 2009 heeft de
minister van Justitie aandacht gevraagd voor de toepassing van deze nieuwe
techniek, alsmede voor verbeteringen in de informatie-uitwisseling- en analyse.
De uitkomsten van de verschillende besprekingen binnen de EU en met de
Amerikaanse autoriteiten zullen een belangrijke rol spelen bij de beantwoording
van de vraag of en zo ja hoe de in Nederland ingestelde beveiligingsmaatregelen
moeten worden gecontinueerd. Voor wat betreft de verbetering van de
beveiliging van de burgerluchtvaart is het Nederlandse standpunt dat de Europese
regelgeving zodanig aangepast dient te worden dat security scanners structureel
ingezet kunnen worden. Natuurlijk geldt dat de inzet van deze scanners, net zoals
op Schiphol, vanuit het oogpunt van de volksgezondheid veilig dient te zijn en dat
de inbreuk op de privacy van passagiers zo minimaal mogelijk is. Ook de
concurrentiepositie van Schiphol mag daarbij niet uit het oog worden verloren.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 3 van 3
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat