Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Thieme over dierlijke vetten en
menselijke gezondheid.
(2010Z01053)
1
Kent u het bericht "Boter verbieden tegen hartkwalen"?
1
Ja
2 en 3
Deelt u de mening van de Britse hartspecialist Kolvekar dat verzadigde, dierlijke
vetten een probleem kunnen vormen voor de volksgezondheid? Zo nee, op welke
andersluidende wetenschappelijke informatie baseert u zich? Zo ja, bent u
voornemens de consumptie van dierlijke vetten te ontmoedigen uit het oogpunt
van volksgezondheid?
Deelt u de mening van de heer Kolvekar dat een dieetadvies te vrijblijvend zou
zijn, en dat actieve maatregelen noodzakelijk zijn om het gebruik van boter terug
te dringen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, aan welke ontmoedigingsmaatregelen
denkt u?
2 en 3
Hoge consumptie van verzadigde vetzuren is inderdaad een belangrijke
risicofactor voor hart- en vaatziekten. Dierlijke producten, vlees en zuivel, leveren
in Nederland gemiddeld ongeveer de helft van de geconsumeerde verzadigde
vetzuren. Naast de nadelige voedingsstoffen bevat (mager) vlees en (magere)
zuivel echter ook waardevolle voedingsstoffen zoals eiwit, calcium en ijzer. Het
gaat om de combinatie van producten die samen een gezond voedingspatroon
vormen.
Mijn voedingsbeleid is gebaseerd op enerzijds het gezonder maken van het
aanbod en anderzijds op voorlichting zodat de consument in staat is gezond te
kiezen. Deze verantwoordelijkheid wil ik niet van de consument overnemen.
Het bedrijfsleven heeft de afgelopen jaren gewerkt aan gezonder maken van het
aanbod; er is meer keuze in producten met een gereduceerd vetgehalte of een
gezondere vetzuursamenstelling. Vaak zijn deze producten herkenbaar aan een
gezond keuze logo. Op het gebied van zuivel is de afgelopen decennia de
consumptie sterk verschoven naar varianten met een lager vetgehalte. Ik
verwacht dat deze positieve beweging nog doorzet. Het aandeel halfvolle en
magere consumptiemelk is de afgelopen twintig jaar van 55% gestegen naar ruim
90 %, ruim driekwart van de yoghurtconsumptie is halfvol of mager. Ook in de
productgroep kaas stijgt de consumptie van light varianten (lager vetgehalte). De
consumptie van boter (als bak- of smeerproduct) is nog geen 10% ten opzichte
van het totale gebruik van (smeerbare) vetten. Ook daar heeft een sterke daling
plaatsgevonden.
Het Voedingscentrum geeft in mijn opdracht voorlichting over een gezond
voedingspatroon. "Minder verzadigd vet" eten is een van de belangrijke algemene
adviezen.
Daarnaast is voor consumptie van zowel melk(producten) als vlees(waren) het
advies om magere varianten te kiezen, juist vanwege het vermijden van een te
hoge consumptie van verzadigd vet.
Via deze twee wegen stimuleer ik het maken van de gezonde keuze door de
consument.
Ik ben niet voornemens aanvullend hierop in het bijzonder de consumptie van
dierlijk verzadigd vet te ontmoedigen.
4
Vormen de aanbevelingen van de heer Kolvekar voor u aanleiding om in Europees
verband te pleiten voor een stop op Europese promotiecampagnes voor
zuivelproducten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
4
Nee. Het belangrijkste voor een gezond voedingspatroon zijn gevarieerde en
evenwichtige keuzes, zie ook mijn antwoord op vraag 2 en 3. Eén van de
vereisten in de communautaire regeling voor voorlichting en afzetbevordering is
dat bij programma's "... gewezen moet worden op de beschikbaarheid van
zuivelproducten met een lager vetgehalte die geschikter zijn voor bepaalde
consumenten". In lijn met de ambities uit de nota duurzaam voedsel, wordt bij de
beoordeling van ingediende promotieprogramma's nadrukkelijk gekeken naar
overeenstemming met kabinetsbeleid op het gebied van verduurzaming en
gezondheid. Dit betekent niet dat bepaalde sectoren op voorhand worden
uitgesloten van communautaire promotieregelingen.
5
Bent u bekend met de effecten van een verminderde consumptie van verzadigd
vet in Finland, die gepaard ging met een significante daling van het aantal
hartklachten? Zo nee, bent u bereid kennis te nemen van onderzoek terzake? Zo
ja, bent u bereid de resultaten te betrekken bij een preventiebeleid met
betrekking tot hart- en vaatziekten?
5
Ik ben bekend met het Finse onderzoek. Het onderzoeksprogramma richtte zich
op diverse leefstijlfactoren die gerelateerd zijn aan hart- en vaatziekten. De
resultaten zijn toe te schrijven aan het totale programma en maatschappelijke
ontwikkelingen, en niet direct aan een van de factoren afzonderlijk.
In mijn preventiebeleid komen ook deze diverse leefstijlfactoren terug. Verbinden
van preventie en zorg staat daarbij ook hoog op de agenda. Bij de zorg rond
chronische ziekten komt dit bijvoorbeeld terug doordat verbetering van de leefstijl
een onderdeel is van de zorgstandaarden. In de Zorgstandaard Vasculair
risicomanagement is bijvoorbeeld aandacht voor gezonder eten, stoppen met
roken, meer bewegen, minder stress.
6
Deelt u de mening dat er een voorlichtingscampagne zou moeten komen over de
gevaren van verzadigde vetten in dierlijke producten? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
op welke termijn en wijze?
6
Zie ook mijn antwoord op vraag 2 en 3. Gezien de ontwikkelingen in de markt en
de voorlichtingsboodschap die er al is, deel ik uw mening niet.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport