Datum 11 februari 2010
Antwoorden op vragen nav een schriftelijk overleg
Geachte voorzitter,
In navolging op mijn brief van 8 juni 2009 (Kamerstukken II, 2008/09, 29 248,
nr. 83), heb ik uw Kamer op 14 december 2009 een brief gezonden
(Kamerstukken II, 2009/10, 29 248, nr. 107). In deze brief informeer ik uw
Kamer over de kostenontwikkeling medisch specialistische zorg, in het bijzonder
de honoraria van vrijgevestigd medisch specialisten. Tevens uit ik het voornemen
om de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) na het verloop van de wettelijke
voorhangtermijn en aanvullend aan de maatregelen waarvoor ik op 6 juli reeds
opdracht heb gegeven (CZ/TSZ 2940850), een aanwijzing te geven om passende
maatregelen te treffen met als doel een structurele taakstelling van in totaal 512
miljoen op te leggen aan de vrijgevestigde medisch specialisten , voor zover die
taakstelling niet al door de aanwijzing van 6 juli 2009 wordt gerealiseerd. Die
passende maatregelen moeten voorts zodanig zijn dat de opgelegde taakstelling in
zijn geheel in 2010 wordt gerealiseerd.
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn hierbij een
aantal vragen gesteld. Voor de beantwoording van de vragen ga ik allereerst in op
de vragen die betrekking hebben op de onderbouwing van de overschrijding en de
aangekondigde kortingsmaatregelen. Daarna ga ik in op de acties die ik
onderneem om overschrijdingen in de toekomst te voorkomen. Tot slot zal ik
ingaan op de mogelijkheid om overschrijdingen uit het verleden met
terugwerkende kracht terug te halen.
De onderbouwing van de overschrijding en de maatregelen
De CDA-fractie heeft vragen bij de onderbouwing van de overschrijding. De fractie
vraagt hoe de overschrijding zich ontwikkeld heeft, of er bij de korting naar
specialisme wordt gedifferentieerd en wanneer er adequate gegevens beschikbaar
zijn om de normtijden te herijken. Hierover kan ik de Kamer het volgende
melden:
Begin juni 2009 heb ik uw Kamer voor het eerst geïnformeerd over de hoogte van
de overschrijdingen. Destijds heb ik op basis van de toen beschikbare gegevens
aangegeven dat ik voorlopig uitging van een overschrijding van 461 miljoen in
2008 en latere jaren. Op basis van nader overleg met betrokken partijen zoals
Vektis, de NZa, het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), DBC-Onderhoud, de
Orde van Medisch Specialisten en het ministerie van Financiën over de exacte
hoogte van de overschrijding, zo heb ik aangegeven, kon dit getal nog wijzigen.
Op basis van de destijds meest recente cijfers van het CVZ heb ik de
overschrijding neerwaarts bijgesteld naar 375 mln. Hierover heb ik u o.a. via de
begroting van VWS geïnformeerd.
De gegevens van het CVZ zijn schadelastgegevens van verzekeraars. Dat wil
zeggen de betaalde schade door verzekeraars. Om de hoogte van de
overschrijding vast te stellen heb ik de schadelastgegevens van het CVZ afgezet
tegen de in de begroting van VWS gereserveerde middelen voor de vrijgevestigde
specialisten. Omdat de kosten van de specialisten in loondienst ter dekking
komen van de budgetten van de ziekenhuizen heb ik op de cijfers van het CVZ
onder andere een correctie toegepast voor de gedeclareerde honoraria voor
specialisten in loondienst. Na die correctie resteerde de overschrijding bij de
vrijgevestigde medische specialisten.
Om deze overschrijding in 2010 te redresseren heb ik de NZa op 6 juli 2009
opdracht gegeven om, op basis van deze gegevens, een korting toe te passen op
de honoraria van de vrijgevestigde medisch specialisten ter hoogte van in totaal
375 miljoen (CZ/TSZ-2940850). Ik heb de NZa gevraagd hiervoor waar mogelijk
maatwerk te leveren zodat de korting daar terecht komt waar hij het meest
gerechtvaardigd is. Daarom is in de eerste plaats de ondersteunerscompensatie
herijkt. Deze herijking is gebaseerd op een onderzoek uitgevoerd door DBC-
Onderhoud. Met de herijking van de ondersteunerscompensatie is een bedrag van
ca. 150 miljoen gemoeid. Daarnaast heeft de NZa Capgemini opdracht gegeven
om de normtijden van de DBC's te herijken. In het beperkte aantal maanden dat
daarvoor beschikbaar was, is het niet gelukt voldoende onderbouwing te krijgen
voor een verantwoorde herijking van de normtijden, waardoor de NZa
genoodzaakt is voor het resterende deel een generieke korting van 12,7% op de
honoraria door te voeren. In haar circulaire van 9 november 2009 heeft de NZa
aangekondigd dat zij in 2010 een nieuwe rondrekening zal starten om de
normtijden alsnog te herijken. Hiervoor zal ook een nieuw capaciteitsonderzoek en
tijdbestedingonderzoek worden uitgevoerd. Vanwege de lange doorlooptijd van
dergelijk onderzoek zullen deze gegevens naar verwachting in 2012 hun beslag
krijgen in de tarieven.
Zoals u weet hebben de Orde en enkele wetenschappelijke verenigingen van
medisch specialisten bezwaar aangetekend bij de NZa tegen het opleggen van
deze generieke korting. Ook hebben zij zich gewend tot het College van Beroep
voor het bedrijfsleven (CBb) met een verzoek om een voorlopige voorziening. Eind
januari heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan en het verzoek van de
Orde en de wetenschappelijke verenigingen afgewezen. Dit betekent dat de weg
vrij is voor de NZa om een beslissing te nemen op de ingediende
bezwaarschriften. Het CBb heeft in zijn uitspraak aangegeven dat de NZa daarbij
opnieuw moet kijken naar de hoogte van het kortingsbedrag en daarbij een
redelijke differentiatie naar specialismen moet toepassen. De NZa beziet
momenteel, tegen de achtergrond van deze uitspraak van het CBb, de
mogelijkheden voor het toepassen van een differentiatie per medisch
specialisme en zal binnen enkele weken een besluit nemen.
In de tweede suppletore wet 2009 en de Najaarsnota heb ik u gemeld dat er op
basis van de nieuwe en actuelere cijfers die ik in oktober 2009 van het CVZ heb
ontvangen sprake is van een hogere overschrijding. De totale overschrijding is
opgelopen tot ca 512 miljoen. Voor de berekening van deze overschrijding is
qua methodiek dezelfde rekenwijze aangehouden als de rekenwijze die met de
oude CVZ-cijfers (juni 2009) tot 375 miljoen leidde.
Op basis van deze nieuwe cijfers ben ik voornemens om de NZa, voor zover die
taakstelling niet al door mijn aanwijzing van 6 juli 2009 wordt gerealiseerd,
opdracht te geven om in 2010 een structurele korting van 512 miljoen (prijspeil
2008) door te voeren op de honoraria van de vrijgevestigde medisch specialisten.
Deze taakstelling moet in zijn geheel in 2010 worden gerealiseerd, ook indien de
daarvoor noodzakelijke tariefsaanpassing niet op 1 januari 2010 kan ingaan. Zoals
aangegeven kan circa 150 miljoen hiervan geredresseerd worden door de
ondersteunerscompensatie. Voor het resterende bedrag ben ik voornemens om de
NZa gelijk mijn aanwijzing van 6 juli, de ruimte te laten om daar waar mogelijk
maatwerk te leveren zodat de korting daar terecht komt waar hij het meest
gerechtvaardigd is.
Voorkomen van overschrijdingen in de toekomst
De leden van de CDA-fractie en de SP-fractie geven mij te kennen dat zij mij
steunen in het uitgangspunt dat de gevolgen van overschrijdingen bij de
vrijgevestigde medisch specialisten voor 2010 voor rekening dienen te komen van
de vrijgevestigde medisch specialisten. Benadrukt wordt echter dat ook wanneer
de budgetten volgende jaren worden overschreden, deze overschrijdingen
teruggehaald dienen te worden of opnieuw moet worden bezien of de tarieven
verder verlaagd dienen te worden.
Hierin ga ik mee met de Kamer. De Kamer mag er vanuit gaan dat ik alle
mogelijke middelen inzet om de overschrijding bij de medisch specialisten in 2010
te redresseren en dat ik me tot het uiterste inspan om mogelijke overschrijdingen
in de toekomst te voorkomen. Hiervoor verwijs ik ook naar de aangenomen motie
van de leden Sap/Van der Veen (kamerstuk 32 123-XVI, nr. 63), ingediend bij de
vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van VWS voor het jaar
2010. In de Motie Sap/Van der Veen wordt de regering reeds verzocht om alle
mogelijke middelen in te zetten om de overschrijding bij de medisch specialisten
terug te halen.
Ondanks de structurele kortingen die ik hierboven heb beschreven en die de NZa
op mijn aanwijzing uitvoert, wil ik de onzekerheid over de beheersbaarheid van de
macrobudgettaire uitgavenontwikkeling bij de vrijgevestigde medisch specialisten
de komende jaren wegnemen. Het kabinet vindt het van belang om preventieve
maatregelen te nemen. Met mijn brief `Waardering voor Betere Zorg IV' van 19
januari 2010 (CZ/TSZ 2973145) heb ik u hierover geïnformeerd. Het streven is
om een (tijdelijk) beheersingsmodel te introduceren. Om dit mogelijk te maken
bereidt het kabinet momenteel wet- en regelgeving voor. Daarnaast zal flankerend
beleid ontwikkeld worden dat ervoor zorgt dat een ongebreidelde volumegroei
wordt voorkomen. Tot slot zal voor de lange termijn een nieuw wettelijk
instrumentarium worden ontwikkeld om eventuele macrobudgettaire
overschrijdingen op het kader van de medisch specialisten te kunnen redresseren.
Samen met de NZa en betrokken partijen (NVZ-Vereniging voor Ziekenhuizen,
Zorgverzekeraars Nederland, de Orde van Medisch Specialisten, Zelfstandige
Klinieken Nederland en de Nederlandse Federatie van UMC's) wordt bovenstaande
in de komende periode verder uitgewerkt. Hierin worden tevens betrokken de
uitkomsten van het onderzoek naar de prikkels voor medisch specialisten in
loondienst en vrije vestiging op het gebied van arbeidsproductiviteit,
doelmatigheid, kwaliteit (en veiligheid). De resultaten van dit onderzoek zullen
naar verwachting in maart 2010 beschikbaar zijn.
Met terugwerkende kracht terughalen van overschrijdingen uit het
verleden
De leden van de SP-fractie hebben aangegeven dat zij het principieel niet juist
vinden dat ik geen verdere maatregelen neem om de overschrijdingen bij de
medisch specialisten over 2008 en 2009 terug te halen. De SP-fractie dringt
daarom alsnog aan op maatregelen. Dit standpunt is mij bekend en ik begrijp het
ook. Het niet kunnen terughalen van deze overschrijdingen druist in tegen mijn
rechtvaardigheidsgevoel.
Echter, zoals ik in juli 2009 tijdens het Algemeen Overleg over de budgettaire
maatregelen al heb aangegeven, is het juridisch niet mogelijk om de
overschrijdingen bij de vrijgevestigde medisch specialisten over 2008 en 2009 met
terugwerkende kracht terug te halen.
Op verzoek van de Kamer heb ik hierover op 5 oktober 2009 een brief gestuurd
(CZ/TSZ-2952926). In deze brief heb ik aangegeven dat het essentiële punt voor
het `terughalen' van geconstateerde overschrijdingen is of de correctie van de
tarieven voorzienbaar was of niet. Is dat niet het geval, zoals bij de
overschrijdingen van de vrijgevestigde medisch specialisten in 2008 en 2009, dan
is het juridisch niet mogelijk die overschrijdingen met terugwerkende kracht te
corrigeren.
Zoals ik hiervoor heb aangegeven heb ik met betrekking tot de verwerking van
overschrijdingen in het jaar 2010 er voor gezorgd dat ook met een latere
tariefaanpassing de overschrijding volledig wordt geredresseerd.
Ik verwacht dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport