Kamervragen over pluimvee
12 februari 2010 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen waarin de minister meldt dat
er plannen worden uitgevoerd om te komen tot duurzame pluimveestallen
en het tussensegment in de vleeskuikensector te ontwikkelen.
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over
pluimvee.
1
Kent u de uitspraak van de Reclame Code Commissie met dossiernummer
2009/00773 over reclame-uitingen waarin stichting Wakker Dier stelt dat 'kippen
gedurende hun hele leven in hun eigen poep staan'?
Ja.
2, 3 en 4
Deelt u het oordeel van de Reclame Code Commissie dat bij vleeskippenbedrijven
de dieren feitelijk hun hele leven in hun eigen poep staan? Zo nee, waarom niet?
Is het waar dat vleeskippen gedurende hun hele leven in stallen staan die niet
gereinigd worden gedurende de levensduur de kip? Zo nee, waarom niet?
Kunt u uiteenzetten hoe lang het leven (de periode tussen geboorte en slacht) van
de gemiddelde slachtkip duurt en welke gemiddelde gewichtstoename de dieren in
deze periode doormaken?
Vleeskuikens worden gehouden in stallen met strooisel vanaf de leeftijd van 1 à
2 dagen tot de gemiddelde leeftijd van 40 dagen. In deze tijd neemt hun gewicht
toe van ongeveer 40 gr tot gemiddeld ruim 2 kg. De stallen worden inderdaad niet
gereinigd tijdens de mestperiode. Het verse strooisel (houtkrullen of tarwestro)
dat aanwezig is in de stal bij aankomst van eendagskuikens is in principe
voldoende om de uitwerpselen op te nemen. Het verwarmen van de stal in de
beginperiode en de warmte van de dieren later helpen het strooisel droog te
houden. Er wordt wel bijgestrooid indien natte plekken ontstaan.
Het drogen van het strooisel met de uitwerpselen is behalve voor de vleeskuikens
zelf ook belangrijk om de ammoniakemissie beperkt te houden.
Om te kunnen voldoen aan de wettelijke ammoniakeisen (Besluit ammoniakemissie
huisvesting veehouderij) worden vleeskuikenstallen ingericht met luchtbehandelingssystemen
waarmee strooisel gedroogd wordt.
5, 6 en 11
Is het waar dat kippen met tienduizenden bijeenstaan op een ondergrond van
zaagsel, dat verzadigd raakt door de uitwerpselen van de kippen waardoor
pootgebreken ontstaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe verhoudt zich dit met de
erkenning van de intrinsieke waarde van de kip en inachtneming van de vrijheden
van Brambell?
Is het waar dat de zure kippenpoep bijt in de poten van de kuikens, dat de
kuikens hierdoor brandblaren hebben en dat uit recent indicatief wetenschappelijk
onderzoek 1) blijkt dat driekwart van de kuikens voetzoollaesies (ontstekingen;
73%) heeft, de helft zelfs ernstige? Zo nee, waarop baseert u uw antwoord en
bent u bereid tot het instellen van nader onderzoek? Zo ja, hoe verhoudt zich dit
met de erkenning van de intrinsieke waarde van de kip en inachtneming van de
vrijheden van Brambell?
Kunt u het voor uw verantwoordelijkheid nemen dat een kuiken geboren wordt in
een broedmachine met 50% kans om levend versnipperd te worden, met 73%
kans op ernstige kwalen en met 100% kans om geen twee maanden oud te
worden, louter om een goedkoop stuk vlees op te leveren dat met Europees
belastinggeld wordt aanbevolen als 'het meest veelzijdige stukje vlees'?
De kuikens van vleesrassen worden allemaal ingezet voor de vleesproductie,
zowel de hennetjes als de haantjes.
Er ontstaan inderdaad pootaandoeningen zoals hakdermatitis en voetzoollaesies
bij een gedeelte van de vleeskuikens, vaak als gevolg van nat strooisel. Naar
schatting zijn de helft van de voetzoollaesies ernstig.
De hier aangegeven cijfers komen van metingen die in najaar 2007 (dus in één
seizoen) en in één slachterij zijn uitgevoerd. Volgens de betrokken onderzoekers
van Wageningen UR zijn deze gegevens niet representatief voor de Nederlandse
situatie. Desondanks zijn deze aandoeningen een punt van zorg omdat ze, in de
ernstigste vorm, pijn veroorzaken bij de vleeskuikens en hun welzijn en gezondheid
aantasten. Om deze problemen aan te pakken, heb ik met de sector extra
maatregelen hierover afgesproken, in het kader van de implementatie van de
Vleeskuikenrichtlijn, bovenop de Europese wetgeving. Samen met de sector heb ik
een afsprakenkader ondertekend in oktober 2009 ten behoeve van nader onderzoek
en normstelling voor deze aandoeningen vanaf 2011. Ik verwijs u naar mijn
brief hierover (Kamerstukken II 2009/2010 28286 nr. 318).
Verder financiert mijn ministerie de ontwikkeling van nieuwe, duurzame systemen
waar meer aandacht is voor het welzijn en de intrinsieke waarde van pluimvee
(zie ook mijn antwoord op de vragen 14 en 15).
7, 8
Is het waar dat ook borstblaren, borstpukkels en andere verwondingen aan de
huid en poten veroorzaakt of verergerd worden door het houderijsysteem? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, hoe verhoudt zich dit met de erkenning van de
intrinsieke waarde van de kip en inachtneming van de vrijheden van Brambell?
Hoe kan het dat een niet-gouvernementele organisatie (NGO) als Wakker Dier en
een instantie als de Reclame Code Commissie eerder tot herkenning en erkenning
van de ernstige problemen van vleeskuikens komen dan uw ministerie, dat geacht
wordt over het welzijn van de dieren te waken?
Borstblaren en borstpukkels komen vrijwel niet voor bij vleeskuikens, mestvlekken
(bruinverkleuringen van de huid) en in een eerder stadium irritatie van de huid
(roodverkleuring) komen soms voor. Onderzoekers geven aan dat het aantal
borstirritaties bij vleeskuikens zal verminderen door het terugdringen van
hakdermatitis en voetzoollaesies.
Ik heb de problemen van de vleeskuikens eerder onderkend en een aanpak
hiervoor aangekondigd in de Nota Dierenwelzijn (Kamerstukken II 2007/2008
28286 nr. 76). Ook het afsprakenkader voor het welzijn van de vleeskuikens geeft
hier uiting aan.
9, 10, 12 en 13
Bent u van mening dat het in korte tijd opgroeien van een kuiken tot een het
slachtrijp is onder letterlijk ziekmakende omstandigheden in overeenstemming
kan zijn met de erkenning van de intrinsieke waarde van het leven van dat
kuiken?
Kunt u uiteenzetten welk deel van het leven van het kuiken gezien moet worden
als een erkenning van de belangen en het leven van het dier, los van zijn nut voor
de mens of in overeenstemming met de vrijheden van Brambell?
Kunt u zich voorstellen dat veel burgers een dergelijke handelwijze zien als een
ernstige vorm van ontaarding, die op geen enkele wijze te rijmen valt met
begrippen als 'rentmeesterschap' en 'duurzaamheid' zonder die begrippen
vergaand uit te hollen?
Is het waar dat consumenten maar een zeer beperkte invloed hebben op
processen als deze omdat ze door de overheid onwetend worden gehouden van de
problemen die kippen hebben (de problemen worden althans in geen enkele
overheidscampagne benoemd), omdat ze van overheidswege producten als deze
krijgen aanbevolen en omdat het overgrote deel van de aldus geproduceerde
kippen voor de export bestemd is, die ongevoelig is voor de keuzes van
Nederlandse consumenten?
In het Convenant "Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten" dat ik
getekend heb in mei 2009 met de sector en maatschappelijke organisaties, wordt
gestreefd naar het vergroten van de keuzemogelijkheid van de consument voor
wat betreft duurzame diervriendelijke producten en concreet naar een omzetgroei
van 15% per jaar voor de aankoop van producten in dit zgn. "tussensegment".
In dit kader zijn tot nu toe vooral projecten voor marktontwikkeling in de
pluimveesector goedgekeurd. Het aanbod van scharrelkip neemt toe sinds medio
2009.
Verder hecht ik een groot belang aan het creëren van bewustzijn bij consumenten
omtrent hun invloed op het verbeteren van dierenwelzijn via hun aankoopgedrag
van voedsel. Daarom financier ik volledig een meerjarige mediacampagne van het
Voedingscentrum, lopende van 2007 tot en met 2010, over onder andere het
thema Dierenwelzijn (varken en kip). De website van het Voedingscentrum geeft
achtergrondinformatie, bijvoorbeeld over kippenvlees, onder het motto "Waar
hebben uw kippenpootjes gescharreld?".
14 en 15
Bent u bereid uw voornemen voor een verduurzaming van de productie van
dierlijke eiwitten ook consequenties voor de kip zelf te laten krijgen? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze, en welke duurzaamheidsconsequenties
zullen die wijzigingen exact voor de kip gaan krijgen?
Bent u bereid te garanderen dat het houderijsysteem voor kippen zodanig
veranderd wordt dat het overgrote deel van de kippen gedurende hun korte leven
gegarandeerd geen enkel gebrek oploopt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
termijn en wijze?
Ik wijs op het afsprakenkader met de sector waarbij wordt gewerkt aan het
terugdringen van hakdermatitis en voetzoollaesies bij de kip zelf. Daarnaast heeft
het kabinet de ambitie uitgesproken om een aandeel van 5% van integraal
duurzame en diervriendelijke stallen te bereiken in 2011 met uitzicht op grootschalige
toepassing daarna.
In mijn toekomstvisie Duurzame Veehouderij (Kamerstukken II 2007/2008 28973
nr. 18) heb ik de ambitie geformuleerd dat in 2023 een in alle opzichten duurzame
veehouderij zal zijn gerealiseerd. In de Uitvoeringsagenda Duurzame veehouderij
is deze ambitie benoemd als gezamenlijke uitdaging van zowel de overheid, de
sector ketenpartijen als de maatschappelijke organisaties.
Om dit doel te realiseren, wordt een aantal acties uitgevoerd. Wageningen UR is in
2009 gestart met een herontwerptraject voor de vleeskuikenhouderij. Dit wordt
dit jaar voortgezet. Doel is om een ontwerp voor een integraal duurzame en
diervriendelijke stal te ontwikkelen dat later in de praktijk toegepast kan worden.
Verder kunnen pluimveehouders die een stal willen (ver)bouwen op dit moment al
gebruik maken van de investeringsregeling integraal duurzame stallen en van
fiscale regelingen zoals MIA en VAMIL op basis van de Maatlat Duurzame
Veehouderij bij investeringen in bovenwettelijke maatregelen op het gebied van
onder andere dierenwelzijn.
Naast deze nationale maatregelen zet ik in EU-verband bij de evaluatie van de
Vleeskuikenrichtlijn in 2012 in op aanscherping en aanvulling van de normen ten
aanzien van sterfte, voetzoollaesies en bezettingsgraad.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) Pluimveehouderij 38e jaargang, april 2008: "Zolen lezen"
http://www.welfarequality.net/downloadattachment/37756/18982/04-04-
08_pluimveehouderij_voetzoollesies.pdf
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit